Minder Hinder in en om Leeuwarden 2011-2015 (VK 1/2012)
Dit artikel vindt u in Verkeerskunde 1/2012 onder de titel
'Fryske aanpak Minder Hinder'
Willem de Vries en Marja Verstoep, Rijkswaterstaat
Pim Broersen, Grontmij
1. Aanleiding
In de periode 2011 tot 2015 vindt er in de regio Leeuwarden een groot aantal infrastructurele werkzaamheden plaats in het kader van het infrastructuurprogramma Leeuwarden-Vrijbaan. De realisatie van dit programma is in handen van de wegbeheerders Rijkswaterstaat, provincie Friesland en gemeente Leeuwarden. De weggebruiker zal tijdens de uitvoering van de werkzaamheden te maken krijgen met extra verkeershinder. De onderstaande kaart geeft aan op welke delen van het netwerk gewerkt zal gaan worden.
Klik op de afbeelding voor een vergroting
Rijkswaterstaat is binnen Leeuwarden-Vrijbaan de trekker voor het opstellen van een integraal plan om het verkeers- en mobiliteitsmanagement (VM/MM) in deze regio op te pakken. De gemeente Leeuwarden, de provincie Friesland en Rijkswaterstaat hebben hiertoe gezamenlijk de MinderHinderaanpak gevolgd en een MinderHinderscan en MinderHinderplan opgesteld. Een belangrijke bijdrage is geleverd door het adviesbureau Grontmij zowel qua inhoud als proces.
2. Kern van MinderHinderaanpak
In de MinderHinderaanpak staat de weggebruiker centraal: De weggebruiker wil zich, tijdens de wegwerkzaamheden, zonder al te veel extra overlast van A naar B verplaatsen. Om de hinder te identificeren en maatregelen te formuleren maakt de MinderHinder aanpak gebruik van de
zevenklapper.
De klappen/stappen die achtereenvolgens worden doorlopen zijn:
- Slim plannen;
- Slim bouwen;
- Mobiliteitsmanagement;
- Verkeersmanagement;
- Communicatie;
- Publieksgerichtwerken;
- Regionale samenwerking.
Voor de situatie in Leeuwarden is gebleken dat de hinder vooral beperkt wordt met slim bouwen en slim plannen. De andere stappen zijn daaraan vooral ondersteunend.
3. Vernieuwende elementen toegepast in Leeuwarden:
a. Gezamenlijke Netwerkaanpak
Vernieuwend in de Leeuwardense aanpak is dat de MinderHinderaanpak netwerkbreed en door drie wegbeheerders gezamenlijk wordt opgepakt en toegepast. De aanpak omvat het gehele netwerk van Leeuwarden-Vrijbaan en omvat wegwerkzaamheden van rijk, provincie en gemeente die zich binnen dit programma aandienen. In feite is de minder Hinder aanpak in Leeuwarden vooral een gebiedsgerichte aanpak geworden, waarin regionale samenwerking een heel belangrijke voorwaarde en een bindend element is voor het slagen van de aanpak.
b. Routeaanpak
Uitgaande van de weggebruiker is de centrale vraag in de Leeuwardense aanpak 'hoe kan het verkeers- en vervoersnetwerk voor alle modaliteiten zo goed mogelijk blijven functioneren gedurende de wegwerkzaamheden en wat heb je daarvoor nodig om dit te kunnen bewerkstelligen?” Om het belang van de weggebruiker te borgen is gebruik gemaakt van de routeaanpak. De belangrijkste voorkeursroutes van de weggebruiker, zoals deze in het GebiedsGerichBenutten Leeuwarden (GGBL-2008) zijn benoemd. De routes, zijn opnieuw tegen het licht gehouden. Daaruit is een routekaart ontwikkeld, hierop staan de voorkeursroutes en de mogelijke alternatieve routes die weggebruikers tot hun beschikking hebben.
c. Multimodaal
De effecten van de werkzaamheden zijn zowel voor de gebruiker van de auto, de fiets als het openbaar vervoer tegen het licht gehouden.
