Nieuw: landelijke DRIP-richtlijn, ook voor lokale wegen (VK 3/2013)
Marc Rood, Dick Hillen, Arcadis
Hans Remeijn, Erik van de Laak, Rijkswaterstaat
Een samenvatting van dit artikel is verschenen in VK3/2013 onder de titel: Nieuw - Eén DRIP-richtlijn voor wegen |
Het informeren van de weggebruiker via boodschappen op Dynamische Route Informatie Panelen (DRIPs) is niet meer alleen voorbehouden aan Rijkswaterstaat. De laatste jaren zijn er langs regionale en lokale wegen vele (berm)DRIPs geplaatst. Om het niet verwarrend te maken voor de weggebruiker, is afstemming wenselijk over de manier van informeren op een (berm)DRIP. Recent is hiervoor een landelijke richtlijn opgesteld en vastgesteld.
Sinds begin jaren 90 staan er DRIPs langs de Nederlandse wegen. De eerste werd geplaatst op de A8, richting Amsterdam. Op deze DRIP werd informatie gegeven over files op de juist gecompleteerde Ring A10. De informatie die toentertijd op de DRIP geplaatst kon worden was beperkt; er was plek voor 2 regels tekst. De mogelijkheid om naast tekst ook grafische afbeeldingen op een DRIP te plaatsen kwam zo’n 10 jaar later.
Grafische DRIPs
Voor grensoverschrijdende omleidingsroutes in Limburg en voor het sturen van parkeerverkeer rondom Rotterdam bij het voetbaltoernooi Euro 2000, werden grafische DRIPs geplaatst. Omdat deze borden veelal aan een mast in de berm werden geplaatst, werden deze DRIPs al snel bermDRIPs genoemd. In de jaren daarna zijn er vele (berm)DRIPs geplaatst in Nederland. Eerst vooral langs rijkswegen, maar de laatste jaren ook steeds meer langs regionale en lokale wegen. De aansturing van deze (berm) DRIPs geschiedt niet alleen door Rijkswaterstaat, maar ook door andere wegbeheerders en soms door commerciële partijen.
Rijkswaterstaat richtlijn
Rijkswaterstaat werkt sinds een aantal jaren met een richtlijn voor teksten op (berm)DRIPs: de ‘Richtlijn Informatievoorziening op (berm)DRIPs’. Andere wegbeheerders en partijen hebben zo’n richtlijn (nog) niet en missen bovendien vaak de ervaring die door Rijkswaterstaat al is opgedaan met het maken van DRIP-teksten. Een aantal wegbeheerders maakt daarom gebruik van de RWS-richtlijn, maar deze is niet altijd toepasbaar op de gewenste locatie. Om meer uniformiteit in DRIP-teksten richting de weggebruiker te garanderen, heeft het Landelijk VerkeersManagement Beraad (LVMB) besloten om een landelijke richtlijn te laten opstellen. In het LVMB zijn de wegbeheerders vertegenwoordigd die actief betrokken zijn bij regionale samenwerking rond verkeersmanagement.
Weggebruiker vraagt om landelijke richtlijn
De weggebruiker heeft slechts een paar seconden om een boodschap op een (berm)DRIP te zien, te lezen en te verwerken. Bij het snel kunnen begrijpen van een boodschap speelt gewenning een belangrijke rol. Herkenbaarheid van de boodschap en herkenbaarheid van de context vergroten het opvolggedrag van de weggebruiker. Dit is onafhankelijk van het type weg (snelweg, provinciale of gemeentelijke weg) waarop de weggebruiker rijdt. De weggebruiker is er niet mee geholpen als er op (berm)DRIPs van verschillende wegbeheerders op een andere manier informatie wordt gepresenteerd. De kans bestaat dat hij de boodschap niet op tijd kan lezen of niet begrijpt, waardoor hij zich niets van de boodschap zal aantrekken. Hierdoor wordt ook het doel van de wegbeheerder niet gehaald.
Europese principes
Uniformiteit in boodschappen richting de weggebruiker zorgt voor een sneller begrip van de teksten én van de afbeeldingen door de weggebruiker. Nu zijn er op verschillende niveaus al afspraken gemaakt om meer uniformiteit te bewerkstelligen. Zo is er op Europees niveau in het EasyWay-project een richtlijn met uitgangspunten (principles) voor het tonen van informatie op (berm)DRIPs gemaakt. Deze uitgangspunten zorgen ervoor dat een Europese weggebruiker een boodschap op een DRIP in het buitenland beter kan begrijpen. In eigen land werkt Rijkswaterstaat al enige jaren met een eigen richtlijn die mede gebaseerd is op deze ‘principles’. In deze richtlijn staan gedetailleerde afspraken over hoe teksten en afbeeldingen op een (berm)DRIP geplaatst dienen te worden (lay-out, regels voor gebruik tekst en pictogrammen). Hierdoor ziet bijvoorbeeld de reistijdinformatie op een DRIP langs de A10 bij Amsterdam, er hetzelfde uit als de reistijdinformatie op de een DRIP langs de A16 bij Breda.
