Phileas lift mee op Europese ontwikkeling
Sinds 2004 rijdt de Phileas in Eindhoven grotendeels over een vrije busbaan. De huidige Phileas is een ‘uitgeklede’ versie dan de Stadsregio Eindhoven bij de start voor ogen had. Maar omdat er elders in Europa soortgelijke voertuigen rondrijden, kan Eindhoven meeliften op de ontwikkelingen die daar plaatsvinden.
De Phileas is een ov-systeem voor steden die te groot zijn voor de bus, maar te klein voor de tram.
Niet alle plannen die bij de invoering op tafel lagen zijn ingevoerd; zo is het geleidingssysteem niet gerealiseerd en daarmee de plaatsbepaling ook niet. Dat gaat tegenwoordig met GPS. Wel heeft de bus een lichtgewicht body en hippe uitstraling gekregen en is de hybride aandrijving gerealiseerd, hoewel parallel-hybride in plaats van serie-hybride. Doel was ook vermarkten van het product.
Theo Dijk, seniorbeleidsmedewerker mobiliteit bij de Stadsregio Eindhoven: ‘Het eerste prototype had problemen met het batterijmanagementsysteem. Uiteindelijk wilden we een presterend voertuig, daarom is er een conventioneler systeem gekomen.’ In het Noord-Franse Douai rijden 12 soortgelijke voertuigen, in Istanbul 50, een trolleyvariant in Italië, en ook in Zuid-Korea en Amsterdam rijdt er een op waterstof. Bij het project in Douai gaat het volgens de bouwer binnenkort wel lukken om geleid te rijden. Dijk: ‘Daar heerst een andere mentaliteit. In Frankrijk wordt de Phileas gezien als een goedkope tram, hier is het een dure bus. De Phileas is duur in ontwikkeling, maar in het buitenland functioneert ie goed. Op termijn wordt het voertuig door de techniek toch aantrekkelijker en Eindhoven hoopt op deze ontwikkeling mee te kunnen liften.’
Zijn er te veel noviteiten in een keer toegepast op de Phileas? Dijk: ‘Hoe meer innovaties, hoe groter de kans dat het mislukt. Het is beter om kleine stapjes te nemen dan grote sprongen in het ongewisse.’
Inmiddels zijn er in Eindhoven plannen voor een tweede hov-lijn. Dijk: ‘Dat moet comfort uitstralen. Daarom zoeken we ook hiervoor naar een Phileas of een andere bus met uitstraling. En een waarvan de batterij wellicht wordt opgeladen via inductie. De kennis is er wel, maar vervoerbedrijven zitten vanwege de concessies niet te wachten op innovatieve voertuigen in de vloot die nog niet betrouwbaar zijn.’
Auteur: Margriet Verhoog
Reactie plaatsen •