Ongevalsauto stuurt zelf alarm-SMSje
Auto total loss, bestuurder buiten westen en toch een volautomatisch SMS-je naar de KLPD. Met genoeg informatie om de hulpverlening pijlsnel op gang te brengen: exacte positie, soort voertuig, airbags wel of niet ontplooid en welke G-krachten en richtingen. Na de zomer volgt in Nederland naar Amerikaans voorbeeld een proef met vormen van e-merge. Oftewel geëlektroniseerde, volautomatische organisatie van hulpverlening.
Medio mei wordt de stichting opgericht die deze kar gaat trekken. Deelnemers zijn onder meer het ministerie van Binnenlandse Zaken, schadeherstel- en leasebedrijven en het Verbond van Verzekeraars. Voor de Nederlandse proef moet nog veel organisatie- en papierwerk worden verricht voordat men ook echt 'op straat' komt. Zo moeten proefvoertuigen met 'ongevalsgevoelige' sensoren worden uitgerust en moeten aan de ontvangende kant nog regelingen worden getroffen voor onder meer organisatie en wetgeving. Hoeveel voertuigen voor het experiment met extra apparatuur zullen worden uitgerust, is nog niet duidelijk. Overigens beschikken veel moderne voertuigen al over basisingrediënten om ongevalsinformatie te kunnen leveren.
Voortouw
Met het experiment neemt Nederland een voorhoedepositie in, meldt programmamanager van ITS Nederland Paul Potters, die is verbonden aan het innovatienetwerk Connekt. Connekt gaat wel zusterorganisaties binnen de overige landen van de Europese Unie benaderen om bij het Nederlands initiatief aan te haken. Engeland, Ierland en Scandinavische landen komen daar volgens Potters het eerst voor in aanmerking.
E-merge valt binnen Europa officieel onder de vlag van het maatregelenprogramma E-safety, waarmee de Europese Commissie het aantal verkeersdoden tussen 2000 en 2010 (nu circa 40.000 per jaar) met de helft wil terugdringen. Per verkeersdode beloopt de maatschappelijke schade ongeveer één miljoen euro. Nog niet geheel duidelijk is welk aandeel e-merge in deze gewenste veiligheidswinst kan leveren.
Paul Potters meldt dat in de VS al sinds anderhalf jaar op grond van een federale wettelijke verplichting een enigszins vergelijkbaar automatisch elektronisch meldsysteem draait. 'Aan het roer' zitten daar private telecom-providers. In de Nederlandse/Europese situatie wil men het primaat nadrukkelijk leggen bij KLPD, respectievelijk bij de hulpdiensten.
Dat Nederland nu het voortouw neemt, kan volgens Potters niet los worden gezien van het feit dat hier geen eigen automobielindustrie bestaat. In Duitsland en Frankrijk strijden producenten het meest om het initiatief.
112
Invoering van e-merge is niet in de eerste plaats een technisch probleem. Apparatuur is veelal beschikbaar. De schoen wringt bij de harmonisering van bestuurlijke en organisatorische zaken. Sinds 1991 mag '112' het uniforme Europese noodnummer zijn, maar wat achter dat nummer schuilt, varieert enorm. In Nederland is dat de KLPD. In Duitsland verschilt de ontvangende partij echter per Bundesland. En in Vlaanderen is de aansprakelijkheid van de 'aannemende' partij onduidelijk geregeld. Ook de kwaliteit van de situatie achter '112' loopt uiteen. Italiaanse operators spreken vaak alleen Italiaans, in Spanje kan de wachttijd zeven minuten bedragen en wie in Brussel het nummer draait, moet soms een half uur op een ambulance wachten. Om te zorgen dat het binnen de hele unie achter '112' gesmeerd loopt, bereidt de Europese Commissie nieuwe richtlijnen voor.
Reactie plaatsen •