Peter van Wijlick: Projecten wegen op hun bijdrage aan ons toekomstbeeld
Hoe adaptief kun je zijn? Acht gemeenten verenigd in het Regionaal Mobiliteitsoverleg, RMO-Noord-Limburg, hebben vijf maatschappelijke doelen geformuleerd voor 2040 en de weg ernaartoe in handen gegeven van Trendsportal: een min of meer open platform voor ‘iedereen, die persoonlijk of professioneel, actief wil bijdragen aan duurzame, veilige en slimme mobiliteit in de regio’. Een gesprek met RMO-coördinator Peter van Wijlick over een adaptief traject, dat op de achtergrond houvast vindt in de SUMP-methodiek, wat staat voor sustainable urban mobility planning.
“Trendsportal is een mobiliteitsbeweging in Noord-Limburg”, legt Van Wijlick uit. Provincie, gemeenten, onderwijs, bedrijven en burgers zijn aangesloten en ontwikkelen samen nieuwe mobiliteitsoplossingen op weg naar vijf gestelde maatschappelijke doelen voor 2040. Dit zijn: het verhogen van de kwaliteit van leven, het verbeteren van de ruimtelijk economische bereikbaarheid, het ondersteunen van de milieu- en energietransitie, het verbeteren van de verkeersveiligheid en een aantrekkelijk mobiliteitssysteem.
Blanco begin
“We zijn in 2017 met een blanco vel begonnen”, zegt Van Wijlick. “Met een breed samengestelde groep van zo’n 70 mensen - bestuurders, experts en burgers - sloten we ons twee dagen op in een kasteel en schetsten onze doelen. Het blanco vel zorgde ervoor dat we loskwamen van het denken in knelpunten en vrij konden denken aan doelen en kansen. Vanuit die ‘ideale’ toekomst denken we vervolgens steeds terug naar het nu. Een voorbeeld: de gemeenteraad van Venlo besluit dat er nu een parkeergarage nodig is. De vraag is dan: is die ook nodig in de toekomst als duurzame mobiliteit een feit moet zijn? Zo kom je tot een oplossing dat je niet een parkeergarage voor 50 jaar bouwt, maar bijvoorbeeld kiest voor een demontabel en modulair systeem voor 10 of 20 jaar. Ander voorbeeld is het volledig uitgewerkte sloopbestek dat al bij de bouw van het nieuwe stadhuis van Venlo is opgesteld. Alle gebruikte materialen zullen later worden hergebruikt. In die zin wordt hier vormgegeven aan circulariteit.”
Over een jaar koploper
“Op het gebied van deelmobiliteit, lopen we als regio nu nog wat achter, maar met onze visie en inzet op deelmobiliteit, verwachten we over een paar jaar koploper te zijn. Onder de naam Mobie verbinden we concrete duurzame deelmobiliteitsdiensten in een app op weg naar het doel.” Van Wijlick noemt specifiek ‘Deel de zon’, een Europees project voor elektrische deelmobiliteit in de wijk, dat recent is gestart. Daarnaast neemt Trendsportal deel aan de landelijke MaaS-pilot Limburg die zich richt op grensoverschrijdende multimodale ketenreizen. MaaS, mobility as a service is een middel dat past in het toekomstbeeld en daarom sorteert Trendsportal er nu op voor.
Terug naar het adaptieve karakter. “Als gaandeweg blijkt dat een project niet werkt, schakelen we over. Zo zullen verschillende MaaS-apps zich van elkaar onderscheiden in verdienmodellen, dat wil zeggen in prijs en kwaliteit van dienstverlening.” Hoe meer diensten in een app, hoe meer je ervoor betaalt, zou een uitkomst kunnen zijn, vermoedt Van Wijlick. “Maar voor ons zal het bereiken van de doelen leidend zijn. Daarbij zijn deze doelen geen concrete stip, maar eerder een grote wolk omdat we nu niet kunnen voorspellen hoe de mobiliteitswereld er over pakweg 20 jaar uitziet. Dat geeft veel ruimte om er flexibel naar toe te groeien.”
Geen dikke nota's meer
“Adaptief beleid verschilt van traditioneel beleid doordat je niet meer werkt met dikke nota’s. Dat kan ook niet meer, want zet je nu iets op papier, is het morgen alweer verouderd.” Een consequentie van vrij experimenteren op weg naar abstract omschreven doelen is wel dat sommige doelen en projecten tegenstrijdig met elkaar kunnen zijn, ervaart Van Wijlick. “Zo is het bijvoorbeeld een vraag of alle inzet op duurzame mobiliteit per saldo meer of minder mobiliteit oplevert, ervan uitgaande dat het delen van mobiliteit tot goedkopere mobiliteit leidt. We weten het nu nog niet, maar verkennen mede daarom verschillende paden mét essentiële steun van het bestuur dat ons de vrijheid geeft om ‘met passie op onze plaat te gaan’.”
Concreet hanteren we een simpele excelsheet waarop onze doelen staan. Hierop ‘wegen’ we de verwachte bijdrage van alle projecten. Scoren ze op alle doelen, dan gaan we ervoor. Zijn ze tegenstrijdig aan een of meer van de doelen, dan bekijken we het project opnieuw. Het gaat er steeds om: hoe kan het nu bijdragen aan het toekomstbeeld.”
Peter van Wijlick, RMO-coördinator Noord-Limburg bij Trendsportal
Reactie plaatsen •