Smart Urban Mobility: ov én nieuwe oplossingen
Nieuwe ‘smart’ mobiliteitsoplossingen zijn van harte welkom om steden leefbaar te houden, maar op de drukke vervoersassen blijft het openbaar vervoer per rail – tram, lightrail, metro – onmisbaar. GVB-directeur Alexandra van Huffelen pleit daarom voor investeringen in de harde spoorinfra. Tegelijkertijd zet de gemeente Amsterdam in op een MaaS-tender voor de Zuidas. Deze ‘mobiliteitssporen’ kwamen tevoorschijn op het congres ‘Smart Urban Mobility’, eind juni georganiseerd door de TU Delft en het Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions.
De stad is ‘hot’, ook in Nederland. Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid voorziet dat de stedelijke groei nog tot 2030 zeker doorzet. Voor Amsterdam betekent dit dat er 100.000 woningen bij zullen komen, voor een groot deel binnen of direct grenzend aan de bestaande stad.
Keerzijde van deze groei zijn congestie en daarmee onbetrouwbare reistijden. Het wordt zo druk dat zelfs de fiets nu al in de file staat en de leefbaarheid steeds meer onder druk komt te staan door emissies, geluidsoverlast en verkeers(on)veiligheid. Omdat de fysieke ruimte in de stad beperkt is, zijn slimme oplossingen nodig, zoals het gebruik van big data, om inzicht te krijgen in (verkeers)gedrag en dat zo nodig te sturen, evenals het gebruik van elektrische (zelfrijdende) voertuigen.
Allemaal nodig, onderstreept GVB-directeur Van Huffelen. ‘Nieuwe modaliteiten zijn welkom, want alles is nodig om de verkeersstroom op gang te houden. Van belang is daarbij dat alle systemen goed op elkaar aansluiten: niet alleen fysiek voor een vlotte overstap, maar ook als het gaat om informatievoorziening en om de betaling: één betaalsysteem voor de hele keten, in plaats van een pasje of chipkaart voor elk vervoermiddel afzonderlijk. Bovendien moeten deelsystemen als het Amsterdamse Car2Go ook buiten de gemeentegrenzen in de hele Randstad functioneren.’
Rails
Daarnaast zijn er investeringen nodig in harde infrastructuur voor het openbaar vervoer. Van Huffelen: ‘Er is in Amsterdam dringend behoefte aan een Oost-Westlijn (metro of sneltram) om de grote woongebieden die de komende jaren aan de oost- en westkant van de stad worden gerealiseerd te verbinden met het centrum.’ Op langere termijn kan die lijn worden doorgetrokken naar Schiphol, via de geplande tweede terminal van de luchthaven. Ook andere verbindingen hebben dringend behoefte aan verbetering. Zo zijn sommige buslijnen druk genoeg om tramlijnen te worden en moet de metroring rond de stad via het nieuwe project Haven-Stad worden doorgetrokken naar het Centraal Station. Ook noemt Van Huffelen twee tangentiale snelbuslijnen: de Westtangent en de Oosttangent.
Governance
Allemaal hard nodig de komende jaren, aldus Van Huffelen, want ‘alleen kleinere en last-mile-oplossingen zijn onvoldoende voor de bereikbaarheid van steden. Voor de dikke vervoersstromen blijft collectief railvervoer noodzakelijk.’ Het gaat daarbij niet alleen om geld voor de investeringen, maar ook om governance: heldere afspraken over wie waarvoor verantwoordelijk is. Ook dat is geen sinecure, zelfs met iets betrekkelijk simpels als de informatie op ov-knooppunten is vaak niet duidelijk wie ervoor verantwoordelijk is.’
Gedrag
Omdat Amsterdam in 2040 onbereikbaar dreigt te zijn als we alleen blijven investeren in uitbreiding van het mobiliteitsaanbod, moet meer op gedrag worden gestuurd. Bijvoorbeeld door gebruik van deelauto’s en fietsen fiscaal aftrekbaar te maken, vindt Tijs Roelofs, manager Smart Mobility bij de gemeente Amsterdam. ‘Als dat niet gebeurt, blijven mensen massaal voor een leaseauto kiezen, ook al staan ze daarmee steeds langer in de file. Nu komt nog steeds vijftig procent van de mensen met de auto naar de stad. Dat moet drastisch minder worden.’
Tender innovatief mobiliteitsaanbod
De gemeente start daarom later dit jaar een MaaS-project op de Zuidas. Deze locatie is gekozen vanwege de drukte (de werkzaamheden aan het Zuidasdok vanaf 2020) en de aanwezigheid van grote bedrijven met mobiliteitsbudgetten. Die budgetten worden gebundeld, waarna op basis daarvan drie tenders worden uitgeschreven voor een innovatief mobiliteitsaanbod. Dit in het kader van een proef. De gemeente wil daarbij inzage in de data, om te kunnen zien wat echt werkt en daarmee aanpassingen en incentives doorvoeren.
Auteur: Maurits van den Toorn
Reactie plaatsen •