Schone auto’s rijden elkaar in de wielen
Wat is belangrijker: dat benzine- en dieselauto’s schoner zullen gaan rijden of dat het gehele Nederlandse wagenpark overschakelt op radicaal schone technieken, zoals bijvoorbeeld elektrisch rijden?
Volgens een onderzoek van econoom Alexander van der Vooren, die op 7 maart aan de Universiteit Utrecht op dit onderwerp promoveerde, is het probleem dat er momenteel te veel alternatieven op de markt zijn.
Overdaad schaadt
Zo zijn er hybride voertuigen en auto's op ethanol en biobrandstof, maar al die technieken vragen om een aparte aanpak. Hierdoor komt de ontwikkeling van duurzame mobiliteit in de knel te zitten, aldus Van der Vooren. 'Een overdaad aan alternatieven voor fossiele brandstoffen werkt niet', vertelt Van der Vooren. 'Voor de uitrol van nieuwe infrastructuren, zoals tankstations en oplaadpalen, is een hoop geld nodig. Consumenten zullen namelijk alleen massaal voor één van deze alternatieven kiezen als er voldoende infrastructuur voor is en als de prijs omlaag gaat. In mijn proefschrift laat ik zien dat het verstandig is opties te selecteren waarvan de één ook de opmars van de ander stimuleert. Bijvoorbeeld technologieën die gebruik maken van dezelfde infrastructuur, zoals plug-in hybrides die een opstap kunnen zijn naar volledig elektrisch rijden.'
Keuzes maken
De overheid zou volgens het proefschrift om te beginnen keuzes moeten maken over de gewenste infrastructuur. Ook al maken hybride en elektrische accu- en waterstofauto’s nu nog maar vijf procent van de verkopen uit, toch is het van belang dat er een infrastructuur komt om te kunnen opladen of om te kunnen tanken. 'Als we met zijn allen naar een duurzamere samenleving willen werken, kunnen we beter direct overstappen op auto’s die in potentie schoon zijn', concludeert Van der Vooren. 'Daarnaast is het slim als de overheid snel begint met het stellen van ambitieuze lange termijn doelen om autofabrikanten te prikkelen nieuwe en duurzame auto’s op de markt te brengen.'
Auteur: Marieke Hut
Reactie plaatsen •