Utrechts waterplan nader uitgewerkt
Bootvervoer over het Amsterdam-Rijnkanaal is één van de 20 tot 30 vervoersopties tijdens groot onderhoud aan de A2. Vervoer over water spreekt altijd tot de verbeelding, maar het is van belang van tevoren zekerheid te hebben over het gebruik, meent rederij Aqualiner op basis van eerdere ervaringen met waterprojecten. Binnenkort zal duidelijk worden of het Utrechtse bootproject levensvatbaar is.
In en om Utrecht wordt de komende jaren intensief gewerkt aan verbetering van het wegennet gewerkt. Ook de infrastructuur van het openbaar vervoer wordt stevig aangepakt. Tegelijkertijd staan in Utrecht aanzienlijke uitbreidingen op het programma voor kantoren, winkels en culturele voorzieningen. Dit was reden voor een aantal grote Utrechtse bedrijven en instellingen om de koppen bij elkaar te steken. Om Utrecht de komende jaren zo bereikbaar mogelijk te houden, hebben Rijkswaterstaat Utrecht, de gemeente Utrecht, de Kamer van Koophandel Utrecht, VNO-NCW en een aantal grote bedrijven zich verenigd in het project Utrecht Bereikbaar. Onder de noemer ‘mobiliteitsmanagement’ worden momenteel 20 tot 30 vervoersmogelijkheden nader onderzocht op haalbaarheid. Daarvan is vervoer over het water wel één van de meest tot de verbeelding sprekende opties.
De boten zouden passagiers moeten gaan vervoeren over het Amsterdam-Rijnkanaal en uiteindelijk vijf steigers gaan aandoen: Breukelen, Maarssen, Lage Weide, Kanaleneiland en Papendorp. Rederij Aqualiner heeft als vervoerontwikkelaar meegewerkt aan deze plannen.
Belangrijk uitgangspunt is dat er ruime plaats is voor fietsen, want door de combinatie boot en fiets ontstaat een goede vervoersketen. ‘De boot is weliswaar een schakel, maar wel een belangrijke’, zegt Gerbrand Schutten, directeur rederij Aqualiner.
Hij voegt toe: ‘En opschalen is daarbij het devies.’ Eerdere ervaringen met ov-over-water-projecten hebben hem voorzichtig gemaakt. Het opschalen betreft zowel halteplaatsen als bootcapaciteit. Er zou een start kunnen worden gemaakt met vier of vijf boten met een capaciteit tussen een watertaxi en een ferry, voor ongeveer 50 mensen, aldus Schutten. ‘In eerste instantie beginnen we met besloten vervoer. Werkgevers sluiten daarvoor een vervoerscontract af voor hun werknemers. Deze vervoersafspraken vormen de (broodnodige) financiële basis van het project. Gedurende een pilot zal blijken in hoeverre vervoer over water op deze basis haalbaar is. Daarna kunnen de boten ook openbaar toegankelijk zijn, maar het zal geen openbaar vervoer worden.’ Aan de eisen die de Wet personenvervoer stelt op het gebied van een minimumsnelheid en vervoersfrequentie, hoeft de Utrechtse bootdiens dan niet te voldoen. Zowel aanlegsteigers als boten moeten nog worden gebouwd. Schutten stelt dat de werkgevers in de regio nu aan zet zijn. In september moet blijken of het plan wat hen betreft kans van slagen heeft. Daarna kunnen boten- en steigerbouwers aan het werk.
Reactie plaatsen •