Inspectie gaat strenger toezien op veiligheid openbaar busvervoer
De Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) gaat komend jaar strenger controleren op de veiligheid van het busvervoer. Dat blijkt bij navraag naar de jaarcijfers over 2005. Daarin werd onder meer vermeld dat bij controles op de weg van bussen een gemiddeld overtredingspercentage van 27,6 procent werd gemeten. Volgens het jaarbericht lagen de cijfers voor het school- en openbaar vervoer nog hoger dan dit gemiddelde.
Voor het busvervoer als geheel was de meest voorkomende overtreding het niet of onjuist gebruiken van de tachograaf. Verder konden veel chauffeurs geen geneeskundige verklaring tonen, hadden zij te weinig rust genomen, ontbrak een geldig vergunningsbewijs of was er geen ingevuld reisblad ongeregeld vervoer voorhanden. Uit die laatste categorie blijkt al dat IVW de sector bus tot dusver op dezelfde leest heeft geschoeid als besloten busvervoer.
‘Dat klopt’, zegt voorlichter Willard Elissen van IVW. ‘Het is nu nog niet mogelijk om exact aan te geven hoe hoog het overtredingscijfer is voor specifiek het openbaar busvervoer. Dat komt omdat we het toezicht met betrekking tot de vergunningverlening op het openbaar vervoer primair aan de concessieverleners hebben overgelaten. Maar vanwege toenemende signalen uit de markt over hoge werkdruk en overschrijding van arbeidstijdnormen gaan we vanaf 2007 wel strenger controleren. In het afgelopen jaar hebben we enkele openbaarvervoerbedrijven ook fors beboet voor het overtreden van rij- en rusttijden.’
Dat de veiligheid van het busvervoer in geding zou kunnen komen is één van de bezwaren die werden geuit toen de marktwerking in het stads- en streekvervoer werd ingevoerd. De neerwaartse druk op de prijs die de vervoerder in rekening brengt voor zijn diensten zou kunnen resulteren in slechter onderhoud en meer ongelukken door hogere werkdruk. Veiligheid is één van de gronden waarop organisaties als FNV Bondgenoten en de SP hun verzet tegen aanbesteding baseren.
IVW ziet een rol voor de concessiehouders als toezichthouder op de veiligheid van het busvervoer. Beleidsmedewerker Wim Brethouwer van provincie Fryslân ziet dat anders. ‘Met rij- en rusttijden en vergunningbezit houden wij ons niet bezig. Dat is een taak voor handhavers. Wij stellen eisen aan de sociale veiligheid en daarmee geven we invulling aan de verplichtingen in de Wet Personenvervoer.’ Die bepaalt dat de concessie waarborgen moet bevatten voor een verantwoorde mate van veiligheid van zowel reizigers als personeel.
Reizigersvereniging ROVER ziet voor ov-autoriteiten wél een rol weggelegd. ‘“Allereerst moet de vervoerder moet zijn zaken op orde hebben’, zegt woordvoerder Rikus Spithorst. ‘En werknemers kunnen bij de ondernemingsraad en de vakbond aan de bel trekken. Maar het is ook de verantwoordelijkheid van de ov-autoriteit om erop toe te zien dat de concessie ordentelijk wordt uitgevoerd. Veiligheid hoort daar logischerwijs bij.’
Zulk toezicht stelt echter wel eisen aan de cijfers en methodiek van de inspectie. Nu wordt nog niet standaard genoteerd of een bus als openbaar vervoer rijdt en zo ja, onder welke concessie. De beperkte toepasselijkheid op het openbaar vervoer blijkt ook uit de reactie van Connexxion, de grootste busvervoerder in Nederland. ‘Onze bussen hebben helemaal geen tachograaf en dat hoeft ook niet’, zegt Herman Opmeer. ‘Het controlemiddel is het rooster van de chauffeur. Onze rij- en rusttijden worden overigens geborgd in de CAO, die op dat punt veel strenger is dan de wettelijke normen.’
Reactie plaatsen •