Sportfietsers: Kop van Jut of helm op?

Wielrenners en andere sportfietsers rijden vaak wel, maar niet altijd met een helm op. Dat kan lelijk letsel opleveren, zo stellen de initiatiefnemers van de jaarlijkse campagne ‘Gebruik je kop, Helm op’. Dit jaar startte deze campagne tijdens de Ronde de Noord–Holland op 20 april.

Organisatoren van deze helmcampagne zijn VeiligheidNL, voorheen Stichting Consument en Veiligheid, KNWU, Koninklijk Nederlandse Wielren Unie en de wielersportbond NFTU. Zij constateren dat er in 2011 in totaal 6200 wielrenners en mountainbikers zich meldden bij de Spoedeisende Hulp van een ziekenhuis; 18 procent daarvan moest worden behandeld voor hoofdletsel, waarvan 8 procent voor hersenletsel. 20 Procent van de sportfietsers die zich meldden, werd ook opgenomen in het ziekenhuis, waarvan een vijfde voor hoofdletsel.

Uit de campagne-evaluatie van vorig jaar concluderen de organisatoren dat de meeste sportfietsers wel in het bezit zijn van een helm en die vaak ook dragen. Dat geldt respectievelijk voor 89 procent van de wielrenners en 75 procent van de mountainbikers. Opvallend is dat  alleen fietsende fietsers minder vaak de helm dragen (78 procent) dan wanneer ze in een groep fietsen: 87 procent.

Bij mountainbikers is er een vergelijkbaar verschil: van de alleen fietsende mountainbikers draagt 70 procent een helm terwijl 74 procent van de ingroep fietsende mountainbikers een helm draagt. Ook stelt de campagne-organisatie dat zelfs tijdens  toertochten en evenementen waarbij een helmplicht geldt- wielrenners soms zonder helm fietsen. Bij leden van fietsverenigingen is dit percentage, laag, 3 procent, maar bij niet-leden is dit ruim 20 procent.

Tijdens de campagne wordt onder meer gebruik gemaakt van een Kop van Jut op toertochtevenementen. Door een klap op deze Kop van Jut te geven kunnen wielrenners en mountainbikers zien wat de gevolgen van een val op je hoofd zijn als je geen helm draagt: van een hersenschudding tot een schedelbasisfractuur.

 
Auteur: Joske van Lith