Literatuurtip: Beter Beoordelen maatregelen Beter Benutten
Het afwegingskader dat momenteel wordt gebruikt om te bezien tot welke effecten Beter Benutten maatregelen kunnen leiden, kan beter.
Dat blijkt uit het rapport ‘Beter Beoordelen: Notitie over de afweging van innovatieve maatregelen van Beter Benutten’ van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM).
Het IenM-programma Beter Benutten - gericht op het slimmer, efficiënter en innovatiever benutten van weg, spoor en water – bestaat uit ruim 250 uiteenlopende maatregelen, die in 2011 door de programmadirectie zijn geselecteerd aan de hand van een afwegingskader met daarin criteria zoals kosteneffectiviteit en de bijdrage aan vermindering van de reistijd.
De meeste maatregelen zijn vooraf goed te beoordelen op effectiviteit. Op basis daarvan is de verwachting dat het programma leidt tot 20 procent vermindering van congestie op de desbetreffende knelpunten. De bij dit programma ingediende innovatieve maatregelen zijn allemaal kwalitatief getoetst, maar het bleek vanwege hun vernieuwende aard soms minder goed of onmogelijk te zijn om vooraf een kwantitatieve inschatting te maken van effecten.
Advies: kosteneffectiviteitanalyse
Het KiM adviseert in haar rapport om het bestaande afwegingskader beter toe te snijden op innovatieve maatregelen. Bij innovaties zijn de effecten en kosten-baten nog onbekend, er is nog geen ervaring mee opgedaan. Daarom wordt geadviseerd om een kosteneffectiviteitanalyse (KEA) in plaats van een MKBA uit te voeren, waarbij rekening wordt gehouden met de bijzondere eigenschappen van innovatieve maatregelen.
Aanvulling op afwegingskader Beter Benutten
In aanvulling op de bestaande Beter Benutten criteria zijn er volgens het kennisinstituut diverse mogelijkheden om het afwegingskader nader toe te snijden op innovatieve maatregelen:
• termijn: De keuze op welke termijn Beter Benutten meetbare effecten van haar investeringen verwacht. Blijft dit op de korte termijn, dan is er binnen het programma eigenlijk alleen ruimte voor innovaties die zich al (ver) in de implementatiefase bevinden. Innovaties in de ontwikkelfase leveren in de meeste gevallen niet op tijd resultaten.
• pilots: Als is gekozen voor een langere termijn waarop resultaten mogen worden behaald, is de tweede keuze of er van het beschikbare budget een gedeelte wordt gereserveerd voor pilots met innovaties in de ontwikkelfase. Bij een keuze voor pilots staat leren voorop en hoort het accent te liggen op het bereiken van beter inzicht in de effecten van de geteste innovatie.
• innovatieve aspecten: Vervolgens kan overwogen worden om criteria die meer inzicht en diepgang geven aan innovatieve aspecten van een voorstel, toe te voegen aan de al bestaande lijst van criteria. Denk hierbij aan criteria zoals bijdrage aan kennisontwikkeling, marktpotentie, signaleringsfunctie richting burger. De keuze welke criteria toe te voegen is vooral een kwestie van beleidsprioriteiten.
Auteur: Joske van Lith
Reactie plaatsen •