Literatuurtip: Feiten over de elektrische fiets

Met de opkomst van de e-fiets worden de onderlinge snelheidsverschillen op het fietspad niet groter, maar juist kleiner.

Dat is een van de conclusies die het Fietsberaad publiceert in ‘Feiten over de elektrische fiets’.

Wat weten we nu eigenlijk van de e-fiets? Fietsberaad heeft in deze nieuwe publicatie op basis van beschikbaar materiaal onderzocht wat er bekend is over het vervoermiddel, het bezit, gebruik, de verkeersveiligheid en het beleid rondom de e-fiets.

Volgens de wet is de e-fiets een gewone fiets. Voorwaarde is dat de elektromotor alleen ondersteuning levert als de e-fietser zelf trapt en de snelheid lager is dan 25 km/uur. Met de huidige accu’s is de actieradius 40 tot 70 kilometer.

Een aantal belangrijke conclusies:
- Nederland telt zo’n 1 miljoen e-fietsbezitters. 5 procent van de Nederlanders bezit een e-fiets, vrouwen van middelbare leeftijd en 60+ers zijn in de meerderheid
- Een e-fietsbezitter legt gemiddeld 31 kilometer per week af op de e-fiets, dat is veel meer dan een gewone fietsbezitter (18 kilometer). Samen leggen alle e-fietsers 1,3 miljard km per jaar af, dat is 10 procent van het totaal aantal gereden fietskilometers per jaar
- De snelheidsverschillen op het fietspad anno 2012 zijn niet – zoals verwacht – groter geworden, maar juist kleiner. Dankzij de e-fiets kunnen meer fietsers een gemiddeld tempo aanhouden. Wanneer meer jonge en vitale mensen de e-fiets gaan gebruiken, kunnen in de toekomst de snelheidsverschillen wel groter worden, wanneer meer e-fietsers een kruissnelheid van 25 km/uur aanhouden.
- In tegenstelling tot bij de gewone fiets, is er bij de e-fiets een duidelijk verband tussen het e-fietsgebruik en de stedelijkheid: naarmate de stedelijkheid afneemt, leggen e-fietsers meer kilometers af. E-fietsen worden vaak voor recreatieve tochten gebruikt, en de woon-werkafstanden in minder stedelijke gebieden zijn groter. De e-fiets kan dan beter concurreren met de auto, terwijl de gewone fiets meestal geen alternatief meer is.
- Mensen die op een e-fiets woon-werkverkeer afleggen, fietsen gemiddeld 11,7 kilometer. Autoforenzen die een e-fiets aanschaffen, hebben een woon-werkafstand die 2,5 keer groter is dan de doorsnee fietser (legt 4,5 km af). Autoforenzen die op korte (< 7,5 km) afstanden gebruikmaken van de auto, stappen niet over op de e–fiets omdat andere bezwaren – bagage, kinderen naar school brengen – een rol spelen.
- E-fietsers vanaf 60 jaar hebben een grotere kans op letselrisico dan jongere mensen. Oudere e-fietsers zijn kwetsbaarder en het extra gewicht van de fiets en de hogere snelheid vergroten op hogere leeftijd het letselrisico van de e-fiets. De meerderheid van de e-fietsers voelt zich op de e-fiets wel net zo veilig als op de gewone fiets.
- E-fietsers zien niet zozeer de oplaadmogelijkheden onderweg of infrastructuur als knelpunt, maar vooral het stallen van de fiets.

Lees hier de complete publicatie ‘Feiten over de elektrische fiets’

 
Auteur: Joske van Lith