Bovenstaande afspraken en richtlijnen zijn niet zomaar één op één over te nemen richting boodschappen op (berm)DRIPs langs regionale en lokale wegen. Een reden hiervoor kan zijn dat het type (berm)DRIP dat langs deze wegen staat kleiner is en de voorgeschreven tekst er daardoor niet op past. Of dat er door de techniek van het bord bepaalde pictogrammen of kleuren niet getoond kunnen worden. Daarnaast kan het ook zo zijn dat een wegbeheerder een (berm)DRIP wil gebruiken voor een doel waarover nog geen afspraken zijn gemaakt (bijvoorbeeld parkeerverwijzing).
Landelijk toepasbare DRIP-richtlijn
Om een wildgroei in de informatievoorziening te voorkomen en de herkenbaarheid van de boodschap voor weggebruikers zoveel mogelijk te garanderen, heeft het LVMB besloten tot het opstellen van een landelijke richtlijn voor boodschappen op dynamische informatiepanelen. Deze landelijke richtlijn geeft regels voor het tonen van teksten en afbeeldingen op allerlei vormen van dynamische informatiepanelen die op of langs de Nederlandse wegen zijn of worden geplaatst. Een richtlijn dus niet alleen voor Rijkswaterstaat, maar ook voor provincies, gemeenten en andere partijen die gebruik maken van DRIPs, bermDRIPs, stadsDRIPs, informatiewagens en tijdelijke informatiepanelen.
Totstandkoming richtlijn
Bij de totstandkoming van de richtlijn waren 35 organisaties betrokken. Naast verschillende diensten van Rijkswaterstaat waren dat grote en middelgrote gemeenten, provincies, samenwerkingsverbanden en marktpartijen op het gebied van tijdelijke verkeersmaatregelen (informatiewagens).
Allereerst is een inventarisatie gehouden van het gebruik van dynamische informatiepanelen bij deze organisaties. Uit een schriftelijke uitvraag en twee workshops werd duidelijk welke typen panelen worden gebruikt, voor welke gebruiksdoelen ze worden gebruikt en hoe de boodschappen worden vormgegeven. Hoewel uit deze inventarisatie een verscheidenheid van typen en gebruiksdoelen tevoorschijn kwam, bleken de verschillen toch niet heel groot. Ook bleek de richtlijn van Rijkswaterstaat al bekend bij een meerderheid van de partijen. Dit maakte het mogelijk om in de workshops een gezamenlijke basis te bepalen voor de diverse onderdelen en uitwerking van de nieuwe landelijke richtlijn.
Concept landelijke richtlijn DRIPs
Op basis van deze informatie is vervolgens een concept richtlijn opgesteld en voorgelegd aan de betrokken organisaties. Naast een schriftelijke commentaarronde zijn in een workshop de discussiepunten behandeld die uit het commentaar op de conceptrichtlijn voortkwamen. Door de positieve en constructieve houding van de verschillende partijen is uiteindelijk in betrekkelijk korte periode een landelijke richtlijn tot stand gebracht.
De landelijke richtlijn beschrijft de - tussen de wegbeheerders overeengekomen - manier van informatievoorziening op dynamische informatiepanelen. Hiermee vormt de richtlijn de basis voor het maken van teksten en afbeeldingen op informatiepanelen.
De informatie in de richtlijn moet beschouwd worden als aanwijzingen voor het aanbieden van informatie aan de weggebruiker. Deze richtlijn vormt daarmee geen norm/wet. Op een aantal onderdelen worden ook meerdere opties geboden. Het is mogelijk dat een wegbeheerder bepaalt dat niet elke optie binnen de eigen organisatie toegepast zal gaan worden. Door een eigen oplegnotitie op de landelijke richtlijn kan een wegbeheerder de vrijheid bij uitvoering beperken en de richtlijn daarmee op specifieke punten verder aanscherpen.
Opzet richtlijn
Voor de bruikbaarheid van de landelijke richtlijn is het van belang dat deze duidelijk, snel te begrijpen en helder is. Eigenlijk gelden hierbij dezelfde eigenschappen die gesteld worden aan een DRIP-tekst voor een weggebruiker. De indeling van de richtlijn is opgehangen aan 5 stappen die worden doorlopen bij het maken en inzetten van een goede tekst of afbeelding op een dynamisch informatiepaneel.
