Minister Van Nieuwenhuizen: "Nu doen wat direct kan"

Minister van Nieuwenhuizen slaat de handen ineen met de bouwsector en neemt maatregelen om werk aan infrastructuur draaiende te houden en waar mogelijk juist te versnellen, nu de verkeerssituatie daar kansen voor biedt. Hiervoor zal een speciale taskforce van Rijkswaterstaat samen met de bouwbedrijven in kaart brengen welke werkzaamheden direct uitgevoerd kunnen worden. De minister zet ook in op versnellen van asfalterings- en onderhoudswerkzaamheden bij lopende projecten. 

“We hebben onze bouwers die werken aan onze wegen, bruggen en andere infrastructuur hard nodig. Veel mensen verdienen hun boterham in de bouw. De sector is belangrijk voor onze economie. Daarom ben ik blij dat we samen met de sector de schouders er onder zetten zodat de vele bedrijven en mensen die werken in de bouw zo goed mogelijk door deze tijd komen en aan het werk kunnen blijven.”, aldus de minister.  “We richten ons op ‘nu doen wat direct kan’. Nu het rustiger op de weg is kunnen we bijvoorbeeld makkelijker een rijstrook afsluiten om extra meters te maken met het aanbrengen van een nieuwe laag asfalt of ander onderhoudswerk alvast meenemen. Dit levert niet alleen extra werk op voor de bouw maar zorgt er ook voor dat er minder hinder is als het weer drukker is op de weg.”

Minder verkeer

Door de coronacrisis is er veel minder verkeer op de wegen. Rijkswaterstaat onderzoekt nu samen met aannemers en wegbeheerders welke extra werkzaamheden hierdoor snel kunnen worden uitgevoerd. Het gaat bijvoorbeeld om het naar voren halen van de onderhoudswerkzaamheden aan de A1 richting Apeldoorn tussen knooppunt Hoevelaken en Barneveld. De werkzaamheden op de A12 aan het viaduct Stadsbosch kunnen dankzij een gehele afsluiting al in twee weekenden in plaats van drie worden afgerond. Op de A8 wordt het werk ter voorbereiding op het groot onderhoud in de zomer versneld opgepakt. 
 

Rijkswaterstaat onderzoekt ook of werkzaamheden die in de komende jaren gepland staan wellicht naar voren gehaald kunnen worden. Dit gaat om maatregelen die direct uitvoerbaar zijn, maar ook om maatregelen voor over een half jaar en voor 2021. De versnelling komt bovenop het eerdere impulspakket en de versnelling van beheer en onderhoud in 2020 en 2021. De minister heeft daarvoor dit jaar circa 100 miljoen euro extra uitgetrokken en volgend jaar 165 miljoen euro. Ook voor de vaarwegen is er dit jaar 150 miljoen euro extra beschikbaar.

Bouwend Nederland

“Ik voel me bijzonder gesteund door de inspanningen van minister Van Nieuwenhuizen om het werk in de GWW-sector veilig doorgang te laten vinden. Een vitale bouw- en infrasector is van levensbelang voor de Nederlandse economie. Werk in de markt blijven zetten en daar waar mogelijk naar voren halen is de beste waarborg voor spoedig economisch herstel.”, aldus Maxime Verhagen, voorzitter Bouwend Nederland. 

Doekle Terpstra (Techniek Nederland): “Het is belangrijk dat we juist  in deze periode werken we aan de versterking van onze infrastructuur. Hiermee houden we onze bedrijven en de werkgelegenheid in stand en komen we sterker uit deze crisis.’

Ingekorte betaaltermijn

Het naar voren halen van de werkzaamheden moet ook de bouwbedrijven door de crisis heen helpen. Snelheid en continuïteit van betalingen helpt bedrijven aan voldoende liquiditeit om op korte termijn aan lopende betalingsverplichtingen te kunnen voldoen. Rijkswaterstaat gaat daarom waar mogelijk betaaltermijnen in contracten terugbrengen naar 1 maand, waar dat nog niet het geval is.Bij producten en diensten met lange doorlooptijden past Rijkswaterstaat waar mogelijk het betaalritme aan naar meerdere termijnen van een maand. Ook geeft Rijkswaterstaat aan soepel om te gaan met zaken zoals het verlenen van uitstel van termijnen en versoepeling van het boeteregime.