Limburg gokt op voordelen multimodale aanbesteding
Een super ov-aanbesteding: multimodaal en provinciebreed. Medio februari opende de provincie Limburg de inschrijvingstermijn met als sluitingsdatum 10 april. Zowel de spoorlijnen Nijmegen-Roermond en Maastricht-Kerkrade als het stads- en streekvervoer én de Limburgse regiotaxi’s zullen aan één vervoerder worden gegund. Of aan twee, want het geografische gebied is wel in een noordelijke en zuidelijke kavel verdeeld.
'De voordelen van multimodaal aanbesteden zijn helder’, zegt dr. Wijnand Veeneman, universitair docent aan de TU Delft. ‘Geïntegreerde definiëring van het aanbod en een uitvoering door één vervoerder zijn goede randvoorwaarden voor een product dat goed gebruikmaakt van sterkten van verschillende modaliteiten. Maar er zijn ook duidelijke nadelen. De complexiteit van de concessie neemt toe. Je moet daarom als ov-autoriteit twee dingen zeker weten: zijn we voldoende toegerust voor het aanbesteden en monitoren van een complexe concessie en gaan er voldoende vervoerders bieden?’
Minister Peijs kwam de provincie tegemoet door een verlengde concessietermijn van tien jaar toe te staan. De provincie Limburg voelt zich daarnaast verzekerd van draagvlak doordat ze vorig jaar zomer een marktconsultatie heeft gehouden onder 12 vervoersbedrijven, waaronder twee huidige kleine busvervoerders, SBM (Maastricht) en Limex (beide overigens dochtermaatschappijen van het Europese Veolia Transport). Bovendien heeft de provincie eind vorig jaar een inspraakversie van het Programma van Eisen op internet gezet, waarop geen negatieve reacties binnenkwamen. Wat betreft de toerusting heeft de provincie een klein ‘aanbestedingsteam’ aangesteld dat wordt ondersteund door gespecialiseerde adviseurs. Daarnaast ziet een viertal aanbestedingsdeskundigen in een tenderboard toe op het verloop van het aanbestedingsproces. Als het gaat om de monitoring denkt de provincie aan technische hulpmiddelen, zoals de chipkaart, en aan de ‘zichzelf controlerende wijze’ waarop de concessies zullen worden ingevuld.
En hoe denken de vervoerders over deze superaanbesteding? René de Beer, directeur van de Maastrichtse busmaatschappij SBM en - in deze aanbesteding als vertegenwoordiger van Veolia Transport Nederland - woordvoerder voor Limex en meerdere CVV-bedrijven: ’De voordelen zijn duidelijk en objectief vast te stellen: betere afstemming van dienstregelingen, kostenbesparing doordat parallelle lijnen verdwijnen en meer kwaliteit. Maar De Beer heeft ook bedenkingen. ‘Mocht het vooraf opgelegde ‘feedersysteem’ (trein als ruggengraat van het vervoersysteem) toch niet werken, dan zal de vervoerder zeggen: ’Provincie, je uitgangspositie was niet goed’ en de provincie zal reageren met ‘U levert geen goed product’, maar de reiziger zit er wel tien jaar aan vast. Volgens De Beer moet het feedersysteem zich eerst nog bewijzen. Als de provincie, zo hoopt De Beer, kiest voor twee vervoerders, zeg maar twee spoorlijnbeheerders, dan zal er eerder een gezonde competitie ontstaan tussen de percelen. Een ander punt van zorg is de bijzondere ‘Limburgse’ bedrijfscultuur, zoals bijvoorbeeld bij Limex. De Beer: ‘Hier wordt gewerkt met zelfsturende teams, waardoor de chauffeur dicht bij de klant staat, vaak zijn passagiers kent en zelfs even op ze wacht.’ Mocht Veolia (een deel van) de aanbesteding winnen, dan zal dit vervoersconcept worden uitgebreid, belooft De Beer, maar als een centraal sturende vervoerder zoals bijvoorbeeld Connexxion de gunning krijgt, wordt het volgens hem een stuk moeilijker om de locale bedrijfscultuur te handhaven.
Connexxion-woordvoeder Herman Opmeer bevestigt op voorhand ook de voordelen van deze aanbesteding: ‘Er is meer synergie mogelijk.’ Hij kan niet garanderen dat bij eventuele gunning de locale bedrijfscultuur kan worden gehandhaafd, maar benadrukt wel dat er serieus naar wordt gekeken. ‘Wij zijn er bij gebaat dat de over te nemen chauffeurs prettig kunnen werken.’
Reactie plaatsen •