Remlicht op voorruit en snelheid op achterruit
Na BOB een nieuwe 'Belgenvondst'? Net als de ‘bewust onbeschonken bestuurder’ zijn ook een groen remlicht voorop en elektronische snelheidsvermelding achterop de auto als Belgische veiligheidstrouvailles rijp voor export naar landen van de Europese Unie. Dat vindt Karel Debaillie, ondernemer in het Westvlaamse Moeskroen bij Doornik.
Debaillie 'doet' met zijn bedrijf Kadeb in dierlijke vetten en plantaardige oliën, maar zijn ideeën mogen daarom niet minder serieus worden genomen, vindt hij. 'Toen Rudolph Diesel zijn motor uitvond, draaide die aanvankelijk op plantaardige oliën. Dus zo vergezocht is het nu ook weer niet.' Hij verwierf ten slotte ministeriële toestemming voor een proef met een extra, achter de voorruit gemonteerd groen remlicht op een kleine dertig auto's van leden van de Vlaamse verkeersveiligheidsclub Young Responsible Drivers. Daarmee heeft Debaillie erkenning gevonden voor ideeën waarover hij al in 1990 met het toenmalige Veilig Verkeer Nederland correspondeerde.
Debaillie spreekt van een 'hoffelijkheidslicht', maar volgens een studie van het Centrum voor Beleidsmanagement in Diepenbeek zou bij landelijke introductie ook een verkeersveiligheidseffect optreden. Het aantal verkeersdoden (voor heel België nu tegen de 1500) zou met circa dertig kunnen dalen, het meest onder tweewielers, gevolgd door autobestuurders en -inzittenden. Pluspunt van een groen remlicht aan de voorzijde noemt Debaillie dat verkeersdeelnemers vóór de auto, zoals wachtenden bij een zebra, eerder kunnen zien of een auto wel of niet voor hen remt. Ook bij politiecontroles (staandehoudingen), bij het rijden in files (ritsen) en voor van rechts komend verkeer kan het groen licht snel duidelijk maken wat de automobilist van plan is. Nu Responsible Young Drivers inmiddels bijna een jaar met het groene remlicht rondrijden, is het volgens Debaillie tijd voor een evaluatie. Daarvoor wil hij in zee gaan met de Vlaamse vestiging van TNO.
Scepsis
De Nederlandse verkeerspsycholoog Cees Wildervanck reageert sceptisch. Het groene licht mag 'hoffelijk' zijn, maar hoe er verkeersdoden mee 'uitgespaard' kunnen worden, is hem op voorhand niet duidelijk.
Het Belgisch onderzoeksinstituut zou volgens Debaillie tevens de ervaringen met de KAD moeten vaststellen: de permanente digitale kilometeraanduiding aan de achterkant van een (vracht)auto. Op een wat bescheidener schaal (het Vlaams ministerie gaf hiervoor namelijk géén toestemming) rijden in Vlaanderen twee vrachtwagens en één Mercedes Smart met een dergelijk display in de achteruit. Deze geeft op basis van GPS-informatie continu de feitelijke rijsnelheid weer én - middels een oplopende rij lampjes - de (mate van) vertraging van het voertuig. Bij een noodstop licht een oranje kader rond de display op. 'Effectiever dan de gewone noodverlichting die je toch altijd eerst handmatig moet bedienen', meent Debaillie.
Voor de KAD gaf het Vlaamse ministerie van mobiliteit geen officiële toestemming omdat achteropkomend verkeer te veel zou worden afgeleid. Dat is ook precies de reden waarom Wildervanck weinig in de KAD ziet: 'Je let als automobilist op grootschalige bewegingen en disharmonieën daarin. Het zou het verkeer eerder onrustiger maken dan dat het nuttige informatie toevoegt', meent hij.
Wat zin en onzin van een groen remlicht en de permanente snelheidsvermelding zijn, kan de Nederlandse SWOV niet aangeven. De onderwerpen liggen volgens voorlichter Patrick Rugebregt te ver van het eigen wetenschappelijk onderzoeksterrein om daarover iets te kunnen 'roepen'. Ook het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) in Brussel kijkt de kat uit de boom. 'Geen scepsis, maar wel een afwachtende houding', licht woordvoerder Werner De Dobbeleer van het BIVV toe. Hij erkent dat de huidige experimentschaal ontoereikend is om volgend jaar al harde conclusies te kunnen trekken. Echter, bij slechts de geringste aanwijzing dat er van een positief effect sprake zou kunnen zijn, zal de BIVV grootschaliger vervolgonderzoek bepleiten, zo belooft hij.
Reactie plaatsen •