Nederlands fietsbeleid: leraar nu achterin de klas

maandag 22 augustus 2005
timer 3 min

Nederland is zijn internationaal gidsfunctie op fietsgebied kwijtgeraakt. Met eenzijdige aandacht voor infrastructuur, een zekere technische introvertie en weinig 'voeling' met aanpalende beleidsvelden als gezondheid en toerisme, is Nederland teruggezakt naar - op z'n best - een middenpositie. Dat stelt Johan Diepens van Verkeersadviesburo Diepens en Okkema, na kennis te hebben genomen van het internationale fietsbeleid. Op de 25ste VeloCity in Dublin werd begin deze zomer de balans opgemaakt.

Van een prominente rol voor initiërend fietsbeleid is allang geen sprake meer, meldt Diepens. Toegegeven: infrastructureel blijft Nederland nog in veel opzichten haantje de voorste. 'Als je in Dublin een stukje wilt fietsen, ben je toch waarachtig aan de goden overgeleverd, je wordt weggedrongen en moet vaak uitwijken naar het trottoir', typeert hij. 'Daarmee vergeleken is Nederland nog een walhalla.'
Op andere fronten sukkelt Nederland achteraan. Vooral bij het stimuleren van de fiets uit het oogpunt van gezondheid, fitness en de strijd tegen zwaarlijvigheid. Diepens baseert zich onder meer op een EU-monitor, een meetlat waarbij wordt vastgesteld in hoeverre een gezonde levensstijl in twintig deelnemende landen een rol speelt in het fietsbeleid. Waar landen als Duitsland en Frankrijk een 2 à 3 scoren, komt Nederland met een uiterst schamele 0,1 uit de bus. Kenmerkend noemt Diepens verder dat een land als Zwitserland in haar nationaal mobiliteitsplan voor fietsers gezondheid hoog in het vaandel heeft staan. Op het VeloCity-congres in Dublin was overigens voor het eerst een vertegenwoordiger van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) present.
Met de traditioneel hoge kwaliteit van de fietsinfrastructuur belandt Nederland in vergelijking met andere westerse landen uiteindelijk nog wel in de middenmoot. Maar volgens Diepens is het hoog tijd minder eenzijdig uit dit infra-vaatje te tappen. De deuren van de techneutenwerkkamertjes moeten wijd open, meent hij. Fietsbeleid moet veel meer interdisciplinair worden. Behalve factoren als gezondheid en toerisme moeten leiderschap, financiële prioriteitstelling, gebruikersbehoeften en organisatie extra aandacht krijgen.
‘Om te voorkomen dat Nederland met zijn fietsbeleid nog verder wegzakt in de infrastructurele leunstoel, is enige centralisatie van beleid gewenst. 'Infra' kan prima op gemeentelijk niveau worden geregeld, maar een fietsbeleid dat meer inspeelt op nevenaspecten als gezondheid, toerisme en facilitering vergt een meer centrale rol.’ Als voorbeeld noemt Diepens de ontwikkeling van een fietsrouteplan bij de oosterburen voor geheel Noordrijn-Westfalen, een gebied even groot als Nederland. Hoewel hij inmiddels al een lichte kentering signaleert, waarbij provincies zich meer op planontwikkeling gaan storten, herinnert hij met lichte heimwee aan het Masterplan Fiets van de Rijksoverheid dat na enige jaren - volgens velen te snel - terzijde werd geschoven. 'Toch zijn met dat plan goede dingen gedaan, het verschafte veel gemeenten een soort ‘alibi’ om goede dingen te doen.’ Dat het fietsbeleid in Nederland áf is, vindt hij dan ook ‘een sprookje'. ‘Verkeerskundigen zouden veel meer dienstbaar moeten zijn aan andere disciplines.'

verkeerskunde artikel
mail_outline

Aanmelden voor de nieuwsbrief

Reactie plaatsen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Lazy-loading is enabled for both <img> and <iframe> tags. If you want certain elements skip lazy-loading, add no-b-lazy class name.