Minister versnelt overgangsfase naar uniforme wegmarkering

Al binnen vijf jaar, in plaats van over 15 jaar, zijn alle niet-autosnelwegen voorzien van uniforme wegmarkering. Daarvoor stelt minister Peijs van Verkeer en Waterstaat 10 tot 15 miljoen euro beschikbaar. De minister nam deze beslissing mede naar aanleiding van een oproep van de ANWB om de overgangsfase naar eenduidige wegmarkeringen sterk te verkorten.

Het uitvoeringstraject naar uniforme belijning van niet-autosnelwegen buiten de bebouwde kom liep in eerste instantie parallel aan de reguliere onderhoudsagenda van wegen. Dat betekende dat pas over 15 jaar alle wegen zouden zijn voorzien van een markering conform de dit jaar verschenen richtlijn Essentiële herkenbaarheidskenmerken. Een veel te lange periode, maande onder meer de ANWB in een brief aan minister Peijs. Uit onderzoeken die de bond in de afgelopen twee jaar uitvoerde met participatie van 500 weggebruikers, blijkt de actuele variatie in belijning van wegen één van de grootste struikelblokken te zijn bij het bepalen van het juiste snelheidsgedrag. Bovendien wordt de bond regelmatig benaderd met vragen over de betekenis van markeringen. In de overgangsfase naar uniforme belijning worden verschillende soorten belijning gerelateerd aan een zelfde snelheidslimiet En andersom, bij één en dezelfde markering kunnen momenteel verschillende snelheidslimieten gelden. In het ergste geval leidt dit volgens de ANWB tot ‘onverschiligheid’ bij de weggebruiker over de belijningen en bepaalt de weggebruiker zelf wel hoe hij zich gedraagt.
De minister deelt deze zorg en laat in een recente brief aan de Tweede Kamer weten dat zij de invoering van de herkenbaarheidskenmerken van niet-autosnelwegen wil versnellen door het uniformeringsproces los te koppelen van het regulier onderhoud. De meerkosten hiervan bedragen 10 tot 15 miljoen euro.