Samen bouwen aan verkeersmodellen
Mark Roest, managing director VorTech:
'We moeten de diversiteit van de verkeerskundige markt benutten’
In de afgelopen maanden is een levendige discussie op gang gekomen over de organisatie rondom de landelijke en regionale verkeersmodellen. Daarbij wordt onder meer met een schuin oog gekeken naar de manier waarop Rijkswaterstaat de zaken voor de watermodellen heeft geregeld. Voor die modellen is de ontwikkeling en het beheer belegd bij het kennisinstituut Deltares.
Is iets vergelijkbaars mogelijk voor de verkeersmodellen?
De landelijke en regionale verkeersmodellen zijn, net als de landelijke watermodellen, grote en complexe stukken programmatuur en gegevens. Om dergelijke software goed te ontwikkelen en beheren zijn in hoofdzaak twee dingen nodig: vakinhoudelijke kennis en het vermogen om een groot softwarepakket professioneel te beheren. Het kennisaspect zal niemand verbazen. Om goede modelprogrammatuur te bouwen moet je alles weten over datgene wat gemodelleerd wordt. Feitelijk is dit vooral nodig bij de ontwikkeling van de modellen. Als de programmatuur er eenmaal is, wordt het kennisaspect minder belangrijk. Dan komt het veel meer aan op het vermogen om software te managen. Dat beheeraspect wordt makkelijk onderschat.
Kans op chaos
Software die niet goed wordt beheerd en onderhouden gaat op termijn ten onder aan chaos. Er komen steeds meer stukken programmatuur in terecht die niet goed doordacht zijn, een afwijkende manier van programmeren hebben, niet gedocumenteerd zijn en waarvoor geen geschikte testen bestaan. Uiteindelijk ontstaat dan een modelsysteem waarvan niemand meer echt weet hoe het werkt. Daarom durft ook niemand nog iets te veranderen uit angst dat het hele systeem in elkaar stort. Onnodig om te zeggen dat je zo’n systeem niet als basis voor je beleid wilt gebruiken. Softwaremanagement is dus van essentieel belang.
Organisatie modellen heroverwegen
Beide aspecten, kennis en softwaremanagement, waren voor de watermodellen te vinden bij een semipublieke instelling, namelijk Deltares. Dit is hét kennisinstituut voor de watersector en het heeft een grote, professionele softwareafdeling. Hoe zit dat nu bij de verkeersmodellen? Tot nu toe ontwikkelde en beheerde Rijkswaterstaat de landelijke en regionale verkeersmodellen zelf. Maar het is de vraag of dat nog wel past nu Rijkswaterstaat intensiever met marktpartijen en kennisinstituten wil gaan samenwerken. Daarom wordt de organisatie rondom de modellen heroverwogen.
Het voorbeeld van Deltares laat zich helaas niet makkelijk kopiëren naar de verkeersmodellen. De verkeerskundewereld in Nederland kent geen vergelijkbaar semipubliek instituut dat vakinhoudelijke kennis en professioneel softwaremanagement combineert. De wereld rondom verkeersmodellen in Nederland bestaat juist uit een lappendeken van bedrijven en kennisinstellingen. Die hebben allemaal waardevolle kennis en vaak ook programmatuur. Veel daarvan hebben een commerciële drive om verder te innoveren. Wijs je één van die partijen aan als verantwoordelijke voor de modellen, terwijl die partij ook een eigen belang heeft bij de software, dan roept dat onvermijdelijk weerstand op bij de rest. En daarmee wordt de innovatiekracht van het geheel aangetast.
Richting open source
Hoe het dan wel moet? Ik zou zeggen dat we de diversiteit van de verkeerskundige markt in Nederland vooral goed moeten benutten. Organiseer het zo dat alle partijen die een zinvolle bijdrage kunnen leveren, dat ook daadwerkelijk op een gelijkwaardige manier kunnen doen. Een mogelijke opzet daarvoor is om de programmatuur open source te maken. De broncode van de modellen wordt dan min of meer vrij toegankelijk voor iedereen. Ik denk dat je daar voorzichtig mee moet zijn.
Ten eerste is het nog maar de vraag hoe open source programmatuur werkt als basis voor politieke besluitvorming. Het is denkbaar dat het openstellen van de broncode ruimte biedt aan allerlei vormen van oneigenlijk gebruik, al dan niet opzettelijk. Merk in dat verband op dat ook de landelijke watermodellen nog niet als open source beschikbaar zijn gemaakt. Ten tweede is het voor de betrokken bedrijven niet altijd makkelijk om een goed business model te definiëren op basis van open source. Die partijen zullen terughoudend zijn om hun eigen ontwikkelingen met de hele wereld te delen. Op die manier kan open source de kennisuitwisseling juist hinderen. En zo zijn er nog wel meer haken en ogen aan open source.
Gulden middenweg
Ik wil dan ook pleiten voor een vorm die het midden houdt tussen de huidige situatie en een open source oplossing: open source in een gated community. Hierbij deel je de programmatuur binnen een goed gedefinieerde groep betrokkenen die met elkaar afspraken hebben gemaakt over wat er wel en niet mag met de programmatuur. Als die afspraken heel licht zijn, dan is het vrijwel hetzelfde als open source. Zijn ze heel beperkend dan is het feitelijk een gesloten systeem. Op die manier behoud je wel de controle maar kun je toch gaan experimenteren met meer open oplossingen.
Ga je complexe software met meerdere partijen delen, dan moet het beheer wel goed zijn geregeld. Bij de watermodellen is in de jaren 90 een grote inspanning geleverd om ze softwaretechnisch te standaardiseren. Daardoor kon het beheer via aanbestedingen in de markt worden gezet, voordat het uiteindelijk bij Deltares is belegd. Wellicht is het in deze tijd financieel een brug te ver om de verkeersmodellen in één keer helemaal te standaardiseren, maar ik denk dat tenminste het maken van goede afspraken over toekomstige ontwikkelingen een noodzakelijke stap is. En ook daarvoor biedt een georganiseerde groep betrokkenen een prima platform. Het stelt de Nederlandse verkeerskundigen en belanghebbenden in staat om samen te bouwen aan de verkeersmodellen van morgen.
Auteur: Margriet Verhoog
Foto ANWB/AVD
Reactie plaatsen •