d. Aandacht voor bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid:
In het bepalen van de hinder en het treffen van maatregelen worden de effecten van de wegwerkzaamheden op de bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid binnen het gebied meegenomen en gewogen.
e. Continu proces
De belangrijkste projecten van Leeuwarden-Vrijbaan worden gerealiseerd in de periode van 2011 tot 2015. De gevolgde werkwijze zal periodiek herhaald moeten worden om te bepalen of er aanpassingen nodig zijn. Bij grootschalige projecten met een uitvoeringsperiode van jaren is vaak niet te overzien of er wijzigingen gaan optreden in de fasering van het project, bijvoorbeeld als gevolg van verschuivingen in de planning. Het omgaan met deze onzekerheden vraagt om een continue alertheid bij de verschillende wegbeheerders en bij de opdrachtnemers die de werken gaat uitvoeren. Door het steeds weer doorlopen van de zeven stappen van de MinderHinderaanpak kan tijdig en adequaat worden ingespeeld op gewijzigde omstandigheden. Deze aanpak vraagt om een beheersorganisatie waarin de drie wegbeheerders en andere belangrijke stakeholders zoals hulpdiensten zijn vertegenwoordigd.
4. Werkwijze Minderhinderaanpak Leeuwarden nader toegelicht
a. Start
De dienst Noord Nederland van RWS heeft een plan van aanpak opgesteld. Op basis van dit plan is Grontmij gevraagd om de MinderHinderscan, het MinderHinderplan en de contracteisen op te stellen. Hieraan is in projectverband gewerkt waarin de verschillende wegbeheerders actief hebben deelgenomen.
b. Beleidsuitgangspunten ( BLUPS)
In de beleidsuitgangspunten hebben de wegbeheerders de beleidsmatige kaders voor bereikbaarheid veiligheid en leefbaarheid geformuleerd. De BLUPS zijn van belang voor het identificeren van hinderproblemen, voor het bepalen van oplossingsrichtingen en voor het inzetten van maatregelen. Hiervoor is gebruik gemaakt van de resultaten van de gebiedsgerichte aanpak Leeuwarden.
c. MinderHinderscan
De MinderHinderscan geeft, gegeven de wegwerkzaamheden, een beeld van de te verwachten hinder voor het verkeer. Om de hinder te kunnen bepalen zijn alle wegwerkzaamheden en hun verwachte effecten op bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid bekeken. Uit het verkeersmodel is de spitsintensiteit (per uur) ter plaatse van de werklocaties gehaald. Tevens is per werklocaties in overleg met wegbeheerders een globale inschatting gemaakt van de uitvoeringswijze (bijvoorbeeld stremming, rijstrookafsluiting, rijstrookversmalling, et cetera) en uitvoeringsperiode (bijvoorbeeld weekend/nacht, spits, overdag). De werkzaamheden zijn op de routekaart ingetekend.
Klik op de afbeelding voor een vergroting
Vervolgens is op grond van de wijze van uitvoering, de intensiteit en de periode waarin het werk naar verwachting wordt uitgevoerd een score per werk bepaald. De score is een maat voor de verwachte hinder voor het verkeer per wegproject en daarmee ook per route.
Omdat tijdens het maken van de MinderHinderscan nog geen gedetailleerde informatie over fasering en uitvoeringswijze beschikbaar was, zegt de score niet zozeer iets over de absolute hinder die verwacht wordt tijdens de wegwerkzaamheden, maar eerder iets over de onderlinge rangschikking van de te verwachte hinder voor het verkeer:
Uit de bovenstaande analyse zijn een drietal probleemclusters geïdentificeerd. Binnen deze clusters wordt hinder voor het verkeer verwacht tijdens de wegwerkzaamheden. Deze probleemclusters zijn gelegen op de hoofd in- of uitvalswegen van Leeuwarden.
Te weten:
- De Westelijke Invalsweg;
- Werpsterhoek;
- De Drachtsterweg.
d. MinderHinderplan
Naar aanleiding van de uitkomsten van de MinderHinderscan is aan de hand van de 7-klapper een uitwerking gemaakt van diverse maatregelen die kunnen worden ingezet om de hinder voor de weggebruikers te minimaliseren. Bij de uitwerking is onderscheid gemaakt tussen generieke en projectspecifieke maatregelen. De generieke maatregelen ondersteunen het functioneren van het hele netwerk en projectspecifieke maatregelen zijn nodig om de hinder voor het project op te vangen.
