PRIOS pakt onveilige situaties aan (VK 3/2010)
Erik Donkers, VIA / Jet van Essen, Provincie Zuid-Holland
Een samenvatting van dit artikel is gepubliceerd in Verkeerskunde 3/2010
We weten het allemaal: het gaat goed met de verkeersveiligheid in Nederland. In het Strategisch Plan voor de Verkeersveiligheid stelt de minister van Verkeer en Waterstaat het duidelijk. Maar vooral geeft hij aan dat dit succes niet wegneemt dat we in Nederland nog steeds een grote ambitie hebben. Immers: het feit dat we koploper zijn in het verbeteren van de verkeersveiligheid wil niet zeggen dat we ons neerleggen bij het feit dat er ieder jaar nog honderden doden en duizenden gewonden in het verkeer te betreuren zijn.
Het wordt steeds moeilijker successen te boeken. Zoals al vaker vermeld: het laaghangend fruit is geplukt. Goed voorbeeld hiervan is de succesvolle aanpak van de verkeersonveiligheidsconcentraties. De meeste echte gevaarlijke punten zijn inmiddels wel aangepakt. We zullen daarom op zoek moeten gaan naar nieuwe methoden, technieken en aanpakken om de bronnen van verkeersonveiligheid in beeld te krijgen en om tot goede sets van maatregelen te komen.
PRIOS is een innovatieve methodiek, in opdracht van de provincie Zuid-Holland ontwikkelt door adviesbureau VIA, die zich richt op het vinden van aan te pakken ongevallenlocaties. PRIOS staat voor “PRIoriteit Ongevalcluster via Scenario’s”. Essentie is dat niet het aantal ongevallen of de locatie centraal staat maar het type ongeval, het scenario. Een scenario is een soort ongeval, bijvoorbeeld een frontale botsing of een ongeval met links afslaand verkeer. Door ongevallen toe te kennen aan een scenario worden verbanden tussen dezelfde soort ongevallen in beeld gebracht. Dit geeft wegbeheerders de mogelijkheid om een infrastructurele maatregel toe te snijden op het soort ongevallen dat veel voorkomt op die locatie of route.
Tweede kenmerk is dat de PRIOS methodiek er op is gericht dat iedere wegbeheerder op zijn eigen niveau mee kan doen. Deze lokale benadering is belangrijk omdat de wegbeheerders van verschillende grootte het aantal ongevallen op hun wegennet ook anders ervaren. Doordat grote en kleine gemeenten, ieder op haar eigen niveau, mee kan doen, ontstaan meer mogelijkheden voor een regiobrede aanpak en uitvoering van projecten.
In dit artikel worden zowel de methodiek als de toepasbaarheid daarvan, en de eerste ervaringen in de provincie Zuid-Holland beschreven.
Scenario’s
Een ongevalscenario beschrijft een ongevalsituatie op een specifieke locatie in een bepaalde omstandigheid. De specifieke locatie wordt bepaald op basis van verschillen in de combinatie van functie, vormgeving en gebruik. Denk hierbij aan verschil in snelheid, doorstroming, toegestane conflictbewegingen, scheiding van verkeerssoorten, samenstelling en intensiteiten van het verkeer.
Uit de praktijk (wegbeeldstudies en risicocijfers) blijkt dat onderscheid naar verschillende wegtypen het beste resultaat oplevert. De PRIOS-methodiek, zoals toegepast in Zuid-Holland, maakt daarom onderscheid in de ongevallen op gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen, waarbij gebiedsontsluitingswegen meer als routes worden benaderd en de erftoegangswegen als gebieden. De oplossingsrichtingen voor een specifiek probleem kunnen hierdoor gerichter ingezet worden. Een voorbeeld hiervan is de aanpak van een verblijfsgebied of ontsluitingsroute van een wijk waar een specifiek scenario een grote rol speelt in het aantal ongevallen. De oplossingsrichtingen kunnen dus duidelijk verschillen per wegtype.
De ongevalsituatie in een bepaalde omstandigheid werd vanuit de AVOC-studies vaak afgeleid uit het manoeuvre. Deze informatie komt door de veranderde registratie steeds minder voorhanden. Daarom wordt bij PRIOS gebruik gemaakt van een combinatie van ongevalkenmerken die in algemene zin het manoeuvre beschrijven. De ongevalkenmerken die de methodiek gebruikt zijn: voorafgaande beweging, voorgenomen beweging en het aangrijppunt. Dit leidt uiteindelijk tot 23 scenario’s, verdeeld over 7 hoofdgroepen, op gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen.
