Mobiliteitsmanagement in België en Nederland
De verkeersaanpak in België en Nederland is weliswaar verschillend, maar beide landen kunnen toch van elkaar leren als het gaat over efficiënte organisatie van het woon-werkverkeer, de fileproblematiek, het thuiswerken en de bereikbaarheid van bedrijven. Dat bleek tijdens het seminar ‘Slim werken, slim reizen’ dat op 13 mei werd gehouden bij de Nederlandse ambassade in België.
Uit verschillende voordrachten van Nederlandse en Belgische zijde, bleek dat Nederland het concept van het Nieuwe Werken omarmt, terwijl België zich meer richt op alternatieven voor het vervoer per auto. Of, zoals werd geconcludeerd: Nederland denkt meer in concepten, België meer concreet.
Sandra Vanderniepen van het Vlaams Instituut voor Mobiliteit bevestigt de conclusie van deze dag. ‘Nederland is voortrekker op het vlak van de ‘mentale switch’. Thuiswerk, flexplekken en het gebruik van videoconferenties worden volop gestimuleerd om zo het woon-werkverkeer te verminderen. In België staat deze ‘mentale switch’ nog in de kinderschoenen. Hier gaan wij eerder projectmatig te werk door samen met bedrijven nieuwe technologieën en innovatieve mobiliteitsconcepten uit te werken.’ Vanderniepen geeft als voorbeeld het project ‘Volle Wagens’. Via sociale netwerken, zoals Twitter, wordt gepoogd om de bezettingsgraad van personenauto’s te verhogen. Doelen zijn om het aantal voertuigen op de weg en de transportkosten te verminderen.
Werkgever versus overheid
Op het seminar werd niet alleen de aanpak, maar ook de uitgangssituatie in beide landen belicht. Een voorbeeld zijn de mogelijkheden om werk en privé te combineren. In Vlaanderen is kinderopvang bijna gratis en is er ook plek genoeg. Dat is in Nederland anders. Zeker de laatste tijd is de opvang in Nederland duur en bestaan er nog steeds wachtlijsten. En dat heeft invloed op de wijze van reizen en werken.
Ook bestaat er een verschil in regie tussen de twee landen. Eddy Klynen van de Vlaamse Stichting Verkeerskunde: ‘De initiatiefnemer in België is een andere dan in Nederland. In Nederland ligt het initiatief bij de werkgever, terwijl in Vlaanderen de overheid een veel grotere rol speelt.’ Een voorbeeld van een Vlaams initiatief is het Pendelfonds, waar Klynen voorzitter van is. Via dit fonds vergoedt de Vlaamse overheid elke gefietste kilometer van de Vlaamse werknemer. Zij krijgen er per kilometer 21 eurocent voor. Ook Klynen doet daaraan mee. ‘Ik fiets elke maand een flink bedrag bij elkaar.’
De Belgische minister van vervoer, Brigitte Grouwels, onderstreepte het belang van de door Klynen genoemde maatregel. ‘Wij zullen de zogenoemde zachte mobiliteit en het openbaar vervoer blijven stimuleren. Het neemt een belangrijke plaats in binnen ons beleid.’
Auteur: Eveline Korving
Via het Pendelfonds vergoedt de Vlaamse overheid elke gefietste kilometer van de Vlaamse werknemer met 21 eurocent per kilometer.
Reactie plaatsen •