Provincies worstelen met zeggenschap stadsvervoer
De minister van Verkeer en Waterstaat heeft op 1 januari een punt gezet achter de autonome bevoegdheid van middelgrote steden om zelf hun stadsvervoer te regelen. Nu hun zogeheten VOC-status is ingetrokken, mogen deze gemeenten geen concessies meer verlenen, wijzigen of intrekken. Wel mogen ze bestaande concessies uitdienen. De zeggenschap over het lokale ov is overgeheveld naar de provincies, die er verschillend mee omgaan.
Almere en Lelystad blijven bijvoorbeeld baas over de eigen stadsbus. De provincie Flevoland hevelt de bevoegdheden meteen weer terug naar de gemeenten. Provinciaal medewerker Barry Rijnbeek vindt lokale aansturing beter aansluiten op de schaal en aard van het vervoer. ‘Je moet decentraal doen wat decentraal kan.’ Hij doelt op de ‘eigen’ vrije busbanen in Almere en de bereidheid in Lelystad om eigen geld in het ov te steken.
‘Waarom zouden wij dan dwarsliggen? Bovendien is er bij ons maar een beperkte integratie van stads- en streeklijnen.’
Die verwevenheid is er volgens de provincie Zuid-Holland wel tussen het stadsnet van Leiden en het omliggende streekvervoer. Zuid-Holland trekt daarom juist wel de bevoegdheden van het stadsvervoer naar zich toe en gaat ook zelf aanbesteden. Volgens Kees Rotteveel van de gemeente Leiden is het in de praktijk echter nooit een probleem geweest om de bevoegdheden voor stads-en streeklijnen te scheiden. ‘Ov is belangrijk in het totale gemeentelijke verkeer- en vervoerbeleid. Denk aan de relatie met parkeren. Je betrokkenheid met het ov is ook groter als je er zelf financieel belang bij hebt. De provincie betrekt ons wel bij het aanbesteden en beheren van de nieuwe concessie, maar de gesprekken over de uiteindelijke positie van Leiden moeten nog beginnen.’
Tussen stad en provincie Groningen blijft alles bij het oude, aldus Cor van der Klaauw van de gemeente Groningen. ‘Bevoegdheden zijn voor onbepaalde tijd doorgedecentraliseerd, inclusief budgetrecht. De stad heeft een belangrijke positie in de regio. Bovendien staan wij als gemeente dichter bij de burger. Ik vind het onbegrijpelijk dat nog zo veel provincies de verantwoordelijkheid grotendeels naar zich toetrekken.’
De provincie Gelderland overweegt de formele verantwoordelijkheid bij de provincie neer te leggen, maar het dagelijkse beheer van het stadsvervoer over te laten aan de gemeente Apeldoorn. Hinnie Bolt van de gemeente Apeldoorn heeft vanwege het actieve lokale ov-beleid een voorkeur voor doordecentraliseren, maar denkt er met de provincie wel uit te
komen. ‘Zij willen innovatieve dingen doen, wij ook. Ons tariefexperiment - inmiddels vast beleid - blijft gewoon bestaan. De reizigersgroei heeft gezorgd voor een hogere rijksbijdrage in 2003 en 2004. Die kunnen provincie en gemeente in tijden van bezuinigingen ook best gebruiken.’
Peter Tomassen van de provincie Overijssel heeft bij de aanbesteding van de Deventer stadsbus nog stilzwijgende afspraken gemaakt over de gemeentelijke betrokkenheid. Met Zwolle streeft hij ernaar in een overeenkomst vast te leggen wie welke bevoegdheid heeft inzake het stadsvervoer, waarbij de gemeente kan rekenen op een belangrijke rol. De eindverantwoordelijkheid blijft dan wel bij de provincie. ‘ Als die overeenkomst er ligt, maken we ook met Deventer en Kampen vaste afspraken.’
Streep
In Noord-Brabant is men er nog niet uit. Tilburg, Breda en Den Bosch blijven graag bevoegd, terwijl de provincie neigt naar regionale concessies. Noord-Holland opteert na de gezamenlijke aanbesteding met Alkmaar ook in Haarlem en Hilversum voor een gezamenlijk opdrachtgeverschap. Zeeland en Drenthe hebben geen VOC-steden. In Friesland en Utrecht mogen de aanbesteders van het eerste uur - Leeuwarden en Amersfoort - hun lopende concessies tot 2008 gewoon uitzitten. Evenals Maastricht, waar beleidsmedewerker Paul Jansen zich flink ergert over de manier waarop het ministerie zomaar een streep haalt door gemeentelijke bevoegdheden, hoewel hij bereid is een convenant te sluiten met de provincie over samenwerking. ‘Ov is primair kansrijk in stedelijk gebied. Alleen daarom al snap ik weinig van de handelwijze van de minister.’
De VOC-steden blijven in elk geval nog twee jaar als belangenclub bijeen.
Reactie plaatsen •