Minder politietaken voor NS-conducteurs

Alle - momenteel 3800 - NS-conducteurs zijn sinds jaar en dag ook buitengewoon opsporingsambtenaar, kortweg BOA. Daardoor mogen zij beperkte ‘politietaken’ uitvoeren, zoals het opmaken van een ontwerp-procesverbaal, maar ook gepast geweld toepassen. Omdat vanaf volgend jaar strengere eisen gelden voor de geweldsbevoegdheid, wilde NS het aantal BOA’s terugbrengen naar zo’n 6 à 700. Inmiddels is dat idee van tafel. Alle NS-conducteurs blijven BOA, zonder geweldsbevoegdheid. NS wil zo'n 6 à 700 conducteurs wél de geweldsbevoegdheid geven en laten opereren als security-teams. Waar nodig gaan zij conducteurs en andere NS-ers in de treinen en op de stations ondersteunen.

NS-conducteurs volgen sinds kort ook de nieuwe, door Mobis ontwikkelde BOA-OV-opleiding. Voorheen werden NS-conducteurs ‘intern’ tot ‘NS-BOA’ opgeleid. Maar door de marktwerking in het ov ontstond de behoefte aan een nieuwe, uniforme BOA-OV opleiding. Deze gecertificeerde ov-functionarissen zijn multi-inzetbaar in zowel, trein, bus als metro. Minister Karla Peijs reikte medio maart de eerste BOA-OV-certificaten uit, onder meer aan de eerste NS-conducteurs. Deze bevoegdheid geldt vijf jaar. Sinds maart 2006 opereert de Spoorwegpolitie ook in de trein in het kader van de proef ‘Bleu train’ op het traject Schiphol- Roosendaal. KLPD-woordvoerster Carine Portengen: ‘Deze proef is geslaagd als de agressie in treinen aantoonbaar daalt, evenals het aantal meldingen van vandalisme en zakkenrollerij. In deze pilot die een jaar duurt, willen we op het proeftraject inzicht krijgen in de vormen van agressie en eventuele piekmomenten. Bij gebleken succes kan het zijn dat de Spoorwegpolitie haar surveillance gaat verplaatsen van het station naar de trein. Maar dan alleen waar het nodig is.’ Portengen benadrukt overigens dat deze proef los staat van het NS-voornemen om minder geweldsbevoegde conducteurs in de trein in te zetten. Wij gaan niet de taken overnemen van de conducteur, maar blijven een aanvullende taak houden. De conducteur doet zijn werk en als daarbij problemen ontstaan, grijpt de spoorwegpolitie in. Met de proef beoogt de politie wel sneller in te grijpen bij agressie, maar tevens door de aanwezigheid ook agressie te voorkomen. Portengen verwacht wel, evenals NS, beduidend minder agressie vanwege het betrappen op zwartrijden na invoering van de OV-chipkaart, maar volgens haar blijft de inzet van de politie dan zeker nog nodig om vandalisme en zakkenrollerij tegen te gaan.