Parkeerders laten binnensteden in de steek
Parkeren in binnensteden staat de laatste jaren onder druk, zo bevestigen diverse gemeenten. Zij signaleren een terugloop in parkeeruren en zonder tariefverhoging ook een derving van parkeerinkomsten. Een landelijke trend, zeggen verkeerskundigen, die onder meer te wijten is aan de economische recessie. ‘Niets van gemerkt’, roept Q-Park. Concrete cijfers bevestigen echter hier en daar een beduidend verlies op de parkeerprognoses.
Hengelo zag zijn parkeeruren in de binnenstad in twee jaar tijd (van 2002 tot 2004) met ruim 150.000 parkeeruren teruglopen naar 910.000 uren per jaar. Een jaarlijkse tariefverhoging met 0,10 eurocent per uur hield de parkeerinkomsten weliswaar op peil, maar ver onder de begroting, aldus Peter Boerkamp van het Hengelose stadstoezicht. Hij wijt de terugval zeker aan de economische malaise. Zijn collega Jelle Schilstra van de beleidsafdeling Verkeer: ‘Het baart ons ook wel wat zorgen, want je zit met lange-termijnvisies ten aanzien van de inkomsten. Er is nu inderdaad wat overcapaciteit aan parkeerruimte met uitzondering van de kooppieken.’ Toch wil Schilstra zich niet laten leiden door de waan van de dag. ‘De parkeertarieven zijn niet te hoog, 1,30 euro per uur komt overeen met de tarieven in de regio. Bovendien trekt veel kooppubliek naar nieuwe megastores buiten het stadscentrum. En is er sprake van parkeeroverlast in het schilgebied aan de rand van het centrum, waar langparkeerders nog gratis parkeerplaatsen vinden’. Een vorm van regulering zou dit probleem kunnen oplossen, evenals verdere ontwikkeling van het centrum dat, als het aan Schilstra ligt, een domein voor fietsers en voetgangers wordt, waarbij de leefbaarheid vooropstaat. Automobilisten blijven welkom in de drie Hengelose parkeergarages aan de rand van het centrum.
Ook buurgemeente Enschede ziet de parkeeruren en de inkomsten teruglopen ten opzichte van de verwachtingen. En dat terwijl Enschede eind 2003 in eigen beheer de grootste parkeergarage van Nederland opende in de binnenstad (1650 openbare parkeerplaatsen en 150 stallingsplaatsen). Nu heeft de gemeente juist door de bouw van de supergarage veel parkeerders gemist, want na opening trok het aantal parkeerders in de binnenstad meetbaar aan, aldus hoofd parkeerbedrijf Jeroen Terbekke. Helaas telt hij dit jaar weer minder bezoekers. Niet alleen hij wijt dit aan de economie: ‘Dit bevestigt ook de vereniging van binnenstadondernemers.’
Naast bovengenoemde gemeenten signaleert ook Nijmegen een terugloop aan parkeeruren sinds eind 2002 van rond de 10 procent. Nu kende Nijmegen in dat jaar een enorme parkeerdip als gevolg van de invoering van uitsluitend pinpas-parkeren en een zeer forse tariefinhaalslag, maar dat trok weer aan nadat de gemeente meerdere betaalmogelijkheden bood. Rest een algemene parkeerdip die ook René Holslag, productgroepmanager mobiliteit in Nijmegen, wijt aan de economie: ‘Mensen doen inkopen vaker op de fiets en in de omliggende wijken. Door de tariefverhoging zitten de Nijmeegse parkeerinkomsten bijna weer op het niveau van 2002, maar het aantal parkeeruren nog niet.’
Uit Arnhem komt hetzelfde geluid: sinds 2002 dalen de parkeeruren (zo’n 7 procent) en blijven de inkomsten op peil dankzij verhoogde parkeertarieven. Verkeersplanoloog Peter de Bos meldt dat de economische recessie ook hier een van de factoren is. De terugloop in parkeren leidt in Arnhem nog niet tot het snijden in de uitvoering van parkeer- en verkeersplannen. Het enige tegengeluid komt van Fred Wilkes, woordvoerder van Q Park, dat 140 parkeergarages en -terreinen exploiteert in Nederland. ‘Wij zien geen negatieve trend van ‘inrijders’. Hij neemt zelfs een licht stijgende trend waar, die correleert met de toenemende mobiliteit in Nederland. ‘Natuurlijk zijn er tijdelijke teruglopen die worden veroorzaakt door wegopbrekingen of de aanleg van een metroverbinding, maar onder gelijkblijvende omstandigheden is er in onze garages geen sprake van een afname.’
Reactie plaatsen •