ICT lonkt naar fietswereld
Fiets en ICT zagen elkaar tot nu toe over het hoofd, maar langzaam smelt het ijs. Ronald Jorna, senior-onderzoeker van verkeersadviesbureau Diepens en Okkema onderzocht voor de provincies Zuid-Holland en Groningen en de gemeenten Eindhoven en Amsterdam een nog braakliggende terrein.
Internet wordt weliswaar veelvuldig geraadpleegd voor de aanschaf van fiets en fietsvoorzieningen, maar veel verder reikt - op termijn- de invoering van de actieve fiets-chip waarmee op grote afstand gestolen fietsen kunnen worden opgespoord. De ingegraveerde postcode kan dan achterwege blijven. Eerder al, zeker binnen tien jaar, voorziet Jorna een (verdere) opmars van automatische fietsstallingen, reserveringssystemen en fietsrouteplanners.
Dat laatste is al geen toekomstmuziek meer getuige de digitale fietsrouteplanner waarmee Zuid-Holland al een tijdje op internet experimenteert. Binnen die provincie krijgen bezoekers naar keuze de snelste of kortste route voorgeschoteld. Wie ook nog voor de opties 'groenst', 'waterrijkst' of 'recreatiefst' kiest, komt op den duur ook op zijn bestemming aan, zij het dat de routes dan al gauw vijf à zes keer zo lang kunnen worden. Helaas worden fietsers richting Den Haag geheel aan hun lot overgelaten, tenzij zij bekennen naar 's-Gravenhage te willen gaan.
Kinderziektes, aldus Jorna. Gebruikers wordt daarom gevraagd correcties door te spelen, bijvoorbeeld - zoals Jorna overkwam - indien zij over autowegen worden geleid. Ook de provincie Groningen wil een vergelijkbare fietsrouteplanner ontwikkelen.
Jorna verwacht dat dit soort systemen vastere grond onder de voet zullen krijgen. Ook route-opties als snel, mooi, kindvriendelijk en sociaal-veilig krijgen daarbij een kans.
Meer dan ooit is volgens Jorna de tijd rijp voor automatische (onbemande) fietsstallingen. ‘Nu functioneren op bescheiden schaal alleen de fietsmolen, automatische fietskluizen van OV-Fiets en het tourniquet-systeem.’ Gezien de lage exploitatiekosten kunnen automatische systemen volgens de onderzoeker de komende tijd zeker terrein winnen.
Een andere denkbeeldige ICT-toepassing is beeldregistratie bij oversteekplaatsen ter vervanging van de traditionele druk op de knop. Net zoals al decennialang bij het openbaar vervoer gebeurt, zouden fietsers of fietsgroepen zo ook prioriteit in de voorrangsregeling kunnen krijgen.
Op wat langere termijn biedt ten slotte de actieve fiets-chip vele mogelijkheden. Niet alleen voor diefstalpreventie en het opsporen van gestolen rijwielen, maar ook voor het volgen van de legaal bereden fiets kan deze chip zijn waarde bewijzen. Zo kan bij ouders de gsm overgaan zodra hun kind - op weg naar school - meer dan pakweg 50 meter van de vaste route afwijkt, maar ook helpt de actieve chip mee bij registratie van fietsgebruik, zoals woon-werkkilometers. Dat kan fiscaal nuttig zijn, maar ook voor toepassing van een bedrijfsvergoedingsregeling.
Voor Jorna staat vast dat de kloof tussen fiets en ICT kleiner wordt. Wat het voor de fietser of voor het fietsbeleid in het algemeen zal 'doen', blijft echter onduidelijk. ICT kan de fiets een beter imago bezorgen (high tech, status, lifestyle). En zeker met invoering van de actieve chip kan de stationsomgeving opknappen, terwijl verkeers- en sociale veiligheid ook met ICT-toepassingen zijn gediend.
Op de centrale onderzoeksvraag (hoe kan ICT het fietsgebruik stimuleren) blijft Jorna echter een kwantitatief antwoord schuldig. Dat ICT de fietser de wind in de rug kan geven, staat voor hem echter als een paal boven water. Fietsbeleidsmakers kunnen wel profijt hebben van een aparte checklist, in dit geval e-CYCLIST geheten. Afhankelijk van het beleidsdoel (stimulering gebruik, veiligheid, anti-diefstal) kunnen daarbij passende ICT-instrumenten worden opgezocht.
Reactie plaatsen •