- Slim plannen
Om het functioneren van het netwerk gedurende de wegwerkzaamheden te kunnen waarborgen is inzicht in de potentiële verkeershinder die de werkzaamheden kunnen geven nodig. Daarnaast is ook de onderlinge afhankelijkheid en het onderlinge effect van de verschillende wegwerkzaamheden van belang. Grontmij heeft daarvoor een afstemmingssystematiek ontwikkeld, de koppelingenkaart. Deze kaart biedt de overheden een handvat bij het afstemmen van wegwerkzaamheden. In de koppelingenkaart zijn de onderlinge afhankelijkheden tussen de diverse werklocaties voor wat betreft de verwachte hinder zichtbaar gemaakt. Positieve koppelingen zijn de werken waarvoor het gunstig is, qua hinderverwachting, juist gecombineerd/ gelijktijdig op te pakken. De negatieve koppelingen zijn de werken waarvoor wordt geadviseerd dit juist niet te doen. Mocht een negatieve koppeling tussen werkzaamheden zich gaande het proces voordoen, bijvoorbeeld als gevolg van een gewijzigde planning/ fasering, dan houdt dit een noodzaak tot afstemming in. Uit deze afstemming kan vervolgens blijken dat de combinatie van uitvoering niet gewenst wordt geacht. Er zal dan naar andere oplossingen moeten worden gezocht.
Klik op de afbeelding voor een vergroting
Het kaartbeeld met koppelingen vormt voor wegbeheerders een belangrijk hulpmiddel. Met de door Grontmij ontwikkelde koppelingenkaart kan men ongeacht de periode waarin een werk wordt uitgevoerd, beoordelen voor welke werklocaties afstemming vereist is en waar meerwaarde gecreëerd wordt door werken te combineren.
- Slim bouwen
Om bouwers te motiveren om een bouwmethode te kiezen met de minste hinder, zal dit een criterium moeten zijn wat meeweegt bij de keuze van de aannemer. Binnen het aspect slim bouwen is voor de Haak Zuid (één van de deelprojecten uit Leeuwarden-Vrijbaan) beschreven hoe dit verwerkt kan worden in de eisen die worden meegegeven in de aanbesteding van een realisatieproject.
- Mobiliteitsmanagement
Gedurende de Minder Hinderwerkwijze en de verdere uitwerking daarvan zal moeten blijken welke specifieke mobiliteitsmanagementmaatregelen, naast de reeds lopende generieke mobiliteitsmanagementmaatregelen waar en wanneer ingezet moeten worden. Het ontwikkelen van enkele carpoolterreinen wordt kansrijk geacht evenals de ontwikkeling van een P+R terrein.
- Verkeersmanagement
Bij verkeersmanagement is allereerst gekeken naar het omleiden en sturen van het doorgaande en lange afstandsverkeer. Tevens is gekeken naar maatregelen in de directe omgeving van Leeuwarden zoals het verstrekken van reistijdinformatie, filewaarschuwing, ontvlechting van verkeer, optimalisatie verkeersafwikkeling, etc. Voor de uitgewerkte verkeersmanagementmaatregelen op korte en lange afstand zie bijgevoegde kaartbeelden).
Klik op de afbeelding voor een vergroting
- Communicatie
Met communicatie kan zachte hinder (irritatie) bij de weggebruiker voorkomen worden. De wegbeheerders krijgen bovendien de kans om zich te profileren als een betrouwbare wegbeheerder.
In Leeuwarden is onder de noemer ‘Leeuwarden Vrij Baan’ een communicatiestrategie opgesteld. Hierin wordt ook communicatie naar de weggebruiker verzorgd. Via een website en informatieborden langs de weg krijgt de weggebruiker informatie over bijvoorbeeld de duur van het werk. Daarnaast maakt RWS gebruik van de VanAnaarBeter strategie. Deze informatielijnen worden met elkaar afgestemd.
