Utrecht onderzoekt 'gevoelsfile'

'Het oordeel van de eindgebruiker is doorslaggevend'. Zo kenmerkt Ron van Dopperen van de provincie Utrecht het belang van een actueel onderzoek naar 'filebeleving'. Het is voor het eerst dat wegbeheerders, in dit geval in de provincie Utrecht, de objectiviteit van fileleed willen vergelijken met de beleving door automobilisten.

Als 'objectieve' vergelijkingsmaatstaf geldt een groot technisch onderzoek eind 2004 met onder meer GPS naar verkeersknelpunten op 27 trajecten binnen de provincie. Voor zover daarmee de kwaal werd vastgesteld, willen provincie en andere wegbeheerders nu de patiënt zelf de pols nemen. Sinds eind oktober 2005 kunnen automobilisten bij tankstations in de provincie hun mening geven over verkeersdoorstroming en -hinder.
De enquête naar 'verkeersbeleving' is een van de speerpunten van 'Utrecht Onderweg'. Dat is een samenwerkingsverband dat de provincie, het Bestuur Regio Utrecht (BRU) en de gemeenten Utrecht, Amersfoort, Woerden en Breukelen twee jaar geleden aangingen.
Of de perceptie van de weggebruiker, zoals nu voor het eerst gepeild, ook echt tot nieuwe inzichten leidt, is nog de vraag. 'Het is een vorm van pioniersarbeid. Het is voor het eerst dat we nu feiten en beleving naast elkaar leggen. Eén van de dingen die we graag willen weten, is wat de tolerantiegraad van de weggebruiker is', aldus Van Dopperen.
Bij de enquêtes konden automobilisten hun 'hinderbeleving' in een schaal van 1 tot 10 aangeven. Begin dit jaar worden de 'gevoelsfiles' in kaart gebracht en op de 'technische kaart' gelegd. Een mogelijkheid kan zijn dat het perceptieonderzoek aangeeft dat weggebruikers op een bepaald tracé van meerdere wegbeheerders veel knelpunten en daarmee een cumulatie van hinder ondervinden. 'In dat geval is het mogelijk dat samenwerkende wegbeheerders samen infrastructuurplannen gaan ontwikkelen', suggereert Van Dopperen. De gebundelde opvattingen van automobilisten, die zich immers weinig gelegen laten liggen aan de diverse domeinen van de wegbeheerders, kunnen zijns inziens in ieder geval een prikkel vormen voor nog verdere samenwerking tussen de overheden.
Een goed samenwerkingsvoorbeeld is volgens Van Dopperen het zogeheten 'Brafo'-project (Brede Aanpak Fysiek Oponthoud) van provincie en Rijkswaterstaat rond de A12 bij Woerden. Een ander voorbeeld is de verbeterde afstemming van een VRI bij de rondweg Houten waar voor zegge en schrijve 25 mille de wachttijden voor stoplichten in de avondspits met 10 procent kan worden teruggedrongen.