“Eerder hield ik me eerder bezig met zaken als voertuigverliesuren, digitaal verkeersmanagement en ‘onnodig wachten’”, vertelt filosoof en verkeerskundige Zeger Schavemaker. “Nu denk ik na over de filosofische deconstructie van ons mobiliteitssysteem, zoals wij dat kennen. Veranderingen op een oppervlakkig niveau werken niet, we moeten niet alleen naar de boom maar ook naar de wortels kijken.”
Mobiliteit als aanname
Met die wortels bedoelt Schavemaker de aannames en overtuigingen die ten grondslag liggen aan ons denken, aan ons narratief. Zeger werkt aan een analyse van onze mobiliteit en van onze aannames.
“We hebben aannames die we zo normaal zijn gaan vinden, dat we ze niet meer bevragen. Ze vormen gezamenlijk ons narratief. Dit narratief bepaalt vervolgens onze leefomgeving, onze systemen en onze levenswijze. Helaas veroorzaakt ons huidige narratief vele crises.”
“Onze huidige gedachte over mobiliteit is veelal gekoppeld aan bereikbaarheid, en dan vooral aan snelheid en aan groei van gemotoriseerd verkeer. “Mobiliteit en met de name de auto zien we als vrijheid. We vinden dat iedereen gebruik moet kunnen maken van mobiliteit en dat het een basisbehoefte is om kansen te krijgen. Daarbij denken we ook dat de huidige manier van vormgeven van mobiliteit, een logische optie is, maar misschien kijken we over honderd jaar wel net zo meewarig naar ons (auto)mobiliteitssysteem als we nu kijken naar de door mensen gedragen karren uit de Romeinse tijd. Want wat we nu als vanzelfsprekend zien, hoeft dat op termijn helemaal niet te zijn.”
“Overtuigingen zijn onbewust”, vervolgt Schavemaker, “maar ze bepalen wel hoe we er invulling aan geven en welke verwachtingen we hebben. Overtuigingen vormen zo de wortels onder onze samenleving. Pas als we ze blootleggen, kunnen we het erover hebben: wat is een goed leven en welke verplaatsingen horen daarbij?
Deze onderliggende overtuigingen zijn dominant; bijvoorbeeld dat we individuele vrijheid tot het maximum moeten faciliteren, of dat de auto ons vrijheid biedt. Daar moeten we op reflecteren. Reflecteren is weliswaar iets normaals, wat we ook continu doen. Maar reflectie op je eigen waarden, normen en overtuigingen, kan ook heel kwetsbaar voelen.”
“Zo weten we dat gezondheid, een veilige leefomgeving, een sociale omgeving en een zinvol bestaan essentieel zijn voor iedereen. De essentie van verplaatsen is dan interactie en verbondenheid. Dat betekent goede interacties organiseren, kunnen participeren aan de gemeenschap, ergens kunnen komen waar je graag wil zijn, activiteiten in nabijheid kunnen bereiken, gezond kunnen blijven en jezelf kunnen ontplooien en ontdekken. Maar ook, het ontmoeten van de ander, rust, natuurlijke omgeving, schone lucht, het uitwisselen van kennis en cultuur, interactie mogelijk maken tussen mensen, met jezelf en met je omgeving. En dat alles met een passende ecologische voetafdruk. Niet alleen voor de mens, maar voor alle levende wezens. Van superioriteit naar verbondenheid. Die interactie met andere wezens is spannend en soms ook onveilig, maar wel vol avontuurlijke kriebels die je het gevoel geven écht te leven.”