Sevilla verkiest veilige sneltram boven metrodroom

Sinds de Spaanse regering in 1968 besloot dat er in Sevilla een metro moest komen, zijn alle plannen voor hoogwaardig stedelijk ov in deze stad mislukt. Maar nu is er hoop, want in 2006 gaat er een sneltram rijden. Hiermee sluit Sevilla aan bij een rij Spaanse steden waar de tram terugkeert. Barcelona en Bilbao zijn voorgegaan en binnenkort openen de tramwegen van onder meer Tenerife en Madrid. De EU betaalt royaal mee.

De Spaanse ‘tramsteden’ eisen dat de nieuwe trams er piekfijn uitzien. Elke stad zoekt een eigen, originele vormgeving. Om een breed draagvlak voor de sneltram te creëren organiseerde de stad Sevilla een jaar geleden een tram-referendum onder de 700.000 inwoners. Men kon kiezen uit vier verschillende huisstijlen en mogelijke uitvoeringen. Ruim 90 procent van de uitgebrachte stemmen ging naar de uitvoering in de meest gestroomlijnde vorm. De bestelde 17 vijfdelige lage-vloertrams zullen volgens dit design worden uitgevoerd. De 31 m lange trams, die 201 passagiers kunnen vervoeren, zijn in aanbouw bij CAF, een Spaans bedrijf dat zich ontwikkelt tot concurrent van Alstom en Siemens.
Verder spraken de Sevillianen zich uit voor een grijswitte kleurstelling voor de trams. Dit in tegenstelling tot de trend in Frankrijk, waar men de voorkeur heeft voor felle kleuren en extreme designs, zoals hoekige trams voor Marseille in scheepsarchitectuur-stijl, knalrood in Mulhouse, of witte zwaluwen op een azuren fond, zoals in Montpellier.
Opmerkelijk is ook dat de kiezers in Sevilla aangaven trams te wensen met zo groot mogelijke raampartijen en met een uitstraling van licht en ruimte. Kennelijk ziet men dit in Sevilla, waar de criminaliteit hoog is, als bijdrage aan de sociale veiligheid.
De nieuwe light-raillijn in Sevilla, met als marketingnaam Tren Suburbano (voorstadtrein) en soms ook Metro Ligero (lichte metro), wordt aangelegd op 1435 mm normaalspoor. De opening vindt plaats in 2006. De projectkosten bedragen 382 miljoen euro, waarvan 47 miljoen voor de aanschaf van het rollend materieel. Na een EU-brede openbare aanbesteding is een concessie met een looptijd van dertig jaar verleend aan een Spaans consortium, dat hiermee verantwoordelijk is voor de aanleg, exploitatie en het onderhoud van de light-raillijn. Het betreft een oost-west lijn met een lengte van 19 km tussen de binnenstad van Sevilla en de verschillende voorsteden.

Vertraging
De aanleg van een hoogwaardig ov-netwerk in Sevilla is een ware lijdensweg geweest. Vanaf 1970 is er gewerkt aan een metronet met drie lijnen, maar telkens weer bezweken tunnelwanden, mede doordat de bodem van Sevilla slapper bleek dan verondersteld. Verdere vertraging ontstond doordat zich onder de stad veel meer archeologische plaatsen bevonden dan voorzien.
Nadat Sevilla was gekozen als plaats voor de wereldtentoonstelling van 1992, werd het bouwtempo van de tunnels weliswaar opgevoerd, maar toen Expo 92 zijn poorten opende was slechts vier km tunnel gereed. Bovendien was er geen rollend materieel en dus gingen de toegangsdeuren tot de tunnel op slot. Er heeft dan ook nooit een metro gereden in Sevilla. Na tien jaar stilte is het werk aan de tunnel in 2002 hervat. Besloten werd dat de tram dan maar gebruik moet maken van het tunnelsegment. Verkeerstechnisch was dat onnodig, want bovengronds was er voldoende ruimte voor een trambaan. Politiek was het echter niet haalbaar de tunnel definitief af te schrijven.
Schrale troost is dat ook in enkele andere Europese steden tram- en metrotunnels zijn aangelegd die om allerlei redenen nimmer in gebruik zijn genomen. Voorbeelden zijn Antwerpen, Charleroi en Napels.