Clusters
Bij het bepalen van black spots wordt uitgegaan van de relatie in de oorzaak van het ontstaan van de ongevallen op een specifiek punt. Op basis van deze relatie kan een gerichte aanpak voor het verbeteren van de verkeersveiligheid op dit punt worden opgesteld. Ook bij PRIOS wordt gezocht naar de relatie in de oorzaken van het ontstaan van de ongevallen, maar met onderscheid naar de scenario’s. Om de relatie tussen de ongevallen aan te geven worden ongevallen van een zelfde scenario die binnen een bepaalde afstand van elkaar liggen geclusterd. Hierdoor worden de locaties bepaald waar de ongevallen in een scenario een grote samenhang vormen. Door empirisch onderzoek is een logaritmische formule opgesteld die bepaalt dat op gebiedsontsluitingswegen (de routes) de maximale afstand tussen ongevallen 500 meter is, waarbij de oorzaak van de ongevallen nog aan elkaar gerelateerd is. Voor de erftoegangswegen (de gebieden) toont het empirisch onderzoek dat het aantal ongevallen in het betreffende scenario en de grootte van de gemeente bepalend zijn voor de maximale afstand waarbij de oorzaak van de ongevallen nog gerelateerd is aan elkaar. De clusters die ontstaan worden vervolgens op kaart afgebeeld.
Prioriteren scenario’s
Van de 23 beschikbare scenario’s zijn er meestal 5 of 6 die samen verantwoordelijk zijn voor tenminste 50% van alle slachtofferongevallen in een regio. Dit bleek uit de interpretatie van de eerste PRIOS resultaten. De ongevallen in deze scenario’s bieden een concreet aanknopingspunt voor het ontwikkelen van een aanpak. Overigens verschilt het per regio welke scenario’s een belangrijke rol spelen. De scenario’s zijn op basis van de locaties van de clusters en de probleemdefinitie verder geanalyseerd. Hierbij is gezocht naar zowel losse clusters als routes die door het aantal ongevallen of het specifieke scenario aanleiding geven tot verder onderzoek.
Naast de analyse van de scenario’s die samen tenminste 50% van de ongevallen bevatten zijn ook alle scenario’s afzonderlijk geanalyseerd. Een specifiek scenario kan in het totaal aantal ongevallen slechts een klein aandeel hebben, maar als de ongevallen van dat scenario geconcentreerd zijn op een locatie, zijn deze ook kansrijk om verder te onderzoeken.
Prioriteren Clusters
Naast de scenario’s die gezamenlijk de meerderheid van de ongevallen bevatten worden ook de afzonderlijke clusters in ieder scenario geprioriteerd. Hiermee wordt in beeld gebracht welke clusters kanrijk zijn om infrastructurele maatregelen te treffen. Belangrijkste kenmerk bij deze prioritering is dat deze onafhankelijk is van de grootte van de gemeente. Een cluster met 3 ongevallen in een kleine gemeente kan net zo belangrijk zijn als een cluster van 10 ongevallen in een grote gemeente. Deze lokale benadering is een van de belangrijkste kenmerken van PRIOS. Wegbeheerders van verschillende grootte ervaren immers het aantal ongevallen op hun wegennet en het effect daarvan anders.
Stap 3: Verkeersveiligheidsprofiel
Waarom een verkeersveiligheidsprofiel?
Om sturing te geven aan het concreet en integraal aanpakken van de verkeersveiligheid is een duidelijk kader nodig. Dit kader moet op alle niveaus richting geven aan het uitvoeren van concrete projecten ter verbetering van de verkeersveiligheid op het gebied van infrastructuur, communicatie, educatie en handhaving. Naast een provinciaal en regionaal kader moet er ook ruimte zijn voor de lokale projecten. Het totale kader wordt gevormd door het verkeersveiligheidsprofiel. Voor het samenstellen van de clusters in PRIOS wordt gebruik gemaakt van het gehele ongevallen bestand.
Opbouw van het verkeersveiligheidsprofiel
Strategisch niveau
Dit is het provinciale niveau van het profiel. Naast het eigen operationeel niveau heeft de provincie een strategische taak. Op basis van PRIOS is het binnen het profiel mogelijk voor de provincie om juist die scenario’s die verantwoordelijk zijn voor het grootste aandeel van de slachtofferongevallen binnen de provincie prioriteit te geven bij de aanpak van verkeersveiligheid. Door deze strategische keuze wordt de lokale operationele uitvoering in een bepaalde richting gestuurd.
