Rijkswaterstaat zal kiezen voor efficiencywinst
Meer markt, meer decentraal. Dat is bij beheer en onderhoud van Rijkswegen dé toekomst, zo meent Marcel Steenis van de Grontmij. Samen met Henk Kersten van Rijkswaterstaat vergeleek hij werkprocessen in Nederland en het Verenigd Koninkrijk.
De Engelse Highways Agency doet in vergelijking met Rijkswaterstaat veel meer ‘de was de deur uit’. Districtsgewijs worden inspectie, inventarisatie en beheer en onderhoud van wegen per tender aan de markt toebedeeld. Grote ingenieursbedrijven tekenen voor de planningscyclus in een bepaald gebied. Zo’n prominente marktrol, waartoe het Verenigd Koninkrijk al zo’n tien jaar geleden besloot, voorziet Steenis wegens de mogelijke efficiencywinst ook voor Nederland.
De Engelse marktgerichte praktijk van adviesplanning voor onderhoud bestaat in Nederland nu als uitzondering alleen bij kunstwerken. Zo laat de Dienst Infrastructuur inspecties, de analyse daarvan en planningsadviezen voor bruggen, tunnels en dergelijke aan de markt over. ‘Binnen Rijkswaterstaat is dat voor de rijkswegen nu nog ‘vloeken in de kerk’, meent Steenis maar op den duur zal de ‘Engelse’ tendens hier doorzetten, taxeert hij. Tegelijk betekent dat volgens hem een sterkere rol voor de decentrale RWS-districten.
De Engelse observaties waren gespreksthema in de workshop ‘Herijking van de verhouding markt - Rijkswaterstaat’ die 16 juni plaatsvond tijdens het congres Partnerprogramma Infrastructuur Management.
Auteur: Joske van Lith
Reactie plaatsen •