Shared Space lastig voor blinde en slechtziende mensen
Psychologe Else Havik promoveert op dit onderzoek. ‘Het Shared Space principe wordt steeds vaker geïmplementeerd en ook geven belangenverenigingen voor blinde en slechtziende mensen aan dat deze gebieden problemen opleveren. Het ontbreken van de gebruikelijke structuur en markeringen kan de oriëntatie en veilige mobiliteit bemoeilijken.’ Het onderzoek is in drie fasen verdeeld. Havik: ‘Eerst hebben we in theorie de kenmerken van Shared Space geïnventariseerd om de mogelijke knelpunten boven tafel te krijgen.’ Tien gebieden in Noord-Nederland zijn daarvoor onder de loep genomen. ‘De conclusie was dat er grote verschillen maar ook veel overeenkomsten zijn: geen stoepranden, soms zebrapaden, geen aangeduide oversteekplaatsen of VRI’s.’
In de tweede fase zijn 17 blinde en slechtziende mensen geïnterviewd die dichtbij een Shared Space-gebied wonen en daar regelmatig komen. ‘Omdat ze allemaal in verschillende mate zicht hebben, zijn de uitkomsten divers. De mate van zelfstandigheid speelt een grote rol; lopen ze zelfstandig, met een stok of met een hond?’
Momenteel start de derde fase, een veldstudie waarbij 24 mensen die niet bekend zijn met Shared Space-gebieden, opdrachten moeten doen. ‘We kijken naar de problemen die ze waar en wanneer tegenkomen en vragen naar het gevoel van veiligheid.’
Het onderzoek moet uiteindelijk een aandachtspuntengids opleveren voor beleidsmakers en ontwerpers. Maar ook voor mobiliteitsinstructeurs, die blinde en slechtziende mensen leren met een stok of een geleidehond te lopen. Havik: ‘Misschien moeten ze de honden wel anders trainen omdat deze veelal gefocust zijn op afbakeningen als stoepranden.’
Het onderzoek wordt gesubsidieerd door ZonMW InZicht, Visio en UMCG en duurt nog tot 2011.
Auteur: Joske van Lith
Veldonderzoek wordt onder meer gehouden in Haren
Reactie plaatsen •