Kostenefficiente asfalttrottoirs in groen dorp
Languit over een stoeptegel is er in Haren niet gauw bij. Trottoirs zijn in deze Groningse gemeente, zeker in de dorpskom, geasfalteerd. Haren verkeert daarmee sinds jaar en dag in een landelijke uitzonderingspositie. Veiligheid en comfort spelen een rol, blijkt uit de woorden van gemeentelijk projectleider civiele techniek Jeroen Gaasterland. Maar belangrijker nog is de chique uitstraling die de vlakgetrokken trottoirs het straatbeeld verlenen.
Zo steevast als elders in den lande de stoeptegel domineert, zo traditioneel is de asfaltverharding in Haren al sinds de jaren 30 van de vorige eeuw. De vele forensen uit Groningen-stad die zich hier toen vestigden, etaleerden een voorkeur voor het destijds betrekkelijk nieuwe asfaltproduct. Het zou hun wijken een modern aanzien geven. Ruim 70 jaar na dato permitteert het dorp zich deze schijnbare luxe nog steeds. 'Schijnbaar', want volgens gemeentelijk projectleider Gaasterland is de keus voor asfalt ook nu nog steeds goed te rationaliseren. 'Per saldo zijn asfalttrottoirs niet duurder. De aanleg kost misschien wel twee keer zo veel maar die extra uitgaven betalen zich terug door lagere onderhoudskosten.'
Zettingen in de ondergrond leiden evenals wortelgroei bij elementverharding haast à la minute tot kiepende tegels. Met alle risico's voor voetgangers van dien. 'Asfalt is veel starrer’, aldus Gaasterland, ‘het kan wel járen duren voordat zettingen in de ondergrond of wortelgroei het asfalt ontwrichten.'
Een kleine driekwart van alle Harense trottoirs kent nu deze verharding. Alleen in nieuwbouwwijken krijgt de stoeptegel incidenteel nog een kans. En waar in het oude dorp statige oude bomen het asfalttrottoir ten lange leste toch omhoog wrikken, legt de gemeente rond de boom een goed gemarkeerd schelpencarré aan.
Groen en milieu ondersteunen het asfaltbeleid ook in ander opzicht. Met onkruid heeft men op de ondoordringbare asfaltvoetpaden weinig te stellen. Dat spaart extra geld. Alle plussen en minnen met elkaar gesaldeerd leidt dat volgens Gaasterland tot een licht financieel voordeel.
'Haren' maar ook de buitenlandse trottoirasfaltpraktijk zet overig Nederland trouwens nauwelijks aan het denken, weet Jan Knol, projectmanager openbare ruimte en infrastructuur van kennisinstituut CROW. ‘In de Nederlandse delta (steenbakkerijen aan de rivieroever!) wordt aan de positie van gebakken materiaal en in het algemeen element-verharding niet getornd, zeker niet op trottoirniveau.’ Kabel- en leidingbeheerders die bij uitstek daar 'ondergronds' gaan, zijn daarmee in Nederland zijns inziens erg verwend. 'Het liefst hebben zij een grote zandbak met wat tegels er over heen.' Uitzondering op die regel zijn volgens Gaasterland de telecom-bedrijven. Die zouden zelfs voordelen zien doordat de rubuuste asfaltverharding hun leidingen minder kwetsbaar maken. In Haren (15.000 inwoners) moet de stoep jaarlijks zo'n 100 keer voor onderhoud en andere werkzaamheden worden opengebroken. Het asfalt wordt dan ter plekke opengezaagd (waarvoor aan de gemeente een bedrag per m² moet worden betaald). Na gedane zaken, klinkert het betreffende nutsbedrijf het gat of de sleuf dicht. Vervolgens huurt de gemeente één keer per jaar een aannemer in om de betreffende locaties weer vlak te teren. Geheel consequent is de gemeente met haar asfaltbeleid overigens niet. Niet alleen kan in uitleggebieden nog wel eens een stoeptegel gesignaleerd worden, ook voor de herstrating van de oude Rijksstraatweg (de voorganger van de A28) tussen Assen en Groningen, koos de gemeenteraad voor terugkeer van de oude stoeptegels over anderhalve kilometer ter weerszijden van deze verbinding. Gaasterland, die twee jaar geleden bij zijn entrée in Haren nog verbaasd en licht-skeptisch ten aanzien van het trottoirbeleid was, is in de tussentijd zo 'bekeerd' dat hij dit raadsbesluit met spijt vermeldt.
Reactie plaatsen •