- Publieksgerichte uitvoering
De aanvullende afspraken voor publieksgericht werken zijn vooral gericht op het beperken van de hinderbeleving. Voor Leeuwarden zit dit deels verwezen in de communicatie en deels in de wijze van uitvoering. Dit vraagt van de wegbeheerders dat ze dit aan de aannemer voorschrijven en de aannemer aanspreken op een juiste uitvoering.
- Regionale samenwerking
Regionale samenwerking is vereist, daarbij wordt geadviseerd om de systematiek van hinderbepaling periodiek te doorlopen. Naar mate werkzaamheden dichter op de uitvoeringsperiode komen kan immers een gedetailleerdere inschatting worden gemaakt van de verwachte hinder. Grontmij heeft vergelijkbare ervaringen opgedaan in Noord-Holland, waar een periodieke afstemmingsstructuur bestaat om werkzaamheden tussen diverse wegbeheerders onderling op elkaar af te stemmen (RegioRegie genaamd).
e. Contracteisen
Uiteindelijk zal het MinderHinderplan moeten doorvertaald in contracteisen voor de aannemers die de werken moeten gaan uitvoeren. Deze laatste stap is nodig om de aannemer mee te nemen in de gedachtegang van het MinderHinderplan zodat hij tijdens de realisatie de nodige maatregelen neemt voor de weggebruiker.
5. Conclusies
- De MinderHinderaanpak op het netwerkniveau waarin meerdere wegbeheerders participeren, staat of valt met goede regionale samenwerking en goede onderlinge informatievoorziening;
- Van belang is dat de wegbeheerders handelen in de geest van de geformuleerde en afgesproken beleidsuitgangspunten;
- Om afwijkingen van de beleidsuitgangspunten te identificeren wordt geadviseerd om in de uitvoeringsfase de verkeerseffecten te monitoren en als wegbeheerders gezamenlijk te bespreken;
- De MinderHinderscan beschrijft de verwachte overlast (= bruto hinder) voor de weggebruiker als gevolg van de wegwerkzaamheden. Aanbevolen wordt om elk kwartaal een MinderHinderscan uit te voeren. Dit om tijdig problemen te kunnen signaleren en om tijdig (aanvullende) maatregelen te kunnen treffen;
- Om het functioneren van het hele wegennetwerk voor het autoverkeer te waarborgen zijn zowel maatregelen op netwerkniveau nodig als per realisatieproject. De netwerkmaatregelen zijn aanvullend op de maatregelen die al per individueel realisatieproject worden genomen;
- Slimplannen en slimbouwen zijn, voor het MinderHinderplan in Leeuwarden, de belangrijkste maatregelen die de grootste invloed hebben op de beperking van de te verwachten hinder. De andere maatregelen uit de MinderHinder-zevenklapper zijn ondersteunend;
- De noodzaak voor extra maatregelen en daarmee de kosten zijn beperkt door de strenge randvoorwaarden die vanuit de beleidsuitgangspunten zijn meegegeven aan het Slim plannen en slimbouwen. Na verdere uitwerking van de maatregelen kan definitief een besluit worden genomen over de inzet;
- De betrokken wegbeheerders zullen de aannemers uitdagen om bij de uitvoering van de werkzaamheden zoveel mogelijk rekening te houden met de weggebruiker en de omgeving. Daartoe worden in de contracten voorwaarden opgenomen;
- Er zal een beheerorganisatie moeten worden ingericht om als gezamenlijke wegbeheerders het netwerkmanagement te kunnen uitvoeren;
- Er zal een operationeel team in gesteld moeten worden om tijdens de uitvoering van Leeuwarden-Vrijbaan de verkeerseffecten te monitoren en zo nodig snel (extra) verkeersmanagementmaatregelen in te zetten;
- Er zal jaarlijks een budget moeten worden vrijgemaakt voor de MinderHindermaatregelen die de wegbeheerders in gezamenlijkheid gaan treffen.
Auteur: Margriet Verhoog
Reactie plaatsen •