KiM: Monitoren van de transitie naar autonoom vervoer
Onderzoekers van het KiM gaan in het rapport 'monitoren van de transitie naar autonoom vervoer' in op vragen rondom de transitie naar een toekomst met autonoom vervoer. De onderzoekers gaan in op bepalende factoren, techniek, wetgeving en acceptatie. De onderzoekers maken onderscheid tussen auto's, ov, luchtvaart en scheepvaart.
De onderzoekers verwachten technisch gezien over 5 tot 10 jaar dat onderdelen van een reis autonoom plaats kunnen vinden. Hierbij gaat het om het autonoom rijden op duidelijk afgebakend gebied, zoals op de snelweg. De onderzoekers geven aan dat het voor beleidsmakers van belang is deze ontwikkelingen te volgen om niet voor verrassingen komen te staan. Met de indicatoren en informatiebronnen kunnen beleidsmakers de ontwikkelingen in het autonoom vervoer volgen. Een eerste aandachtspunt is de continue beschikbaarheid van de gegevens. Van veel literatuurbronnen is onbekend of er een periodieke update plaatsvindt. Bij grote onderzoeksprojecten is de borging en ontsluiting van kennis na afloop een aandachtspunt. Het KiM constateert dat er veel publicaties over autonoom vervoer verschijnen. Elke bron moet daarbij steeds worden beoordeeld. Wie schrijft het of vanuit welke organisatie komt een publicatie? En hoe betrouwbaar is die informatie?
Een tweede aandachtspunt is dat er belangrijke verschillen zijn tussen vervoerwijzen. Zo worden per vervoerwijze andere indelingen in niveaus van autonomie gehanteerd. Daarnaast verschilt de positie van de consument. Bij de personenauto, en deels bij drones, speelt de vraag wat mensen willen en kopen een belangrijke rol in de transitie. Overheden kunnen hierdoor worden verrast. Bij andere vervoerwijzen, zoals het openbaar vervoer, is de overheid vaak zelf consument, bijvoorbeeld via concessieverleningen. In de scheepvaart bepalen juist grote verladers en vervoerders welk type schepen ze (laten) ontwikkelen. Tot slot is de afstemming binnen grote internationale organisaties in de lucht- en scheepvaart belangrijk. Deze afstemming heeft invloed op de snelheid van de transitie. Kortom, het hele 'ecosysteem' en de bijbehorende stimulerende krachten verschillen per vervoerwijze. Dit maakt het lastig maar tegelijkertijd leerzaam om de transitie voor verschillende vervoerwijzen te monitoren en te vergelijken.
Lees hier meer en download het onderzoeksrapport (KiM).
Reactie plaatsen •