Mobiliteit in de toekomst op het NVC

De

De zelfrijdende auto: panacee of fata morgana? en Effectbepaling C-ITS en geautomatiseerd rijden. Deze twee onderwerpen over mobiliteit in de toekomst komen op 3 november aan bod tijdens het Nationaal verkeerskundecongres in Zwolle. Hieronder een samenvatting van deze twee papers.

Zelfrijdende auto: panacee of fata morgana?
Martin Kroon, oud-projectleider rijsnelheden en rijgedrag (VROM/DGM) presenteert een visie over de zelfrijdende auto.

Onderzoekers, fabrikanten en overheden scheppen hoge verwachtingen van de mogelijkheden en de voordelen van de zelfrijdende auto. De zelfrijdende auto wordt gezien als oplossing voor verkeersproblemen zoals ongevallen, files, energieverspilling, milieu en vervoersarmoede.

 

In rijke landen zullen zelfrijdende auto’s voor zakelijke rijders naar verwachting op den duur realiteit worden. Doordat de technologische innovaties zich vanuit de markt opdringen, wordt echter nooit de vraag gesteld waarom de zelfrijdende auto ineens de oplossing is voor problemen die autofabrikanten en overheden niet echt aanpakken of soms zelfs zelf veroorzaken. Een voorbeeld daarvan is het verhogen van de snelheidslimieten in Nederland.

 

In deze presentatie beschrijft Kroon de theorie van de zelfrijdende auto naast de praktijk van de situatie op de weg gelegd. Hierbij kijkt hij naar alle problemen die de zelfrijdende auto zou moeten oplossen met als belangrijkste vraag: kan de zelfrijdende auto de hoge verwachtingen waarmaken en moeten we überhaupt wel een ‘drone op vier wielen’ willen?

Effectbepaling C-ITS en geautomatiseerd rijden
Bert van Velzen, Sweco, leidt een discussiesessie over de effecten van geautomatiseerd rijden. Autorijden, en daarmee het autoverkeer, maken een transitie door die samenhangt met de ontwikkeling en toepassing van systemen voor het ondersteunen van de rijtaak en het versoepelen van de verkeersafwikkeling.

 

Er is sprake van een steeds sterkere co-operatie tussen infrastructuur (inclusief de wegkantsystemen die daar deel van uitmaken), voertuigen (ook onderling) en hun bestuurders. Welke effecten heeft dit en hoe kunnen we deze effecten bepalen (meten en berekenen)? Niet alleen in de eindsituatie (voor zover die bereikt zal worden), maar ook in de transitieperiode, die overigens al begonnen is.

 

Van Velzen geeft een schets van de uitdaging die hier ligt, en stelt een aantal vragen waar in deze discussiesessie op ingegaan kan worden. Hij gaat in op de verkeersstroom op een wegvak. Wat is een waarschijnlijk ontwikkelingsscenario en hoe kunnen we dat monitoren?

 

NVC-programma

Zie voor meer informatie over het programma en de voorlopige zaalindeling: www.nationaalverkeerskundecongres.nl/kennisdelen

 
Auteur: Else Adriaans