Nieuwe regels voor verkeersregelaars
Sinds maart geldt een aantal nieuwe regels voor verkeersregelaars. Zo is de aanstelling niet meer een taak van de politie, maar van de burgemeester of de minister, is de kleding veranderd en mogen verkeersregelaars niet meer vanuit een voertuig aanwijzingen geven.
Verkeersregelaars zijn er in soorten en maten: van de begeleiders van bijzondere transporten tot verkeersregelaars bij evenementen. Allemaal vallen ze onder de regelgeving voor verkeersregelaars, die sinds maart is bijgesteld. Er zijn in Nederland een paar duizend professionele verkeersregelaars en zo’n 20 à 25.000 incidentele verkeersregelaars.
De kleinere en grotere aanpassingen in de regelgeving zijn deels gericht op het ontlasten van de politie. Zo is de aanstelling niet langer een taak van de politie maar van de burgemeester of van de minister; zoals in het geval van de weginspecteurs van Rijkswaterstaat of de begeleiders van bijzondere transporten. Toch blijft de politie nauw betrokken bij veel evenementen waarbij verkeersregelaars worden ingezet. Of verkeersregelaars nodig zijn en zo ja, hoeveel en waar, zijn kwesties voor de wegbeheerder waarbij de politie adviseert. Voor opleiding en het toezicht op de verkeersregelaars bij evenementen is de korpschef formeel verantwoordelijk.
In de nieuwe regelgeving is ook een nieuwe categorie verkeersregelaars toegevoegd: de verkeersregelaar voor bepaalde tijd. Deze regelaar kan voor een bepaalde periode worden aangesteld (maximaal voor een jaar), zodat bijvoorbeeld bij periodieke evenementen, bijvoorbeeld processies in Limburg, niet iedere keer opnieuw een aanstelling moet worden geregeld.
Ook het uiterlijk van de verkeersregelaar verandert. Het oranje hesje met het woord verkeersregelaar moet plaats maken voor - door TNO ontworpen - kleding met een fluorescerende driehoek. De weginspecteurs van Rijkswaterstaat krijgen daarbij nog een extra kenmerk: een blauwe band. De oude kleding mag overigens de komende vijf jaar nog wel worden gebruikt. De nieuwe kledingvoorschriften moeten het verschil duidelijker maken met bijvoorbeeld parkeerhulpen. Parkeerhulpen worden ingezet - zoals bij winkelbedrijven - om mensen naar een vrije parkeerplaats te wijzen.
Een derde belangrijke wijziging is dat een verkeersregelaar niet langer ‘vanuit of vanaf een voertuig’ aanwijzingen mag geven. Een verkeersregelaar op een motor die bij een hardloopwedstrijd het overige autoverkeer aanwijzingen wil geven, mag dat dus niet. Wel geldt er een uitzondering voor transportbegeleiders en de weginspecteurs van Rijkswaterstaat.
Verder is de aansprakelijkheid duidelijk beschreven. Mocht de verkeersregelaar tijdens het uitoefenen van zijn taak iets overkomen, is de aansprakelijkheid een zaak van de werkgever. In het geval van een evenementenverkeersregelaar ligt de aansprakelijkheid bij de organisator van het evenement. Over deze wijzigingen is sinds 2005 gesproken door verschillende betrokken partijen. Zo had de politie graag gezien dat het makkelijker zou worden om verkeersregelaars te verbaliseren die zich slecht gedragen, vertelt Rien Fluit, regionaal beleidsmedewerker verkeer van de politie Hollands-Midden. ‘Het komt vrij regelmatig voor dat verkeersregelaars zich niet aan de voorschriften houden, waardoor de verkeersveiligheid in het geding komt.’ Maar al met al is Fluit tevreden met de strengere regelgeving. ‘Het is een duidelijke verbetering’.
Auteur: Joske van Lith
Een verkeersregelaar van Rijkswaterstaat in de nieuwe uitrusting
Reactie plaatsen •