KpVV biedt platform voor decentraal verkeersmanagement

Na Rijkswaterstaat met haar verkeerscentrales, lopen decentrale wegbeheerders zich nu ook warm voor operationeel regionaal verkeersmanagement. In veel gevallen een logische stap na het doorlopen van een gebiedsgericht-benuttentraject volgens het werkboek GGB en het recente vervolg, het werkboek Regelscenario’s. Als voorbereiding hierop organiseert het Kennisplatform Verkeer en Vervoer nu al bijeenkomsten voor decentrale wegbeheerders om te komen tot een gemeenschappelijke visie op operationeel regionaal verkeersmanagement.

In navolging van het Werkboek Gebiedsgericht Benutten is nu het Werkboek Regelscenario’s verschenen. Dit werkboek is een tactische doorvertaling van het beleidsmatige niveau waarop het eerste werkboek zich concentreert. Bram van Luipen, senior adviseur bij het Kennisplatform Verkeer en Vervoer en mede-uitgever van het boek (naast AVV en het Verkeerscentrum Nederland, VCNL) legt uit dat veel wegbeheerders inmiddels een netwerkvisie hebben geformuleerd aan de hand van het eerste werkboek en nu overgaan tot het definiëren van praktische regelscenario’s. Ofwel, wie doet wat en in welke gevallen? Alvast vooruitlopend op wat gaat komen ná het ‘tweede werkboek’ is vanuit het KpVV een speciaal project gestart waarbij decentrale wegbeheerders worden gepolst over hun visie op operationeel regionaal verkeersmanagement. Van Luipen: ‘In het land zie je verschillende projecten ontstaan. Zo heeft de provincie Zuid-Holland een contract gesloten met Rijkswaterstaat om gezamenlijk te werken vanuit de RWS-centrale in Rhoon, maar ontwikkelt de provincie Utrecht een eigen verkeerscentrale. Wij vroegen ons af of er in het land behoefte was aan een platform waarop decentrale overheden hun visie op operationeel verkeersmanagement kunnen delen en in hoeverre er sprake zou zijn van overeenstemming of verschillen.’ Dit project zou tevens de weg moeten banen voor het praktisch toepassen van verkeersmanagement, als vervolgstap op beide werkboeken.
De oorspronkelijke gedachte bij het opstarten van het project was om de mogelijkheden te verkennen om te komen tot een zogenoemd praktijknetwerk van verkeerscentrales. Al na de eerste bijeenkomst met decentrale experts bleek dit een stap te snel te zijn. Meer behoefte is er om eerst één abstractieniveau hoger te gaan, namelijk om te komen tot een gemeenschappelijke visie op regionaal verkeersmanagement. ‘Erg prettig’, aldus uitvoerend projectleider Marcel Westerman van Goudappel Coffeng, ‘was het om te constateren dat de wegbeheerders redelijk op één denklijn zitten als het gaat om operationeel (regionaal) verkeersmanagement. De volgende vraag in de discussies is het inhoudelijk verkennen wat daartoe zou behoren en het afbakenen van het onderwerp, dus: wat verstaan de decentrale wegbeheerders wél en wat zeker niet onder operationeel verkeersmanagement.’
Echt een positief resultaat, aldus Westerman, wat hopelijk kan gaan resulteren in een heldere en breed gedragen decentrale visie op de gewenste functionaliteiten van operationeel regionaal verkeersmanagement. En dan laten we de fysieke realisatie daarvan, bijvoorbeeld in de vorm van een verkeerscentrale, daarbij nog even buiten beschouwing. Maar, zo besluit hij: ‘Deze keuze kunnen de partijen uiteindelijk wel heel beargumenteerd maken op basis van deze gezamenlijke visie.’