Stipdonk: huidige ongeval-analyse voldoet niet
De huidige analyse van verkeersonveiligheid voldoet niet, stelt SWOV-onderzoeker Henk Stipdonk. Beter is het om de verkeersdoden te verdelen in subgroepen en per groep de mobiliteit te analyseren. Ook is een nieuwe, flexibele vorm van ongevallenregistratie gewenst, zodat ook nieuwe ongevalskenmerken snel worden opgenomen.
Stipdonk promoveerde op 21 juni aan de TU Delft op dit onderwerp met zijn proefschrift ’Road Safety in bits and pieces’. Gangbare verkeersveiligheidsmodellen gaan vaak uit van het totale aantal slachtoffers, aldus Stipdonk, ook wel aggregatie genoemd. Maar in plaats van te aggregeren, zouden onderzoekers moeten stratificeren, ofwel verdelen in subgroepen. Vervolgens moet van die subgroepen worden geanalyseerd welke variabelen van invloed zijn geweest op het aantal verkeersslachtoffers.
Risicoverloop beter begrijpen
De subgroepen – de ‘bits’ en ‘pieces’ in de databestanden – kunnen grote verschillen laten zien in risico (slachtoffers per afgelegde afstand) en mobiliteit (afgelegde afstand). De verschillen tussen de subgroepen kunnen gevolgen hebben voor het verloop van het totale risico. Om dat verloop beter te kunnen begrijpen, is het volgens Stipdonk noodzakelijk om eerst het verloop binnen de subgroepen te begrijpen.
Stratificatie: kleine aantallen
Normaal gesproken levert een vergaande stratificatie uiteindelijk dusdanig kleine aantallen op waaruit de subgroepen bestaan, dat zinvolle statistische analyse niet meer mogelijk is. Groepen samen nemen is dan de oplossing, maar dat levert het probleem op dat er binnen de groep verschillen in het risico en in de mobiliteitstrends kunnen optreden. Dat is ongewenst, want het samenvoegen maskeert die ontwikkelingen. In het proefschrift wordt hiervoor een gedeeltelijke oplossing aangedragen.
Gedeeltelijke oplossing: mobiliteit meten
Mobiliteit wordt in dit proefschrift gezien als de drager van alle kenmerken die het risico bepalen. Stipdonk: ‘Je kan dan denken aan twee soorten mobiliteit: veilige (bijvoorbeeld de gereden afstand mét autogordel) en onveilige (gereden afstand zonder gordel). ‘Als een veiligheidsmaatregel wordt ingevoerd, is het de bedoeling dat de veilige mobiliteit toeneemt en de onveilige mobiliteit afneemt. Alleen dán worden er doden bespaard. Om dat te kunnen bepalen moet je beide mobiliteiten nauwkeurig meten en moet je stratificeren naar de kenmerken die er voor de verkeersveiligheid toe doen.’
Nieuwe, flexibele ongevallenregistratie
Ook moet er een nieuwe systematiek van ongevallenregistratie in Nederland komen. Die systematiek moet bij voorkeur flexibel zijn, zodat hierin ook steeds nieuwe kenmerken kunnen worden opgenomen, zoals rijervaring, belgedrag voorafgaand aan het ongeval of de aanwezigheid en het gebruik van beveiligingsmiddelen. ‘Er zullen altijd nieuwe ongevalskenmerken belangrijk blijken te zijn, en de registratie van ongevallen moet het voor onderzoekers en beleidsmakers mogelijk maken om hierover kennis te vergaren,’ aldus Stipdonk.
Er moet een nieuwe,flexibele ongevalregsitratie komen
Reactie plaatsen •