Nieuwe rekenmodules voor emissie-effect van lokale verkeersmaatregel
Een groene golf van vier verkeersregelingen op de Noordelijke ringweg in Amersfoort levert tot 10 procent minder uitstoot op. Zulke milieu-informatie kan essentieel zijn om verkeersmaatregelen geaccepteerd te krijgen. Een nieuwe generatie softwaremodules, gekoppeld aan een microscopisch verkeersmodel, berekent naast prognoses van de verkeersafwikkeling, nu ook de effecten op de uitstoot als gevolg van lokale verkeersmaatregelen.
TNO en Vialis ontwikkelden samen de softwaremodule EnViVer die ondermeer de emissie-effecten van de groene golf op de Amersfoortse ringweg berekende. ‘Deze module is ontwikkeld op basis van een behoefte in de markt, zegt Arjan Eijk van TNO. ‘Wij meten al meer dan 40 jaar voertuigemissies in ons laboratorium. De laatste jaren worden de laboratoriumtesten aangevuld met metingen van voertuigemissies onder praktijkomstandigheden op de weg. Deze meetgegevens stellen ons in staat voertuigemissies te berekenen op basis van de voertuigsnelheid en acceleratie. De volgende stap is nu gezet door de TNO-database te koppelen aan de ritprofielen uit het microsimulatiemodel VISSIM. Frans van Waes van Vialis: ‘Onze simulatieberekening van de doorstroming en de emissie-effecten van de ingreep op de ringweg in Amersfoort, was mede bepalend voor de gemeente om akkoord te gaan met deze verkeersmaatregel. We gaan na de implementatie meten wat het nieuwe verkeersbeeld is en berekenen dan op basis van een nieuwe simulatierun wat de werkelijke emissiereductie is.’
Grontmij brengt een vergelijkbare module, AIRE op de markt. Deze is in Schotland ontwikkeld in opdracht van het Schotse ministerie van Verkeer, in samenwerking met het kennisinstituut Transport Research Laboratory en de ontwikkelaar van het door Grontmij gevoerde microsimulatiemodel Paramics.
Meerwaarde van deze emissiemodules is volgens Grontmij, Vialis en TNO, dat met name gemeentelijke en regionale verkeerskundigen hiermee meer te weten komen dan op basis van de in Nederland voorgeschreven ’CAR II-methode’, als het gaat om het berekenen van emissie-effecten. De CAR II-methode is namelijk gebaseerd op een grove beschrijving van het verkeer, zoals een globale inschatting van de gemiddelde rijsnelheid, een indicatie van de stagnatie op een gemiddelde dag en de gemiddelde verkeersintensiteit over 24 uur. Die zijn te algemeen om inzicht te geven in de emissiebeïnvloeding door lokale verkeersmaatregelen. Falco de Jong van Grontmij heeft met de module AIRE al kunnen vaststellen dat deze berekeningen, gemiddeld genomen – met name in de stedelijke omgeving – tot hogere emissies leiden dan met de gemiddelde rijsnelhedenmethode. ‘De CAR II-rekenmethode stamt nog uit de tijd dat dynamisch verkeersmanagement nog niet op lokaal niveau werd toegepast’, verklaart Van Waes. ‘Intussen is dat wel het geval en is er een behoefte aan emissieberekeningen per voertuig, per seconde en per acceleratie of rembeweging.’
Eijk benadrukt dat betere doorstroming en verbetering van lokale luchtkwaliteit niet altijd hand in hand gaan, maar je krijgt de effecten nu wel in cijfers in plaats van op gevoel. Van Waes vult aan: ‘Daarnaast helpt het om ogenschijnlijk negatieve verkeersmaatregelen – bijvoorbeeld verkeer op een linksafstrook komt iets minder aan bod – nu door een wethouder beter te communiceren is naar het publiek: maar het is wel beter voor het milieu.’ ‘Wegbeheerders kunnen de toepassing van deze module goed zelf leren’, zegt De Jong, ‘op voorwaarde dat je als gemeente wel een goede microsimulatie kunt maken.’
Auteur: Joske van Lith
Meerwaarde van emissiemodules is dat gemeentelijke en regionale verkeerskundigen nu meer te weten komen over de emissie-effecten van lokale verkeersmaatregelen
Reactie plaatsen •