Tactisch niveau
Door het specificeren van provinciale kaders gericht op de afzonderlijke regio ontstaat een ongevallenbeeld waarbinnen de wegbeheerders hun infrastructurele projecten met elkaar afstemmen tot een meerjarenprogramma dat concrete projecten bevat.
Operationeel niveau
Voor ieder regio afzonderlijk zijn binnen het profiel de scenario’s gebruikt die ten minste 50% van de slachtofferongevallen bevatten. Samen met de eventuele kansrijke clusters is dit voor de regio het startpunt van verder onderzoek om te komen tot een concreet oplossinggericht infrastructureel project.
Het aspect van een regionale benadering is een belangrijke aanvulling op de lokale verantwoordelijkheid. De methodiek PRIOS geeft de individuele wegbeheerder diverse aanknopingspunten voor het verbeteren van de verkeersveiligheid.
Samenwerken op het gebied van educatie is regionaal al wel ingebed. Op het gebied van infrastructuur is elke wegbeheerder afzonderlijk verantwoordelijk voor haar wegen en heeft daarom ook sterk de behoefte om op eigen wijze invulling te geven aan infrastructurele aspecten. Maar door het gezamenlijk oppakken van grensoverschrijdende infrastructurele aspecten ontstaan veel kansen om uniformiteit en herkenbaarheid te krijgen op het regionale wegennet. Uit de implementatie in Zuid-Holland kwam wel duidelijk naar voren dat op het gebied van infrastructuur men duidelijk zoekend is naar een manier waarop dit kan zonder afbreuk te doen aan de lokale identiteit van de wegbeheerder.
Door ontwikkeling van het verkeersveiligheidsprofiel
Naar gelang de wensen van de wegbeheerders kan het verkeersveiligheidsprofiel (zoals de provincie Zuid-Holland voorstelt) worden uitgebouwd op basis van de voorhanden zijnde databestanden en onderzoeksrapportages zoals bv. de ongevallenbestanden, uitkomsten PROV, onderzoeken naar rijden onder invloed, landelijke handhavingsmonitor en de rapportages over de effecten van de publiekscampagnes. Uit de implementatie van PRIOS in Zuid-Holland is ook duidelijk naar voren gekomen dat het mede specificeren van handhaving en mensgerichte maatregelen op basis van PRIOS ook tot de mogelijkheden behoort. De methodiek levert een bijdrage voor het ontwikkelen van een verkeersveiligheidsaanpak.
Op basis van het verkeersveiligheidsprofiel worden de doelen en projecten voor meerdere jaren vastgelegd. Door na de uitvoeringsperiode opnieuw de ongevalgegevens te analyseren is te zien of de gekozen aanpak succesvol is geweest. Op deze wijze is het mogelijk om de verkeersveiligheid te monitoren en het regionale beleid in combinatie met de uitgevoerde projecten te evalueren.
Het verkeersveiligheidsprofiel heeft hiermee uiteindelijk dus drie belangrijke doelen:
1 Prioriteiten benoemen op zowel strategisch, tactisch als operationeel niveau;
2 Ondersteuning bij het opstellen van een kader voor projecten in relatie tot subsidieverstrekking;
3 Verkeersveiligheid monitoren en maatregelen en beleid in de regio evalueren.
Stap 4: Aan de slag
Aan de hand van de scenario’s worden clusters geselecteerd die kansrijk zijn om aan te pakken. Een nadere analyse van de ongevallen en de infrastructuur geven de kaders voor de concrete aanpak van het gebied. Belangrijk bij de aanpak van verkeersveiligheid is te realiseren dat niet elke locatie het zelfde is en de lokale kennis en situatie ter plaatse bepalend zijn voor het opstellen van maatregelen.
Om PRIOS toegankelijk te maken voor iedere wegbeheerder zal PRIOS beschikbaar komen als module in het digitale platform ViaStat. Dit geeft de wegbeheerder het uitgangspunt voor een verdere aanpak van de verkeersveiligheid met de andere beschikbare informatie binnen ViaStat zoals de ongevalkenmerken, wegkenmerken en Speed Profiles.
De wegbeheerder kan hiermee een nadere analyse uitvoeren voor het kansrijke gebied of een kansrijke route. Op basis van de aanvullende informatie en zijn lokale kennis kan de wegbeheerder vervolgens een zo uniform mogelijke maatregel selecteren voor de kansrijke locaties of routes in zijn gebied. Om de effectiviteit van de maatregelen te berekenen kan de wegbeheerder gebruik maken van de VVR- GIS (Verkeersveiligheidsverkenner).
