Mobiliteitsmanagement is het organiseren van slim reizen

Mobiliteitsmanagement betekent niet mensen uit de auto trekken, maar wel kijken of er soms slimmere manieren zijn om te reizen. De recent geformuleerde definitie - het organiseren van slim reizen - moet een eind maken aan de spraakverwarring rond dit thema en maakt het mogelijk om mobiliteitsmanagement beter op de kaart te zetten. Dat zeggen Friso Metz van het Kennisplatform Verkeer en Vervoer en Willem Otto Hazelhorst van AVV.

‘Een korte ronde langs organisaties leverde al snel 20 definities van mobiliteitsmanagement op’, zegt Friso Metz van KpVV. Een bevestiging van wat hij in de praktijk al signaleerde. ‘Mensen hebben wel een besef van mobiliteitsmanagement, maar in overlegorganen werd toch vaak het eerste uur besteed aan de vraag: waar hebben we het nu precies over?’ ‘Bovendien ontbrak daardoor iedere mogelijkheid om te meten in hoeverre mobiliteitsmanagement succes heeft’, vult Willem Otto Hazelhorst aan. Voldoende reden voor CROW, KpVV, AVV, SenterNovem en VM2 om de handen ineen te slaan en het land in te trekken om een duidelijk beeld te ontwikkelen over hoe het begrip mobiliteitsmanagement wordt gebruikt en of daar eenheid in kan worden gebracht. Dat leidde tot een breed gedragen definitie, die momenteel in de vorm van een publicatie wordt verspreid. ‘De definitie is weliswaar nog steeds ruim, maar er zijn toch ook duidelijke knopen doorgehakt’, zegt Hazelhorst. ‘Zo is - in overleg met de organisaties voor het goederenvervoer - besloten om programma’s voor efficiënter en schoner (lees, slimmer) goederenvervoer niet onder de definitie te laten vallen.’ De reden hiervoor is, zo maakt Hazelhorst duidelijk, dat ondanks de eerder geconstateerde begripsverwarring rond mobiliteitsmanagement, de praktijk uitwijst dat mobiliteitsmanagement niet met goederenvervoer wordt geassocieerd. Hazelhorst: ‘De ontwikkeling en marketing van het programma ‘Transportefficiënte economie’ vindt gescheiden plaats van die van personenvervoer, en komen alleen in het begrip locatiebereikbaarheid bij elkaar. Mobiliteitsmanagement betreft volgens de definitie daarom uitsluitend personenvervoer. Ook gaat het er niet om mensen uit de auto te trekken en te verleiden tot de bus, maar zoals de uitleg van de definitie aangeeft ‘om het professioneel uitwerken van goede alternatieven die soms slimmer kunnen zijn dan met de auto rijden’.‘Heel belangrijk is’, benadrukt Friso Metz, ‘dat deze definitie géén beleidsstuk is, maar juist het vertrekpunt voor beleid. We weten nu waar we het over hebben. Het is een basisstap op weg naar verdere professionalisering van mobiliteitsmanagement.’ ‘De achterban neemt de boodschap goed over’ constateert Hazelhorst. ‘We werken nu al met de definitie in de hand op tal van terreinen. Zoals aan een landelijke aanpak van mobiliteitsmanagement (onder meer voor het groot onderhoud aan het wegennet) en bij toepassing in de netwerkanalyses. Decentrale overheden hebben er baat bij voor het opstellen en uitvoeren van de verkeer- en vervoerplannen.
De opstellers van de definitie, waaronder KpVV en AVV adviseren partijen waar nodig over de interne communicatie en verdere uitleg van de definitie.