Onvolledige railintegratie op Nieuw Amsterdam Zuid

De Amsterdamse ringweg A10 wordt over een lengte van 1,2 km ondergronds aangelegd. De spoorweg en metro blijven bovengronds. Er ontstaat wel ruimte voor een moderne multimodale overstap, maar niet alle kansen worden benut.

Door het ondertunnelen van de parallelle A10, ontstaat ruimte voor verdere uitbreiding van NS-station Zuid. Dit in 1978 geopende station met vier sporen, is nu al uitgegroeid tot het op zes na drukste station van het Nederlandse net. Van station Zuid naar ‘mainport’ Schiphol – 40.000 arbeidsplaatsen; 47 miljoen luchtreizigers per jaar – bedraagt de treinreis slechts 10 minuten. Enkele jaren geleden werd tramlijn 5 verplaatst naar het voorplein van het station. Omstreeks 2019 zal de zuidelijke rijbaan van de A10 ondergronds zijn. Dan ontstaat de mogelijkheid de vrijgekomen ruimte te benutten voor een tram- en busstation bij station Zuid. Dit zal resulteren in een overstapmogelijkheid tussen alle vormen van ov. Twee sporen, gescheiden van de NS-rails, blijven aan de noordzijde gereserveerd voor de 20 km lange Ringlijn (metrolijn 50), die de bovengrondse verbinding vormt tussen kantorenpark Sloterdijk en Amsterdam-Zuidoost. Tussen NS-station RAI en station Zuid, zullen naast de spoorbaan afzonderlijke rails worden gelegd voor de in 2017 te openen Noord-Zuid-lijn. Er ontbreekt overigens wel ruimte voor lijn 51, ook bekend als de Amstelveenlijn. Deze complexe mengvorm van sneltram en metro was bedoeld om Amstelveen een hoogwaardige light-railverbinding te bieden met het landelijk spoornet. De rijtuigen moesten smal zijn (2,65 m) om op trambanen te passen. Ze zijn voorzien van klaptreden om inpasbaar te zijn op metrotrajecten bediend door 3 meter brede metrotreinen. De balans na ruim 20 jaar ervaring met de Amstelveenlijn is overwegend negatief. Metro en tram laten zich niet goed combineren. En verdwenen is ook het optimisme van 15 jaar geleden, toen de toenmalige directeur van het Amsterdamse ov-bedrijf, pleitte voor een doorgaande verbinding tussen Amsterdam-Bijlmer en Zandvoort, door integratie van metro- en spoorrails. Railsystemen blijken minder makkelijk koppelbaar dan gehoopt.

 
Auteur: Joske van Lith