Provincies maken werk van sociale veiligheid in bus
De provincie Limburg kiest een nieuwe weg in de aanpak van sociale veiligheid in het openbaar vervoer. De besteding van ruim drie ton aan rijksgelden staat nadrukkelijk in het teken van risicomanagement. Dat wil zeggen: aanpak van de zwaarste incidenten, risicolijnen en haltes. En zorgen dat ‘lichte’ incidenten niet uitgroeien tot ‘zware’. De provincie Gelderland investeert vier ton met name aan training van de weerbaarheid van chauffeurs en het veiliger maken van afgelegen haltes.
Met tonnen rijkssubsidie starten de provincies projecten om onder meer agressie, vandalisme en zwartrijden tegen te gaan. Albert Jacobs van busvervoerder Hermes , de grootste concessiehouder in de regio, zegt daarover:’Hoewel de risico’s in de Randstad anders zijn komt ook in Limburg sociale onveiligheid voor. Het aantal incidenten lijkt zich te stabiliseren, maar het aantal zware incidenten daarin groeit. Zware incidenten zijn strafbare feiten, zoals bedreiging van buschauffeurs met pistolen of pepperspray en het uitdelen van rake klappen.’ De provincie kiest nadrukkelijk voor het ontwikkelen van risicomanagement: het analyseren van kans en ernst van sociale onveiligheid en gerichte aanpak van de zwaarste risico’s. Maar ook zorgen dat lichte risico’s niet uitgroeien tot zware problemen. Ter bestrijding van het eerste worden er nieuwe en meer camerasystemen in de Hermes-bussen geplaatst en wordt er geïnvesteerd in extra toezicht door eigen personeel. Deze buitengewoon opsporingsambtenaren kunnen zonodig processen verbaal uitdelen in bussen. Daarnaast bezoekt de busvervoerder Limburgse basisscholen om de leerlingen van groep acht met het programma ‘Doe Effe Normaal’ voor te lichten over hoe vandalisme en agressie ontstaan, welke rol groepsdruk hierbij speelt en om te informeren over (de gevolgen van) vandalisme en agressie in de bus. Eerdere maatregelen in Limburg tonen een bescheiden positief effect op de veiligheidsbeleving van reizigers. In 2003 scoorde het veiligheidsgevoel bij de buspassagier een 7,2, terwijl dat het jaar ervoor 7,0 was. Het streefcijfer voor de komende vier jaar is 7,65. Ook de veiligheid op de haltes ging licht vooruit, van een 6,9 naar een 7,0.
Zelfsturende buschauffeurs
De veel kleinere Limburgse busvervoerder Limex , dochter van de Stadsbus Maastrichtgroep (SBM), 12 bussen en rond de veertig chauffeurs, krijgt ook een deel subsidie (35.000 euro), maar kent volgens woordvoerder Lude Wijnands géén problemen met sociale veiligheid. Vreemd? ‘Nee’, legt Wijnands uit, ‘dat komt door ons organisatiemodel. Wij hanteren het zelfsturende principe. Dat gaat (bovenaan) uit van de klant, dan komt de chauffeur, dan een tijd niets en dan is er één directeur die uitsluitend facilitair actief is. De chauffeurs rijden hun vaste route, maken hun eigen rooster, doen zelf aan marketing en hebben een bijzonder sterke band van de passagiers. Agressie komt (statistisch gezien) niet voor. Maar je moet er wel aan blijven werken.’ Het geldbedrag voor Limex wordt besteed aan vervanging van de 12 camera’s achter in de bussen. Volgens Wijnands is de succesfomule ook (deels) toepasbaar in grotere bedrijven, als het personeel in kleine units wordt verdeeld en chauffeurs op vaste lijnen kunnen of willen rijden.
Sociale weerbaarheid
De provincie Gelderland legt bij de besteding van de gelden de nadruk op training. De sociale weerbaarheid van chauffeurs wordt aangescherpt, zodat zij onveilige situaties vroeg kunnen herkennen en voorkomen. Verder is er veel aandacht voor de zogenaamde ‘perifeer gelegen bus- en treinstations’. Plekken die weinig sociale controle kennen en daardoor als onveilig worden ervaren. Hier komt bijvoorbeeld betere verlichting.
Op station Apeldoorn voert de provincie, met de gemeente een onderzoek uit naar de veiligheid in de stationsomgeving. Daaraan doen vrijwel alle betrokken partijen mee. Dus: politie, NS, busmaatschappijen, winkeliers, maar ook projectontwikkelaars en een naburige scholengemeenschap. Hiervoor draagt de provincie 40.000 euro uit eigen middelen bij. Het project moet in het najaar resulteren in een concreet draaiboek over bijvoorbeeld toezicht, samenwerking tussen gemeente, provincie, vervoerders en politie, het stimuleren van informeel toezicht (de ogen en oren van reizigers) en het onderhoud en beheer van het station.
Reactie plaatsen •