Utrecht stelt harde eisen voor fietsparkeren

De gemeente Utrecht gaat harde eisen stellen aan de hoeveelheid fietsparkeerplaatsen bij ruimtelijke ontwikkelingen. De fietsparkeernormen worden opgenomen in een bestemmingsplan of in een omgevingsvergunning, als afgeweken wordt van het bestemmingsplan. Utrecht is de eerste gemeente die fietsparkeernormen op deze manier juridisch heeft verankerd. Andere gemeenten, zoals Amsterdam, hebben wel aangegeven dit ook op deze manier te willen doen.

Voor stallingsvoorzieningen bij woningen zijn per 2012 weer eisen opgenomen in het Bouwbesluit. Maar in hetzelfde besluit verdwenen de voorschriften voor fietsparkeren bij utilitaire gebouwen. Eigenlijk is dat een voordeel, betoogde Maja van der Voet van Ligtermoet en Partners in een artikel in Fietsverkeer vorig jaar. ‘De bepalingen in het Bouwbesluit waren niet erg effectief en het alternatief is beter: regelen via bestemmingsplannen.’

Parkeernormen fiets gebaseerd op kencijfers

De gemeente Utrecht is nu de eerste die dit op deze manier doet. De fietsparkeernormen zijn gebaseerd op kencijfers van het CROW. Bij de beoordeling van een bouwaanvraag wordt  formeel getoetst worden of er ruimte is gereserveerd voor fietsparkeren volgens de fietsparkeernorm. Daarbij wordt ook gekeken of aan de kwaliteitseisen voor fietsparkeren wordt voldaan (al dan niet overdekt, diefstalbeveiliging, et cetera).

Autoparkeerplaats inwisselen

De nota Stallen en Parkeren die op 29 maart werd aangenomen door de Utrechtse gemeenteraad is ook om andere reden interessant. Zo wordt er een duidelijk verband gelegd tussen fiets- en autoparkeernormen. In zijn algemeenheid geldt: waar de autoparkeernormen laag zijn, zijn de fietsparkeernormen juist hoog. Ook wordt in de nieuwe nota de mogelijkheid gecreëerd om tot op zekere hoogte ruimte voor autoparkeerplaatsen in te wisselen voor plaatsen voor de fiets of de deelauto.

 
Auteur: Jacques Lorsheijd