Lokale prikkels kunnen groene brandstof een handje helpen
'CO2-loze' auto's kunnen in het oude stadshart van Stockholm gratis parkeren. Met dit soort maatregelen is Zweden na Brazilië het eerste Europese land waar groene brandstof als bio-ethanol sterk wordt gepropageerd. Acht procent van het wagenpark draait er al op groene brandstof. Ook in Nederland zal bio-ethanol nog een grote vlucht nemen. Vóór 2015 zal tien procent van de benzinemarkt zijn overgenomen door bio-ethanol, voorspelt secretaris Remco Hoogma van het Platform Duurzame Mobiliteit.
De uit suikerriet (zoals in Brazilië) of suikerbiet geproduceerde ethanol kent een bijna gesloten CO2-cyclus, onder meer omdat ook oogst-kaf nuttig wordt gebruikt. Suikerbietareaal komt in Europa op grote schaal vrij bij wegvallende EU-suikersubsidies, waardoor de suikerproductie minder lonend wordt. Ook restproducten van de voedingsindustrie, die in Nederland op nog grotere schaal beschikbaar zijn, vormen prima grondstof voor bio-ethanol. Wereldwijd zou volgens een Ecofys-studie 20 à 25 procent van de behoefte aan transportenergie uit biomassa gedekt kunnen worden.
Agrarisch is het potentieel aanwezig, niet alleen in Nederland, maar zeker in Oost-Europa. De aanhoudend hoge olieprijzen helpen ook mee. Toch ligt de kostprijs voor een liter ethanol nog altijd ruim 50 eurocent boven die van gewone benzine. Aan de pomp zou de groene brandstof zelfs 2,5 tot 2,8 zo duur zijn.
'Daarmee is bio-ethanol nog steeds een duur alternatief', aldus Hoogma. Toch is hij van accijnsvrijstellingen niet zo gecharmeerd. 'Opgelegde verplichtingen helpen meer', meent hij, doelend op het plan van staatssecretaris Van Geel om de vrijblijvende Europese richtlijn van 5,75 procent biobrandstof in 2010 hier een verplichtend karakter te geven. Aanleiding voor Van Geel is dat Nederland op verkeersgebied ver achter dreigt te blijven bij de Kyoto-norm voor CO2-reductie. Die tegenvaller zou zelfs de CO2-winst van windenergie geheel teniet doen.
Opmerkelijk is dat SenterNovem, kennisinstituut voor energie en milieu en agentschap van het ministerie van Economische Zaken, bij monde van beleidsmedewerker Floris Mulder wél fiscale stimulering bepleit. 'Van Zweden en Brazilië kunnen we veel leren. Je zou invoerheffingen en accijnzen moeten verminderen. Wat Zweden en bijvoorbeeld Duitsland doen, ook met biodiesel voor bussen, is imponerend, maar in Nederland komt tot nu toe bijzonder weinig van de grond.'
Terwijl lokale prikkels volgens Mulder, best een handje kunnen helpen. ‘Tariefsreductie à la Stockholm bij het parkeren kan biobrandstoffen een duwtje in de rug geven. Een jaar lang gratis parkeren plus een aanschafsubsidie bijvoorbeeld, zoals de gemeente Leeuwarden zich voornam voor milieuvriendelijke auto's.’ Nog meer vleugels krijgen bio-ethanol en andere groene brandstoffen volgens hem, als zulke initiatieven, bijvoorbeeld met de milieusticker-achter-de-voorruit van staatssecretaris Van Geel, breed worden toegepast.
Hoogma van het Platform Duurzame Mobiliteit denkt dat niet alleen de stilstaande, maar ook de rijdende auto bevoordeeld kan worden in kilometerheffingen. Hij vergelijkt het met de Duitse Maut voor vrachtverkeer op de Autobahn, die ook differentieert naar emissie.
Voertuigtechnisch zijn er niet veel belemmeringen voor bio-ethanol. Om een gewone motor 'flexi-fuel' te maken zijn voor tank, sensoren en leidingen extra voorzieningen à 500 euro nodig, een verschil dat volgens Hoogma bij grootschalige productie nagenoeg kan worden weggemasseerd.
Duizend euro duurder dan 'standaard' is de nieuw geïntroduceerde Saab 9-5 BioPower die met E85 uit de voeten kan: een mengsel van 85 procent bio-ethanol en 15 procent minerale benzine. Wie de auto least merkt het verschil niet. Bio-ethanoltankstations ontbreken nog. Kroymans Corporation in Vianen, waaronder de Saab-importeur valt, overweegt zelf de eerste ethanolpompen te openen als de 'fossiele' markt er niet op insteekt.
Of marktwerking sec genoeg is, blijft de vraag. Suikerrietethanol zat in Brazilië al stevig in het zadel voordat de olieprijzen explodeerden. Katalysator daarvoor was dat de centrale overheid al jaren voordien simpelweg bijmenging met minstens 25 procent verplicht stelde, waarna de 'markt' zich daar verder op instelde.
Reactie plaatsen •