KIVI/NIRIA-debat: Uw zelfrijdende auto staat al klaar
De politiek moet juridische kaders stellen waarbinnen de techniek zich verder kan ontwikkelen als het gaat om slimme en zelfrijdende auto’s. Ook moet de politiek een scherp oog houden op infrastructuurplannen in relatie tot trends in mobiliteit. Ook moet er inzicht komen in de vraag naar autonoom vervoer. Kortom: politiek en techniek lopen niet hand in hand.
KIVI/NIRIA organiseerde in september een debat tussen techniek en politiek over het vervoer van morgen. Terwijl de zelfrijdende auto bij wijze van spreken al voor de deur staat, krabt de politiek zich nog met verbazing achter de oren. ‘We moeten kennelijk het stuur uit handen geven’, begrijpt PVDA-woordvoerder Duco Hoogland, terwijl Ton Elias , woordvoerder VVD, ‘kriebels krijgt’ bij de gedachte dat de autonomie van de mens achter het stuur wordt overgenomen door de techniek. Tegelijkertijd erkennen beide niet het naadje van kous te weten.
Hoe het staat met die techniek, lichten Riné Pelders van TNO en Hendrik Blokhuis van Cisco toe. Volautomatisch rijden, met name op snelwegen, zal in 2040 mogelijk zijn, aldus Pelders. Tot die tijd liggen er nog complexe vraagstukken rond in- en uitvoegen en weven. ‘Maar als er iets geautomatiseerd kan worden, zal het ook gebeuren,’ benadrukt Hendrik Blokhuis.
Dilemma’s zijn er ook . Blokhuis: ‘Ik ben geld waard als ik rijd en data uitstoot over waar ik ben en wat voor weer het is. Tegelijkertijd is de mate van depersonalisatie van data geen onderwerp van de techniek.’ Riné Pelders wijst erop dat de techniek weliswaar ontwikkelt, maar zonder duidelijk inzicht in de vraag naar autonome voertuigen en naar nieuwe mobiliteit. En wat betekent dit voor de infrastructuur? Elias sluit een aanval op de MIRT-plannen niet uit: ‘Als trends blijven aangeven dat minder asfalt gerechtvaardigd is, zeg ik: ‘niet doen, als de noodzaak er niet is’.’
Auteur: Joske van Lith
Reactie plaatsen •