Regionale betrokkenheid en samenwerking
PRIOS geeft twee duidelijke voordelen als het gaat om de betrokkenheid en samenwerking in de regio op het gebied van verkeersveiligheid. Op de eerste plaats zijn er door de weging van de clusters in iedere gemeente en voor iedere wegbeheerder mogelijkheden voor een concrete aanpak van de verkeers(on)veiligheid.
Het tweede voordeel zit in de aanpak van de infrastructuur. Bij het zoeken naar een aanpak voor de verkeersveiligheid is de relatie tussen de weginrichting en het scenario van groot belang. De weginrichting is voor een groot deel bepalend voor het gedrag van bestuurders. Doordat je weet welk soort scenario verantwoordelijk is voor een groot deel van de ongevallen kun je gericht de weginrichting analyseren op factoren die van invloed zijn. Daarnaast zal één scenario vaak spelen in meerdere gemeenten. Door een gezamenlijke aanpak van infrastructuur ontstaat de mogelijkheid voor meer uniformiteit bij de aanpak en herkenbaarheid van de verkeerssituatie in de regio.
Provincie Zuid-Holland voorloper bij PRIOS aanpak
De provincie Zuid-Holland wil haar regio’s blijven motiveren om de gestelde doelen op het gebied van verkeersveiligheid te behalen. Kern bij deze aanpak is dat iedere wegbeheerder op eigen niveau een bijdrage kan leveren aan de verkeersveiligheid. Hiervoor is het project “Aandacht verkeersveiligheid bij wegbeheerders” opgezet. Het doel van dit project is om ‘extra aandacht te besteden aan locaties waar door middel van infrastructurele maatregelen het aantal ongevallen kan worden teruggedrongen’. PRIOS geeft de Regionale Projectgroepen Verkeersveiligheid (RPV) in Zuid-Holland deze mogelijkheid. Door de scenario benadering kan een concrete aanpak worden gerealiseerd voor zowel gebieden als routes in de verschillende regio’s. Door een koppeling van educatieve en handhavingsmaatregelen met de infrastructurele aanpak wordt een optimale aanpak van de verkeersveiligheid gecreëerd.
Provincie Zuid-Holland zal in 2010 een nieuw meerjarenplan opstellen. Het verkeersveiligheidsprofiel voor infrastructurele maatregelen zal daarin worden opgenomen, gekoppeld aan een profiel voor gedragsbeïnvloeding. Samen met de regio’s en de gemeenten werkt de provincie aan een verdere operationalisering van de verkeersveiligheidsprofielen.
PRIOS staat niet stil!
Methodische ontwikkeling
De basis voor de PRIOS methodiek is naast de ongevalgegevens de wegfunctie. In de praktijk is gebleken dat de functie die de wegbeheerders zelf aanleveren vaak niet compleet is of een toekomstig beeld weergeeft. Hierdoor kan de toedeling van de ongevallen onjuist zijn. VIA heeft er daarom voor gekozen om bij de verdere inzet van PRIOS gebruik te maken van het wegtype zoals die in Tele-Atlas wordt gebruikt.
Het wegtype in Tele-Atlas is gebaseerd op het werkelijke gebruik van de weg in plaats van een functionele wegcategorisering. Hierdoor wordt de toedeling van de ongevallen verbeterd. Door de huidige situatie te baseren op de werkelijke situatie is het ook makkelijker om te zien waar de aanpassing van de wegfunctie / weginrichting de meeste reductie van ongevallen kan betekenen.
Praktische ontwikkeling
VIA heeft als doorontwikkeling van de methodiek een aanvullende stap ontwikkeld die vanuit PRIOS de wegbeheerders begeleid bij het opstellen van concrete projecten ter verbetering van de verkeersveiligheid. De basis hiervoor zijn de scenario’s uit het verkeersveiligheidsprofiel.
Op basis van het verkeersveiligheidsprofiel wordt een top 10 aan meest kansrijke routes of gebieden opgesteld. Hiervoor worden die wegvakken geselecteerd waar de verhouding tussen het aantal ongevallen, de weglengte en de hoeveelheid scenario’s die een rol spelen op dit wegvak optimaal is. Aan de hand van een visuele inspectie op de Duurzaam Veilig wegkenmerken is het voor de wegbeheerder vervolgens mogelijk om de aanpak van het wegvak te bepalen voor vormgeving, functie of gebruik van de weg, en om de concrete maatregelen uit te werken.
Auteur: Margriet Verhoog
Reactie plaatsen •