Platform gaat minister adviseren over betalen voor autogebruik
Een platform, bestaande uit diverse maatschappelijke organisaties, gaat de komende maanden de mogelijkheden uitzoeken om betaald rijden in te voeren. Uiterlijk mei 2005 moet het platform een advies uitbrengen aan verkeersminister Peijs, die daarna dit onderwerp verder uitwerkt en kant-en-klaar wil hebben voor het volgend kabinet. Het platform komt onder leiding te staan van oud-directeur van de ANWB, de heer Nouwen, die zich in het verleden als fel tegenstander van rekeningrijden heeft laten zien.
Dit maakte de minister bekend tijdens de presentatie van de langverwachte nota Mobiliteit, waarin het nationale verkeer- en vervoersbeleid voor de periode tot 2020 wordt geschetst. Voor de periode 2010 tot 2020 is zo’n tachtig miljard euro vrijgemaakt voor de plannen uit de nota Mobiliteit. Toch is dit onvoldoende om ook alle knelpunten aan te pakken en is prijsbeleid volgens de minister onvermijdelijk. Het platform is opgericht om te zorgen dat een breed maatschappelijk draagveld ontstaat voor de voorstellen. In dit forum zitten onder meer de ANWB, VNO-NCW en Stichting Natuur en Milieu, die gezamenlijk aan de slag moeten gaan. Indien onverhoopt geen advies wordt geformuleerd, wil de minister zelf aan de slag. 'Als er geen draagvlak is te vinden, zal ik zelf met een plan komen', aldus Peijs. Haar keuze om de voormalige ANWB-directeur als trekker van het platform aan te stellen, heeft volgens haar te maken met het zoeken naar een breed draagvlak. 'Als Nouwen zegt dat het autogebruik moet worden beprijsd, dan vindt heel Nederland dat.'
Net als bij de nota Ruimte is ook bij de nota Mobiliteit de economische ontwikkeling de rode draad. Dit betekent dat de mobiliteit niet wordt afgeremd maar zoveel mogelijk in banen zal worden geleid. De bereikbaarheid van de mainports Schiphol en de haven Rotterdam krijgen prioriteit en van de hoofdwegen worden de A2, A4 en A12 (de zogeheten ‘triple A’) ontwikkeld tot de belangrijkste hoofdassen.
Opvallend is verder dat de minister belooft dat er in 2020 sneller én veiliger kan worden gereden op álle knelpunten in Nederland ten opzichte van nu. Dit betekent niet dat er geen files meer zullen zijn, maar dat die beperkter zijn. Een automobilist mag, aldus de nota Mobiliteit, er op de snelweg maximaal anderhalf keer zo lang over doen als wanneer er vrijbaan is. Op de N-wegen geldt dat een automobilist er in de spits niet meer dan twee keer zo lang over mag doen als wanneer hij in de daluren rijdt.
Ook na 2010 komt er relatief veel geld voor het onderhoud van wegen (10 miljard euro). Voor nieuwe projecten is zo’n 14,5 miljard euro beschikbaar. Hiervoor zal zo’n duizend kilometer extra asfalt worden aangelegd. Dat hiermee een ‘asfaltnota’ is gemaakt, spreekt de minister tegen. 'Het klopt dat het accent op wegen ligt, maar er wordt ook geïnvesteerd in het spoor.' De nadruk ligt hierbij ook op onderhoud, waarvoor 13,4 miljard euro is gereserveerd. Voorts blijven de plannen, zoals de Hanzelijn en de Zuiderzeelijn bestaan en meent de minister dat het belangrijk is het regionale spoorvervoer in met name de Randstad (verder) te ontwikkelen. Ze noemde hierbij onder meer de RijnGouwelijn, Randstadrail en de Stedenbaan.
Reactie plaatsen •