Ook voor visueel gehandicapten graag!
Maarten Reith, Reith I Hendriks & partners
‘Het is nog geen vanzelfsprekendheid dat verkeerskundigen denken aan de specifieke belangen van visueel gehandicapten om veilig(er) door het verkeer te kunnen.’ Suzanne van den Bercken, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Geleidenhondgebruikers, vertelt over haar ervaringen in het verkeer. Shared Space-omgevingen bijvoorbeeld leveren haar de nodige onveilige situaties en dus schrikmomenten op.
‘Voor mensen met een visuele beperking is mobiliteit een enorm belangrijk thema’, begint Van den Bercken. ‘Vaak genoeg belemmeren niet-leesbare teksten, onvoldoende verlichting en obstakels in de looproute de mobiliteit. Bij wegwerkzaamheden bijvoorbeeld is er vaak veel lawaai van werkvoertuigen, waardoor je het verkeer niet goed meer hoort. Visueel gehandicapten zien de pijlen, borden of linten die de gewenste looproute of omleiding aangeven, vaak niet of te laat.’
Voelbare informatie
Van den Bercken, haar hele leven al ernstig visueel gehandicapt, was ook secretaris van het onlangs failliet verklaarde Viziris, een netwerkorganisatie die de belangen behartigt van mensen met een visuele beperking. Viziris was betrokken bij tal van mobiliteitsprojecten, zoals de productontwikkeling van een intelligente stok (de I-cane), de ontwikkeling van het stationsgebied Utrecht, deelname aan verschillende CROW-werkgroepen en diverse projecten met NS en Prorail. Van den Bercken: ‘Veel aandacht is de laatste periode uitgegaan naar goede voorbeelden. Zo doet de NS het goed; op nagenoeg alle stations is belijning en ook bij steeds meer trappen naar de perrons komen bordjes met voelbare informatie. Maar verkeerskundig succes kan voor ons soms ook een nadeel betekenen. Neem het als fietsstad geprijsde Houten. De aanwezigheid van veel fietsers is voor blinden en slechtzienden juist lastiger, want die hoor je minder goed dan gemotoriseerd verkeer. Wellicht het belangrijkste is de bereidheid van gemeenten snel aanpassingen te doen, zonder bureaucratische rompslomp, als je er komt wonen en een verzoek tot wijziging van een verkeerssituatie indient.’
Landelijke richtlijnen
Er zijn landelijke richtlijnen voor bijvoorbeeld belijning en voelbare herkenningspunten, maar volgens Van den Bercken zijn locaties vaak heel specifiek en is het gewenst ter plekke te gaan kijken. ‘Landelijk is er een netwerk van mobiliteitsconsulenten. Veel consulenten, grotendeels vrijwilligers, zijn zelf visueel gehandicapt, ervaringsdeskundigen dus. Ze helpen bij het beoordelen van verkeerssituaties en geven advies aan gemeenten. Bijvoorbeeld of ergens wel of niet een aangepast verkeerslicht moet komen. Of dat meer of minder contrast in het tegelwerk gewenst is. En naast richtlijnen zijn er zaken als troep op de stoep, verkeerd geplaatst grof vuil, rommelig geparkeerde fietsen. Daar kunnen verkeerskundigen niets aan doen, maar het vraagt wel de aandacht van zowel de politiek als het publiek.’
‘Als ik langs een huizenrij loop, dan is de muur een duidelijke gidslijn’, illustreert Van den Bercken haar verkeersbeleving. ‘Ga ik vervolgens rechtdoor naar een verkeerslicht, dan gaat die gidslijn de hoek om. Misschien moet ik om bij dat verkeerslicht te komen eerst een fietspad oversteken, of ligt er gras. Als er verder geen herkenningspunten in of langs de weg zijn, kan zoiets ogenschijnlijk simpels als oversteken bij een verkeerslicht al knap lastig zijn.’
Vervolgens vertelt ze dat Shared Space niet voor alle ‘verkeersdelers’ een geschikte ruimte is. ‘Er is vaak wel een geleidelijn (struiken of muren langs de zijkant), maar een grote stressfactor is het feit dat er allerlei verkeer om je heen beweegt en dat je zelf niet kunt beoordelen of je opzij moet, of zij jou gezien hebben en rekening met je zullen houden. Als auto’s op de weg, fietsers op het fietspad en voetgangers op de stoep bewegen, hoef je je daar niet druk om te maken.’
Design for all
De ervaring van Van den Bercken is dat gemeenten pas in actie komen als je aan de bel trekt. Bij een nieuwbouwwijk of renovatie worden niet automatisch voorzieningen voor visueel gehandicapten aangelegd. ‘Dat maakt oplossingen soms minder mooi, vaak duurder, zoals het achteraf plaatsen van een nieuw verkeerslicht dat ratelt/tikt of het openbreken van een straat om belijning aan te brengen.’
Dat brengt haar op het concept ‘design for all’ waarbij in het initiële ontwerp rekening is gehouden met de wensen van diverse groepen gebruikers. Waar voor bewoners een straat er bijvoorbeeld prettig uit moet zien, is voor visueel gehandicapten belijning, voldoende licht en kleurcontrast belangrijk. En mensen in een rolstoel of op een scootmobiel hebben weer andere wensen. Design for all is voor alles te gebruiken, voor het ontwerpen van straten, huizen en marktpleinen tot stations en websites. Van den Bercken: ‘Design for all heeft wel de aandacht van verkeerskundigen maar het schort vaak aan concrete oplossingen. Het werkt om een verantwoordelijke beleidsambtenaar een blinddoek om te doen en zo een bepaalde verkeerssituatie te laten ervaren. Als je visueel beperkt bent, dan is je wereld in het verkeer niet groter dan je voeten en de punt van je stok. Is de persoon overtuigd, dan is de laatste hobbel meestal het budget. Daaruit blijkt in het algemeen de mate van politieke goodwill. Ik zie daar een positieve ontwikkeling, bij gemeenten neemt het bewustzijn en actiebereidheid omtrent visueel gehandicapten in het verkeer toe.’
Auteur: Joske van Lith
Reactie plaatsen •