IDED-model toont wat slechtziende ziet

donderdag 5 april 2007
timer 3 min

'De Haagse tramtunnel'. Ontworpen door het wereldberoemde architectenbureau van Rem Koolhaas. Maar voor slechtzienden is het alsof je vanaf de Grote Marktstraat in een zwart gat valt.' Voor slechtzienden kan er in de openbare ruimte nog veel worden verbeterd. Ook niet-visueel gehandicapten kunnen daar baat bij hebben. Dat is de overtuiging van Jan van Soeren, senior adviseur van adviesbureau AGV.

Van Soeren baseert zich op het zogenaamde IDED-model. Daarmee worden van ontwerpen/objecten, variërend van ziekenhuisomgevingen tot perrons, 'beeldessentialia' opgespoord. Oftewel díe kenmerken die in contrast- en kleurstelling geaccentueerd moeten worden om het slechtzienden en anderen makkelijker te maken.
Geestelijk vader van deze Image Degrading Edge Detection-methode is wetenschappelijk medewerker Berry den Brinker van de faculteit bewegingswetenschappen van de VU Amsterdam. Den Brinker, die zelf een gezichtsscherpte heeft van minder dan 5 procent, ontwikkelde een computermodel dat visualiseert wat slechtzienden nog van hun omgeving waarnemen. De essentiële aanduidingen voor hun oriëntatie worden 'uitgezeefd'. Zo kan een trapleuning een stijgpunt markeren.
Met de theorieën van Den Brinker gaat AGV nu de boer op. Eerste 'klanten' zijn ProRail voor het nieuwe NS-station Houten en de Haarlemse stadsschouwburg Philharmonie.
'Nederland telt 30.000 blinden en 600.000 slechtzienden. Voor blinden is in de openbare ruimte veel gedaan. Voor slechtzienden verhoudingsgewijs veel minder', zegt Van Soeren.
Hij onderscheidt 'vindbaarheid' en leesbaarheid van objecten, zoals panelen voor reisinformatie. 'Als stedelijke blindenroutes met de bekende ribbeltegels worden geaccentueerd met verlichting, sla je twee vliegen in één klap. Het helpt slechtzienden en verbetert ook de oriëntatiemogelijkheden voor mensen zonder visuele handicap.'
Wie uit de trein stapt, moet direct kunnen zien of hij naar links of naar rechts moet om bij de stationstrappen te komen. Dat geldt niet alleen voor slechtzienden. Met juist kleurgebruik, verlichting en contrastwerking kan iedereen beter op weg worden geholpen.
Het lijkt vanzelfsprekend. Toch worden gebruikers van de openbare ruimte nog vaak het bos in gestuurd. De nieuwe perronborden voor centrale treinaanwijzing op Amsterdam Centraal bestempelt hij als een enorme achteruitgang, omdat de LED-verlichting is opgenomen in een overigens donkere achtergrond. 'Vindbaarheid' en oriëntatiemogelijkheden voor de doorgaans gehaaste reiziger worden daarmee geschaad.
De 'beeldessentialia' die accent verdienen worden in het IDED-model opgespoord door foto's of CAD's te vervagen, dat wil zeggen door het aantal pixels te verminderen.

Functionaliteit eerst
Het 'zwarte gat' waarin de reiziger bij de Haagse tramtunnel afdaalt, illustreert voor Van Soeren hoe het niet moet. In de vormgeving van de openbare ruimte hoeven functionaliteit en esthetica niet per definitie op gespannen voet te staan. 'Maar wel moet de functionaliteit weer op de eerste plaats komen. Wat heb je aan esthetica als je van de trap af dreigt te donderen? Het zou een uitdaging voor de ontwerper moeten zijn om met die primaire functionaliteit weer nieuwe, herkenbare vormen te vinden.'
Van Soeren bestrijdt dat de openbare ruimte zich terwille van gewenste contrasten in toverbal- of discokleuren zou moeten tooien. Ook eenvoudige zwart/wit-contrasten kunnen gebruikers veel hulp bieden.

verkeerskunde artikel
mail_outline

Aanmelden voor de nieuwsbrief

Reactie plaatsen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Lazy-loading is enabled for both <img> and <iframe> tags. If you want certain elements skip lazy-loading, add no-b-lazy class name.