Minister wil ov-sector tegemoetkomen

Minister Van Nieuwenhuizen en de decentrale overheden willen helpen om alle Nederlandse ov-bedrijven helpen overeind te blijven, in deze moeilijke tijden voor de sector. Dat vertelt Pedro Peters, voorzitter van branchevereniging OV-NL.

Ook blijven alle ov-bedrijven tot minstens eind april via de basisdienstregeling rijden.

Dat is besproken op het NOVB-overleg van maandag 6 april.  Hier waren naast Jaap Bierman (HTM), Pier Eringa (Transdev), Anne Hettinga (Arriva) en Peters, ook Floor Vermeulen namens de provincies, Sharon Dijksma namens de vervoerregio’s en minister Van Nieuwenhuizen aanwezig.

“Ik ben blij dat de overheden willen meedenken om onze problemen op te lossen, we trekken deze periode samen op”, zegt Peters. “We hebben afgesproken dat alle ov-bedrijven een beroep gaan doen op de NOW-regeling, maar de overheden begrijpen dat we dan alsnog met een financieel verlies te kampen hebben. Komt bij dat we dit verlies niet kunnen beperken, want we moeten en we willen blijven rijden omdat we een vitale sector zijn.”

Daarom is afgesproken deze maand de omvang van de financiële problematiek in beeld brengen inclusief mogelijke oplossingen. Daarvoor is een werkgroep in het leven geroepen, waarin ministerie, decentrale overheden en vervoerbedrijven samen optrekken . “Het NOVB blijft wekelijks bij elkaar komen en wil dan eind april de balans opmaken. De overheden zullen dan bezien hoe en in hoeverre ze het ov financieel kunnen compenseren.

Werkgroepen

Daarnaast is ook een gezamenlijke werkgroep in het leven geroepen die de effecten op middellange en langere termijn in kaart gaat brengen. “Wat nou als we na 2 juli bijvoorbeeld weer volledig kunnen rijden? En wat gebeurt er als mensen structureel meer zullen gaan thuiswerken, het leerlingenvervoer minder wordt, et cetera? Wanneer anderhalvemeter-regel intact blijft, kunnen we veel minder mensen vervoeren. Dat zijn allemaal effecten die we in kaart willen brengen.”

Ook is gesproken over abonnementen, omdat veel reizigers momenteel hun abonnementen niet kunnen gebruiken.  Daarvoor bestaan binnen de bestaande abonnementregelingen voor de reizigers diverse mogelijkheden om hun abonnement te annuleren of op te zeggen. Reizigers kunnen – ook in deze financieel moeilijke tijd voor de ov-bedrijven – deze regelingen gebruiken.

“Maar helaas zien de bedrijven en overheden geen mogelijkheden om reizigers hierboven extra te compenseren: die ruimte is er gewoon niet. De regelingen die er al zijn in het stad- en streekvervoer zijn al vrij ruim voor reizigers. Maar ik hoop op hun begrip; de sector zit in zwaar weer.”

Spugers en zwartrijders

Ten slotte merkt Peters op dat het aantal reizigers momenteel stabiel is en het ziekteverzuim onder ov-medewerkers lichtelijk terugloopt, maar dat het aantal zwartrijders in, met name de bus, wel toeneemt. “Op bepaalde trajecten rijdt zo’n 20 procent nu zwart. En dat zijn niet alleen jongelui, maar ook mensen die naar hun werk moeten, bijvoorbeeld vanuit de zorg.”

Daaraan gepaard neemt ook het aantal incidenten toe. “Het ergst zijn de spuugincidenten. Vaak zijn dat jongeren, die even de bus instappen om te spugen en dan weer uitstappen.” Vorige week zijn een stuk of 15 spuugincidenten gemeld. Twee spugers zijn op heterdaad betrapt. “Gelukkig hanteert justitie  een lik-op-stuk-beleid. Als je gepakt wordt, zijn er al mensen voor acht weken de bak in gegaan.” Hij doet nogmaals de oproep voor normaal en fatsoenlijk gedrag. “Overigens moeten we niet vergeten dat de meeste reizigers heel positief reageren.”