Wat wil je vertellen en aan wie?
De eerste stap naar een goede DRIP-tekst of afbeelding gaat om het bepalen van de soort boodschap en voor wie die boodschap bedoeld is. Ook is het van belang om te weten welke elementen de leesbaarheid en de begrijpelijkheid van een goede tekst of afbeelding bepalen. In dit deel van de richtlijn gaat het dus om de vragen: wat wil je vertellen, aan wie en met welk doel?
De thema’s die in deze stap zijn uitgewerkt zijn:
- De mogelijke gebruiksdoelen/boodschappen op het dynamische paneel
- De prioritering van de gebruiksdoelen/boodschappen
- De doelgroep (en op welke tijdstippen deze langs de DRIP rijdt)
- De hoeveelheid informatie op de (berm)DRIP
- De keuze tussen tekstueel of grafisch
- Het gebruik van een vaste volgorde van elementen op de (berm)DRIP (wat, waar, advies)
- Zorgen voor een koppeling met vaste bewegwijzering (herkenbaarheid)
Hoe vertel je het?
De tweede stap gaat over het vertalen van de boodschap naar een tekst of afbeelding. Een weggebruiker heeft weinig tijd om een boodschap op een dynamisch informatiepaneel te lezen, de boodschap te begrijpen en ernaar te kunnen handelen. De boodschap op een informatiepaneel moet dus zowel begrijpelijk als snel te lezen zijn (zo kort mogelijke tekst). Dit kan soms een lastige balans betekenen. Als hulpmiddel om de boodschappen kort en begrijpelijk te houden, zijn in de richtlijn adviezen en aanwijzingen opgenomen over de vormgeving van teksten en afbeeldingen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het gebruik van hoofdletters en leestekens, afkortingen, tijdsaanduiding, pictogrammen en uitlijning.
Test boodschap
De derde stap betreft een toetsing van de opgestelde tekst of afbeelding. Hoewel hier niet altijd tijd voor is (zeker bij de inzet door wegverkeersleiders), is het verstandig om de boodschap te testen op begrijpelijkheid. Is duidelijk voor wie de boodschap bedoeld is en wat er verwacht wordt van die weggebruiker in die betreffende situatie? Deze feedback kan gebruikt worden bij het aanscherpen van de tekst/ het plaatje, zodat de begrijpelijkheid voor de weggebruikers wordt vergroot.
Inzet en evaluatie van de boodschap
Na inzet van de boodschap betreft de laatste stap een evaluatie van de boodschap. Het gaat hierbij zowel om de duidelijkheid van de boodschap op de (berm)DRIP buiten op straat, als om het gedrag van het verkeer naar aanleiding van de boodschap. Dit maakt de cirkel rond in het proces om te komen tot een goede DRIP-tekst of afbeelding.
Tool voor operationeel verkeerskundigen en wegverkeersleiders
De richtlijn zal vooral gebruikt gaan worden door operationeel verkeerskundigen en wegverkeersleiders. De manier waarop beide doelgroepen de richtlijn zullen gebruiken is verschillend. De operationeel verkeerskundige heeft over het algemeen meer tijd voor het maken van een DRIP-tekst dan een wegverkeersleider. De richtlijn is daarom in 2 delen gesplitst. In het eerste deel zijn de adviezen en aanwijzingen tekstueel omschreven, met voorbeelden van de uitwerking. Het tweede deel is meer een naslagwerk met afbeeldingen, waarin voor verschillende gebruiksdoelen voorbeelden van DRIP-teksten en afbeeldingen staan weergegeven. Door de tweedeling wordt de bruikbaarheid van de richtlijn voor verschillende doelgroepen vergroot.
14 maart: vaststelling richtlijn
De ‘Landelijke Richtlijn Informatievoorziening op dynamische informatiepanelen’ is op 14 maart vastgesteld door het LVMB. Voor de aangesloten wegbeheerders bij het LVMB betekent dit dat zij de richtlijn zullen gaan opnemen in hun werkwijze om (berm)DRIP-teksten te maken. Daarnaast wordt gewerkt aan het onderbrengen van deze richtlijn bij CROW. CROW wordt dan aanspreekpunt en zal zorgdragen voor verdere bekendmaking. Zo wordt de kennis om te komen tot duidelijke boodschappen op een (berm)DRIP of tekstkar voor de weggebruiker, nog breder verspreid.
Reactie plaatsen •