Snelheidsregime en 30 km-inrichting moeten kloppen
Inrichting en regelgeving moeten hand in hand gaan. Een snelheidsregime van 50 km/uur past niet bij een 30 km-inrichting. Dat eenvoudige 'duurzaam veilig'-beginsel is recent door de Raad van State bevestigd in een zaak die de Fietsersbond had aangespannen tegen de Noord-Brabantse gemeente Heeze-Leende. De raad honoreert de bezwaren van de bond.
De Kapelstraat (en deels Jan Deckersstraat) in deze gemeente was enkele jaren geleden versmald tot 6,5 meter met aan weerszijden fietssuggestiestroken. In de overblijvende 4,5 meter wringen zich dagelijks rond de 15.000 motorvoertuigen waaronder veel vracht- en sluipverkeer. Vanwege de gewenste doorstroming weigerde de gemeente een snelheidsmaximum in te stellen.
Op grond van de uitspraak van de Raad van State moet de gemeente nu eieren voor haar geld kiezen. Ofwel terug naar een 50 km-inrichting met uitgebreide herprofilering, ofwel een echt 30 km-snelheidsregime met aanvullende inrichtingsmaatregelen.
Het laatste lijkt aanzienlijk goedkoper, reden waarom het college hier de voorkeur aan geeft. Daarbij vraagt wethouder Jos van Bree zich echter wel af of een echte 30 km-inrichting plus bijbehorend snelheidsmaximum het in de praktijk voor fietsers wel écht veiliger maakt. Van Bree beklemtoont dat de onveiligheid voor fietsers feitelijk niet is toegenomen in vergelijking met de situatie vóór de versmalling. Het is meer een onveiligheidsgevoel, meent hij. Bij gebrek aan echte snelheidsreducerende maatregelen voelen fietsers zich evenwel misbruikt als 'remmend vlees' zo gaf de Fietsersbond al eerder te kennen. De Raad van State heeft nu aangegeven dat de huidige '30/50'-oplossing te zeer op twee gedachten hinkt. Eerder was al in een rapport van Goudappel Coffeng aangegeven dat de combinatie van een maximumsnelheid van 50 km/uur, het verkeersaanbod en het ontbreken van fietsvoorzieningen niet veilig was.
Volgens Van Bree kan een veiligere inrichting met een bijpassend snelheidsregime van 30 km/uur nog dit jaar worden gerealiseerd. Met de huidige verkeersdruk blijft het voorlopig wringen in de Kapelstraat van Heeze-Leende. Op langere termijn kan de druk op de kern pas worden verlicht als voor het doorgaande verkeer en de ontsluiting van het plaatselijke industrieterrein een andere infrastructurele oplossing wordt gevonden. De gemeente laat daarvoor een gebiedsgerichte verkenning uitvoeren.
In de uitspraak geeft de Raad van State overigens óók aan dat geldgebrek voor een gemeente op zichzelf geen reden kan zijn om een echte 30 km-inrichting te weigeren.
De ANWB meent dat in het algemeen provincies actiever moeten worden. Die zouden de gemeenten moeten aanspreken en anderzijds in het bestedingsplan verkeer en vervoer bedragen moeten reserveren voor betere inrichting van 30 km-zones. Dat geld zou geput kunnen worden uit de 80 miljoen euro extra die het rijk jaarlijks voor de verkeersveiligheid beschikbaar heeft gesteld. De bond wijst erop dat tussen 1990 en 2003 het aantal verkeersdoden in 30 km-zones gemiddeld met 8,5 procent per jaar is toegenomen. Gebrekkige inrichting zou daarvan een belangrijke oorzaak zijn.
Reactie plaatsen •