Landelijke DVM-regisseur moet verkeersmanagement verder helpen
Willen we in de toekomst daadwerkelijk effect bereiken met het informeren, geleiden en sturen van het verkeer, dan zal er heel snel samenhang en afstemming moeten ontstaan tussen de veelheid aan initiatieven die worden genomen door de diverse overheden en marktpartijen. Die samenhang zou -, zo leert de ervaring uit diverse gestrande pogingen hiertoe- niet langs de gebruikelijke ‘koninklijke weg’ tot stand moeten komen, maar door een snel opererende landelijke DVM-regisseur of een kleinkoppig dvm-regieteam. Daartoe is opgeroepen tijdens het drukbezochte 7e symposium Dynamisch Verkeersmanagement van het vakblad Verkeerskunde.
Die waarschuwing voor een kentering in het niet optimaal kunnen informeren en geleiden van verkeersstromen door verkeersprofessionals als gevolg van gebrekkige onderlinge afstemming, spreekt uit de openingsfilm en uit diverse bijdragen van verkeerskundigen aan het 7e DVM-symposium op 10 mei in De Doelen in Rotterdam. En uit het gelijktijdig verschijnende vakblad Verkeerskunde, tevens organisator van dit tweejaarlijkse symposium.
De ANWB neemt deze waarschuwing serieus, zo blijkt uit de reactie van mr. Guido van Woerkom op de openingsfilm.
In deze film wordt duidelijk dat het niet alleen maar goed gaat met dynamisch verkeersmanagement. Goed gaat het als je het afmeet aan de hoeveelheid (initiatieven voor) dynamische verkeersmaatregelen die er plaatshebben in heel Nederland. En ook op het gebied van reizigersinformatie op de weg en in het openbaar vervoer. Met alle goede bedoelingen ten spijt, is het effect van de energie en het geld dat hieraan wordt besteed veel minder dan het zou kunnen zijn. Door gebrek aan afstemming blijft het bij het realiseren van losse bouwstenen, zonder dat van deze - op zich goede en nuttige bouwstenen - iets moois wordt gebouwd. Dat is zonde van de energie en het geld. Maar vooral zorgt dat ervoor dat echte effectiviteit uitblijft en de weggebruiker in het oerwoud van informatie de weg kwijtraakt. Om dit te voorkomen is een landelijke ´bouwopzichter’ voor DVM nodig, aldus het DVM-organisatiecomité.
Om tot een landelijke DVM-regisseur - die ook kan bestaan uit meerdere personen vanuit diverse organisaties - te komen zou niet gedacht moeten worden aan een zoveelste commissie die als taak krijgt om het land in te trekken en langs de geëigende platformformule tot draagvlak en consensus te komen. ‘Ik ken uit mijn praktijkervaring wel 20 initiatieven in die richting die voortijdig zijn gestrand’, aldus Marcel Westerman van adviesbureau Marcel en lid van het dvm-organisatiecomité. De, intussen breed gesignaleerde roep om regie over de DVM-ontwikkelingen zou dan ook op een andere manier worden georganiseerd.
Reactie plaatsen •