Inzicht in vakantiereisgedrag in een andere toekomst
De hoeveelheid toerisme-gerelateerde mobiliteit – zoals auto-, trein- en vliegverkeer – is aanzienlijk en neemt al decennia lang sterk toe. Maar zet deze trend wel door?
Door bijvoorbeeld het opraken van fossiele brandstoffen of internationaal klimaatbeleid kunnen in de toekomst de reiskosten wel eens sterk toenemen. NWO-onderzoeker Sander van Cranenburgh onderzocht hoe vakantiegangers zich aanpassen aan een flinke stijging van reiskosten en hoe beleidsmakers kunnen anticiperen op de gevolgen daarvan. Hij promoveerde hierop op 29 november aan de TUD.
Inzicht in vakantiereisgedrag
Wereldwijd gaan steeds meer mensen op vakantie. Vervoer naar de bestemming hoort bij de vakantie, in de afgelopen decennia nam de toerisme-gerelateerde mobiliteitsvraag daarom sterk toe. Met deze groei zijn ook de maatschappelijke effecten van toerisme-gerelateerde mobiliteit aanzienlijk geworden, bijvoorbeeld in termen van geluidsoverlast en CO2-uitstoot. Bovendien verwachten velen dat de groei van toerisme-gerelateerde mobiliteit zich de komende decennia voortzet.
Mogelijke scenario’s met hogere vakantiekosten
Een voortzetting van de huidige trends is niet het enige toekomstbeeld dat werkelijkheid kan worden. Het opraken van fossiele brandstoffen, internationaal klimaatbeleid en vele andere mogelijke onconventionele veranderingen kunnen zorgen voor een trendbreuk in de groeiende toerisme-gerelateerde mobiliteitsvraag. Een aantal van deze onconventionele veranderingen resulteert waarschijnlijk in aanzienlijk hogere reiskosten. Het onderzoek van Van Cranenburgh levert bouwstenen om rekening te kunnen houden met dergelijke toekomstscenario’s bij het maken van transport- en toerismebeleid voor de lange termijn.
Een tientje meer telt minder bij dure vakanties
Van Cranenburgh ontwikkelde nieuwe modellen om vakantiekeuzes te voorspellen. Ook ontwikkelde hij een vernuftig experiment om data te verzamelen om deze modellen te kalibreren. Uit het onderzoek bleek dat bij de vakantiekeuze de bestemming, de duur van het verblijf, het vervoermiddel en het type accommodatie niet los van elkaar staan, maar significant interacteren. De keuze om te kamperen, bijvoorbeeld, staat niet los van het vervoermiddel dat kampeerders kiezen. Ook bleek dat dat de relatieve gevoeligheid van vakantiegangers voor reiskosten afneemt naarmate de reiskosten hoger zijn. Dat betekent dat vakantiegangers relatief gevoelig zijn voor een paar tientjes meer of minder bij goedkopere vakanties en relatief ongevoelig zijn voor een paar tientjes meer of minder bij duurdere vakanties.
Verschillende aanpassingen bij hogere kosten
Daarnaast laat Van Cranenburghs onderzoek zien dat vakantiegangers op allerlei verschillende manieren denken te reageren op hogere reiskosten. De inzichten (inhoudelijk en methodologisch) van dit proefschrift kunnen overheden en de toeristische sector helpen meer adequaat te anticiperen wanneer in de toekomst de mogelijkheid op een hoge reiskostenscenario realistisch wordt.
Achtergrondinformatie
Het promotieonderzoek ‘Vacation Travel Behaviour in a Very Different Future’ door Sander van Crananburgh maakt deel uit van het programma ‘The Value of Recreation’, een onderdeel van het NWO-programma Duurzame Bereikbaarheid van de Randstad. Promotor is prof.dr. G.P. van Wee, copromotor is dr.ir. C.G. Chorus. Het proefschrift verschijnt binnen een paar weken op de TU Delft Repository.
Auteur: Marieke Hut
Reactie plaatsen •