Miljoenen parkeerders als klant
Dé grote omslag die Ton van Puffelen met zijn softwarebedrijf Desyde maakt is een switch in focus op het gemeentelijke digitale parkeervergunningensysteem naar de gebruikersvriendelijkheid van producten en verdergaande toepassingen voor de gebruiker, de parkeerder. Wil de parkeerder niet sjouwen met boodschappen, maar ze aantreffen in een box bij de auto? Dan gaan we daarnaar kijken. Een gesprek met directeur Van Puffelen.
Van Puffelen houdt trends goed in de gaten en beweegt mee op veranderingen in de samenleving, in mobiliteit en vooral in parkeren en parkeerproducten. Om een beeld te schetsen hoe zijn bedrijf reageert op nieuwe wensen en digitale mogelijkheden, start Van Puffelen bij het begin van de digitale parkeerproductontwikkeling, ruim vijftien jaar geleden.
“Hier en daar werd in gemeenten betaald parkeren ingevoerd en werd het drukker bij de balies van gemeentehuizen. Steeds meer burgers én ondernemers kwamen langs om een parkeervergunning aan te vragen of op te halen. Gaandeweg werd dit een steeds complexere zoektocht naar de juiste vergunning voor de juiste persoon. Dat kon anders, besloot Van Puffelen en ontwikkelde een digitaal parkeervergunningssysteem voor gemeenten. In eerste instantie voornamelijk om de gemeentelijke baliemedewerker te ontzorgen.
Het was minister Plasterk die in 2012 een push gaf aan het digitaal aanvragen en ontvangen van parkeervergunningen. Dat maakte de baliecontacten volledig overbodig, maar het systeem complexer. Meer en meer gemeenten stapten over op het digitaal vergunningsverwerkingssysteem en het online aanvragen door burgers. Van Puffelen: “We kregen daarvoor toegang tot de groeps-DigiD ’s van burgers en de E-herkenning van bedrijven. Dat was voorwaardelijk om de individuele vergunningaanvragen op de juiste manier te verwerken en op te leveren. Natuurlijk onder de nodige geheimhouding en alle consequenties daaromheen.”
Met de verdere automatisering van de parkeerproducten, leek ook het aantal variaties daarin een vlucht te nemen. Wel of niet gebaseerd op beleid, verzucht Van Puffelen. “Want als je denkt dat iedere gemeente dezelfde producten aanbiedt”, hoofdschudt hij halflachend. Nadat het systeem ”tot drie keer toe” helemaal opnieuw werd opgebouwd, kunnen gemeenten nu hun eigen variaties aan parkeerproducten én bijbehorende aanvraagprocessen zelf dynamisch inrichten gebaseerd op hun parkeerverordening, tot aan tijdelijke parkeeracties in bepaalde gebieden toe.
De nieuwste trend is dat gemeenten nu echt een stap maken naar de gebruiker. Niet alleen om het parkeerproduct te verfijnen, maar ook om erop te sturen. Van Puffelen buigt hierin mee en presenteert in Q1 een vernieuwd E-loket, en de vernieuwde app, die gebruikers stapje voor stapje tot een aanvraag leidt. Dat kan variëren van een vergunning voor bezoekers die willen parkeren, voor poolauto’s, tot de kentekenswitch, een oldtimerregeling, een vrijstelling voor artsen tot aan die voor een deelauto. De nieuwe (Web-)app is volledig gericht op de gebruiker, alle info bij de hand!
Sturen op parkeerverkeer willen gemeenten bijvoorbeeld doen om CO2 te reduceren. Dat betekent dat gemeenten moeten aangeven wat de schoonste routes zijn, in plaats van de snelste routes. Van Puffelen: “Mijn oproep aan gemeenten is: geef me de wensen van de gebruikers en geef me de klachten; ik vind een oplossing. Bouwen kan ik wel, maar ik moet weten wat de wensen van de gebruikers zijn. Willen de gebruikers niet meer sjouwen met boodschappen maar hun boodschappen aantreffen bij de auto in een box? Natuurlijk vergeten we niet verder te ontwikkelen aan de informatievoorziening van de gemeenten, parttime bewonersvergunning of waar komen mijn bezoekers vandaan?
Wat Van Puffelen opvalt, is dat gemeenten nog zo vaak maatregelen nemen zonder zicht te hebben op maatregelen elders in de regio. Het wordt volgens hem zo een lappendeken aan meer of minder goed onderbouwde maatregelen. “Ik ben een grote voorstander om de samenwerking tussen gemeenten te pushen”, zegt hij. Maar voor sommige dingen moet ook Van Puffelen zoals hij het glimlachend noemt ‘engelengeduld’ opbrengen.
En over 5 jaar? “Gemeenten krijgen nog meer inzicht in wie hun bewoners zijn en hoe ze zich verplaatsen. Dan kun je ze helpen of, schalks: “Manipuleren om op een plek te staan waar de gemeente dat wil.” Kijk, als je een verre reis maakt en je kunt vooraf een parkeerplaats reserveren op je eindbestemming, dan is de kans wel erg groot dat je daar ook gaat parkeren. Het eiland Texel biedt zo’n mogelijkheid waar zo’n 700.000 bezoekers per jaar gebruik van maken. Dus help mensen, dan hoeven ze niet te zoeken.”
Al met al verschuift mijn klant erkent Van Puffelen, van alle gemeenten die ik ontzorg, krijg ik nu heel Nederland als klant om te ontzorgen. Maar zo begon het ook, relativeert Van Puffelen. “Ik was bij een gemeente die me het probleem voorlegde van de baliemedewerker. Daar had ik wel een oplossing voor. Toen volgden al snel meerdere gemeenten, de lijst werd steeds langer. De volgende stap is om met het systeem gebruikerswensen op te lossen. Ik krijg wel de ruimte en ondersteuning van gemeenten en daar ben ik blij om, want er komen complexe vraagstukken aan. Wat denk je van een vergunning voor deelauto’s? Wie betaalt de rekening voor hoeveel deelautogebruikers en voor hoeveel parkeerplaatsen geldt die vergunning dan en waar liggen die parkeerplaatsen? In dezelfde parkeerzones? Dat gaan we oplossen, omdat ik wil dat het wordt opgelost. Maar eerlijk: er komen pittige vraagstukken die ik graag met vakinhoudelijke mensen van gemeenten oplos.”
Ton van Puffelen, directeur Desyde
Reactie plaatsen •